Ga direct naar de inhoud Ga direct naar de footer

BAC 2022-05006 

Samenvatting

De Bezwaarschriftenadviescommissie (hierna: de Commissie) adviseert UHT om het bezwaar gegrond te verklaren, het bestreden besluit te herroepen en belanghebbende in het kader van de lichte toets € 30.000 toe te kennen. UHT heeft zich op het standpunt gesteld dat het kader van de lichte toets geen aanknopingspunten biedt voor de vaststelling van vooringenomen handelen bij belanghebbende. De beschikkingen tot nihilstelling zijn namelijk gebaseerd op contra-informatie van de Immigratie- en naturalisatiedienst (hierna: IND). Uit de in geding gebrachte stukken blijkt dat B/T de KOT over de toeslagjaren 2013 tot en met 2016 en 2018 op respectievelijk 10 en 21 augustus 2018 heeft stopgezet. Uit informatie van IND zou namelijk gebleken zijn dat belanghebbende niet rechtmatig in Nederland zou verblijven. Nu belanghebbende daarnaast over het (tussenliggende) toeslagjaar 2017 klaarblijkelijk wel KOT toekwam en B/T niet over concrete, gedocumenteerde informatie van IND beschikte, had het op haar weg gelegen om voorafgaand aan haar - voor belanghebbende ingrijpende - beslissingen uitvraag te doen bij belanghebbende dan wel zich nader te doen informeren door IND over de aard van de registratie. Naar het oordeel van de Commissie maken deze omstandigheden dat ook in de lichte toets geoordeeld had moeten worden dat sprake is van vooringenomen handelen van B/T. Het is de Commissie inmiddels bekend dat belanghebbende in het kader van de integrale beoordeling in een vooraankondiging als gedupeerde is aangemerkt. 

Advies