Nabestaanden van een gedupeerde aanvrager
Als degene die de kinderopvangtoeslag heeft aangevraagd overlijdt, heeft het gezin nog steeds hulp nodig. Het herstel dat is ingezet voor het hele gezin, kan nu worden voortgezet met de nabestaandenregeling.
Deze nabestaandenregeling is er om te zorgen dat de toeslagpartner of kinderen van de overledene verder kunnen met het herstel.
De regeling geldt als:
- de ouder vóór 1 januari 2024 een aanvraag voor herstel heeft ingediend en daarna overleden is,
- de ouder die vóór 1 januari 2024 overleden is en nog geen aanvraag voor herstel indiende.
UHT kijkt eerst wie ontvanger is van de regeling voor een overleden aanvrager. Daarna kijken we of de overleden aanvrager al erkend was als gedupeerde van de problemen met de kinderopvangtoeslag. Blijkt dat u ontvanger bent van de regeling én de aanvrager gedupeerd is? Dan kunt u het herstel afronden.
Vanaf 20 januari 2025 nemen we contact op met de nabestaanden
Ontvangers van deze regeling
Nabestaanden die recht hebben op de nabestaandenregeling noemen we ‘ontvangers van de regeling’. Er kunnen 1 of meerdere ‘ontvangers’ zijn van de regeling.
Bij het vaststellen van de ontvanger (s) is de volgorde:
- De toeslagpartner van de overleden ouder op het moment van overlijden. Of als deze er niet is:
- Het kind of de kinderen van de overleden ouder.
Is de regeling voor mij bedoeld?
Wilt u weten of u de ontvanger bent van de regeling voor nabestaanden? Beantwoord enkele vragen en kijk of de regeling voor uw situatie geldt.
Herstel afronden
Als u ontvanger bent van de regeling hebt u recht op:
- Een persoonlijk begeleider nabestaanden: nabestaanden hebben een vast aanspreekpunt voor vragen. Zij worden begeleid in het herstel als zij daar behoefte aan hebben. De begeleider neemt contact op.
- Maatwerk: U gaat verder met het herstel waar de aanvrager was gebleven, toen deze overleed. We herkennen 3 situaties:
- Er is nog geen eerste toets of integrale beoordeling gedaan. Dan starten we met de integrale beoordeling. Daarin leggen we vast wat er gebeurd is, of de overleden aanvrager gedupeerd is en wat de financiële compensatie is.
- De eerste toets is gedaan en de overleden aanvrager is gedupeerd. Dan starten we ook met de integrale beoordeling. Om te kijken of er nog meer compensatie nodig is.
- De integrale beoordeling was al afgerond. Dan kunnen de gezinsleden verder met het herstel dat zij nog nodig hebben en waar de aanvrager ook recht op zou hebben gehad.
Als de overleden aanvrager gedupeerd blijkt te zijn, hebt u als ontvanger van de regeling ook recht op:
- Financiële compensatie.
- Hulp bij schulden: er is hulp voor schulden bij de overheid en schulden bij bedrijven. Lees meer over schulden.
- Brede ondersteuning van uw gemeente: Voor de toeslagpartner is er hulp op de vijf leefgebieden financiën (geld), gezin, werk, wonen en zorg. De hulp past altijd bij uw persoonlijke situatie. Voor kinderen is er ook brede ondersteuning, maar zij worden niet geholpen met problemen met hun eigen gezin. Daarvoor kunnen zij terecht bij de standaard ondersteuning van hun gemeente. Lees meer over brede ondersteuning.
- Mogelijkheid om ‘verzoek aanvullende schade’ in te dienen: als u vindt dat de werkelijke schade groter is dan de geboden compensatie, kunt u een verzoek indienen bij de Commissie Werkelijke Schade.
Is de integrale beoordeling al afgerond? Zijn er meerdere problemen en is daarbij behoefte aan een totaalaanpak? Dan kunnen de ontvangers van de regeling dat bespreken met hun persoonlijk begeleider nabestaanden. Lees meer over de totaalaanpak.
Nabestaanden krijgen zoveel mogelijk zelf de regie over hun herstel
Nabestaanden kunnen kiezen of zij gebruik willen maken van de overgebleven rechten. En UHT volgt zo veel mogelijk het tempo van de nabestaanden: zo snel mogelijk als het kan en in een lager tempo als dat nodig is.
Persoonlijke begeleider nabestaanden
Als nabestaande komt er veel op u af. De persoonlijk begeleider nabestaanden begeleidt u bij het herstel. En bij de stappen die genomen moeten worden om te zorgen dat u verder kunt met uw herstel. De begeleider is het aanspreekpunt voor al uw vragen.
Wij nemen contact op
We nemen vanaf 20 januari 2025 contact op met nabestaanden van overleden aanvragers die bij ons bekend zijn. De overleden aanvrager is bij ons bekend als:
- De aanvrager destijds een ontvangstbevestiging van UHT heeft ontvangen dat deze zich heeft gemeld voor een verzoek herbeoordeling kinderopvangtoeslag (kenmerk brief UHT-OB ZM-2 OBB). Maar ontving de aanvrager vóór het overlijden al een afwijzende beschikking of een afwijzende vooraankondiging? Dan nemen we geen contact op met de nabestaande(n).
- Een nabestaande zich namens de overleden aanvrager heeft gemeld voor een verzoek herbeoordeling kinderopvangtoeslag. En de aanvrager heeft daarvan een ontvangstbevestiging ontvangen (kenmerk brief UHT-OB ZM-2 OBB).
- Een nabestaande heeft zich gemeld voor de kindregeling, omdat de overleden ouder zich niet had gemeld voor een herbeoordeling kinderopvangtoeslag. En de kindregeling is aan de nabestaande toegekend.
Wanneer moet ik mij zelf melden?
U moet zichzelf melden in de volgende gevallen:
- U bent nabestaande en vermoedt dat uw partner of ouder gedupeerd is. Maar uw dierbare heeft zich nooit aangemeld voor de herbeoordeling kinderopvangtoeslag voordat hij of zij overleed.
- U hebt zich namens overleden partner of ouder gemeld voor een verzoek herbeoordeling kinderopvangtoeslag. U heeft daarvan alleen geen ontvangstbevestiging ontvangen.
- U hebt zich als nabestaande gemeld voor de kindregeling, maar u hebt daarvoor een afwijzende beschikking gekregen. Was die beschikking afwijzend omdat uit de eerste toets niet is gebleken dat de ouder gedupeerd werd? Dan kan uit de integrale beoordeling voor de nabestaandenregeling alsnog naar voren komen dat de ouder gedupeerd werd.
- U hebt geen burgerservicenummer (BSN), bijvoorbeeld omdat u in het buitenland bent geboren. En 1 of meerdere van bovenstaande situaties gelden ook voor u.
Aanmelden kan door te bellen met het Serviceteam.
Planning
Omdat we niet iedereen in 1 keer kunnen helpen, werken we volgens een planning.
We nemen eerst contact op met nabestaanden van ouders die zich in 2019 hebben gemeld voor herstel. En werken in de maanden die volgen toe naar de ouders die zich als laatste hebben gemeld bij UHT.
Bij de start van de regeling kunnen we nog niet inschatten hoeveel tijd nodig is om contact op te nemen met alle nabestaanden. Zodra dat duidelijker is vullen we de planning aan.
Wat bepaalt de volgorde?
Voor de planning kijken we naar 3 vragen:
- In welk jaar heeft de aanvrager zich gemeld? Of heeft de nabestaande zich namens de aanvrager gemeld?
- Wie is de ontvanger van de regeling: de toeslagpartner of de kind(eren)?
- Moet de integrale beoordeling nog gedaan worden of is deze al afgerond?
De combinatie van deze vragen bepaalt hoe snel we contact kunnen opnemen. U leest in onderstaande planning wanneer we contact opnemen.
Huidige planning
Van 20 januari tot en met 31 januari 2025:
- Aanvrager heeft zich gemeld in 2019; de toeslagpartner is ontvanger van de regeling; de integrale beoordeling moet nog gedaan of afgerond worden.
- Aanvrager heeft zich gemeld in 2019; één of meer kinderen zijn de ontvanger van de regeling; integrale beoordeling moet nog gedaan of afgerond worden.
3 februari tot en met 14 februari 2025:
Informatie volgt.
17 februari tot en met 28 februari 2025:
Informatie volgt.
3 maart tot en met 14 maart 2025:
Informatie volgt.
17 maart tot en met 30 juni 2025:
Informatie volgt.
Aanmeldtermijnen
- Bent u nabestaande(n) van een aanvrager die zich al had gemeld voor herstel? Dan hebt u tot en met 30 juni 2025 om te bepalen of u gebruik wilt maken van de regeling.
- Overlijdt een aanvrager van de kinderopvangtoeslag nadat de wet is ingegaan? En had deze zich al voor 1 januari 2024 aangemeld voor herstel, maar wachtte nog op de integrale beoordeling? Dan moeten de nabestaanden zich binnen 6 maanden na het overlijden melden. Meestal neemt de persoonlijk begeleider nabestaanden al eerder contact op met de nabestaanden.
De aanmeldtermijn geeft nabestaanden tijd om na te denken of ze gebruik willen maken van de regeling.