Werkwijze BAC

Vastgesteld in de vergadering van d.d. 26 juni 2024

Regeling van de Staatssecretaris van Financiën van 19 november 2021, houdende de instelling van een bezwaarschriftenadviescommissie ter behandeling van bezwaren tegen besluiten inzake de hersteloperatie toeslagen (Instellingsregeling Bezwaarschriftenadviescommissie hersteloperatie toeslagen).

Artikel 1 en 2 van de Regeling van de Staatssecretaris van Financiën van 13 oktober 2023 tot wijziging van de Instellingsregeling Bezwaarschriftenadviescommissie hersteloperatie toeslagen in verband met het meer gericht voorleggen van bezwaren aan de Bezwaarschriftenadviescommissie hersteloperatie toeslagen.

Deze werkwijze treedt in werking op de dag van publicatie op de website van de Bezwaarschriftenadviescommissie hersteloperatie toeslagen.

In deze werkwijze wordt verstaan onder:

Adviescommissie

Bezwaarschriftenadviescommissie hersteloperatie toeslagen

Advieslijn

Beleidsregel van de Dienst Toeslagen, gepubliceerd op de website van de Dienst Toeslagen

Awb

Algemene wet bestuursrecht

Behandelende kamer

Een onderdeel van de deelcommissie die een zaak behandelt in een wisselende samenstelling van drie commissieleden, bestaande uit een (fungerend) voorzitter en twee andere leden;

Belanghebbende

De belanghebbende, zoals beschreven in artikel 1:2 van de Awb. Onder het begrip wordt ook verstaan een gemachtigde van belanghebbende;

Beleid procesrecht herstel toeslagen

Besluit van de Staatssecretaris van Financiën – Toeslagen en Douane, van 27 juni 2024, nr. 2024-362315, houdende beleidsregels over procesrechtelijke aspecten van de uitvoering van de hersteloperatie toeslagen, 21683;

Bestuursorgaan

Het Directoraat Generaal Toeslagen;

Bezwaarschrift

Een bezwaarschrift dat is ingediend op grond van de Awb;

Deelcommissie

Een onderdeel van de adviescommissie die de zaak behandelt op maandag, dinsdag, woensdag, donderdag of vrijdag in een wisselende samenstelling van drie commissieleden, bestaande uit een (fungerend) voorzitter en twee andere leden;

Eerste toets

beoordeling van het verzoek om compensatie voor een aanvrager van kinderopvangtoeslag ten behoeve van de ambtshalve eenmalige toekenning van het forfaitaire bedrag zoals bedoelt in artikel 2.7, eerste lid, Wht;

Fungerend voorzitter

Een namens de voorzitter optredend voorzitter van een behandelende kamer;

Hoorzitting

Bijeenkomst waar een belanghebbende en een vertegenwoordiger van UHT in de gelegenheid worden gesteld hun standpunt nader toe te lichten;

Instellingsregeling

Regeling van de Staatssecretaris van Financiën van 19 november 2021, houdende de instelling van een bezwaarschriftenadviescommissie ter behandeling van bezwaren tegen besluiten inzake de hersteloperatie toeslagen (Instellingsregeling Bezwaarschriftenadviescommissie hersteloperatie toeslagen), 46209;

Integrale beoordeling

Beoordeling van het verzoek om compensatie voor een aanvrager van kinderopvangtoeslag ten behoeve van de toekenning van compensatie en/of een O/GS-tegemoetkoming zoals bedoelt in artikelen 2.1 en 2.6 Wht;

Raadkamer

Vergadering door de behandelende kamer over het aan het bestuursorgaan uit te brengen advies;

Regeling tot wijziging

Regeling van de Staatssecretaris van Financiën van 13 oktober 2023, nr. 2023-0000228290, tot wijziging van de Instellingsregeling Bezwaarschriftenadviescommissie hersteloperatie toeslagen in verband met het meer gericht voorleggen van bezwaren aan de Bezwaarschriftenadviescommissie hersteloperatie toeslagen, 28994;

Secretariaat

De (juridische) ondersteuning van de adviescommissie, zoals door de staatssecretaris aangewezen in artikel 6 van de Instellingsregeling;

Secretaris

De secretaris zoals door de staatssecretaris aangewezen in artikel 6, vierde lid van de Instellingsregeling;

UHT

De directie Uitvoeringsorganisatie Herstel Toeslagen, zoals bedoeld in artikel 7b van het Organisatiebesluit Directoraten-Generaal Belastingdienst, Toeslagen en Douane 2021, als onderdeel van het Directoraat-Generaal Toeslagen;

Vertegenwoordiger UHT

Medewerker van UHT die tijdens de hoorzitting het standpunt van UHT toelicht;

Voorzitter

De voorzitter van een deelcommissie;

Wht

Wet hersteloperatie toeslagen.

De adviescommissie heeft tot taak:

1. het horen van een belanghebbende van een voorgelegd bezwaar, indien dat door de adviescommissie nodig wordt geacht met inachtneming van artikel 7:3 van de Awb;
2. het adviseren van het bestuursorgaan over bezwaren tegen beschikkingen inzake:
   1. de compensatie en aanvullende compensatie voor een aanvrager van kinderopvangtoeslag (artikel 2.1 e.v. Wht);
   2. de herziening van de compensatie voor een aanvrager van kinderopvangtoeslag (artikel 2.4 Wht);
   3. de ambtshalve toekenning van compensatie voor een aanvrager van kinderopvangtoeslag (artikel 2.5 Wht);
   4. de O/GS-tegemoetkoming en aanvullende O/GS-tegemoetkoming voor een aanvrager van kinderopvangtoeslag (artikel 2.6 Wht);
   5. de vangnetbepaling bijzondere tegemoetkoming kinderopvangtoeslag (artikel 2.9, eerste lid, Wht).
3. het adviseren van het bestuursorgaan over bezwaren tegen beschikkingen inzake het forfaitaire bedrag voor een aanvrager van kinderopvangtoeslag, oftewel de eerste toets, (artikel 2.7, eerste lid, Wht), indien:
   1. het bestuursorgaan nog geen beslissing heeft genomen op het bezwaar tegen de beschikking die is genomen op grond van de eerste toets op het moment dat het bezwaar tegen een beschikking die is genomen op basis van de integrale beoordeling is ingediend;
   2. het naar het oordeel van het bestuursorgaan in de rede ligt om het bezwaar tegen de beschikking op grond van de eerste toets inhoudelijk te beoordelen, en;
   3. de bezwaren tezamen op een hoorzitting worden behandeld.

1. De adviescommissie brengt geen advies uit over een bezwaar, indien
   1. er naar het oordeel van het bestuursorgaan geen sprake is van een rechtsvraag met principiële betekenis voor soortgelijke gevallen en de belanghebbende en het bestuursorgaan overeengekomen zijn dat het bezwaar niet aan de adviescommissie wordt voorgelegd om advies te geven;
   2. naar het oordeel van het bestuursorgaan sprake is van een kennelijk niet-ontvankelijk bezwaar;
   3. naar het oordeel van het bestuursorgaan sprake is van een kennelijk ongegrond bezwaar;
   4. het bestuursorgaan bij de beslissing op het bezwaar volledig aan het bezwaar van de belanghebbende tegemoet komt;
   5. de beslissing op het bezwaar en de motivering ervan naar het oordeel van het bestuursorgaan evident in lijn is met eerdere adviezen van de adviescommissie.
2. De in het eerste lid genoemde uitzonderingen gelden niet voor een bezwaar dat vóór 26 oktober 2023 is ingediend, indien ten aanzien van dat bezwaar:
   1. vóór 26 oktober 2023 door het bestuursorgaan een schriftelijke reactie is gezonden aan de adviescommissie en een hoorzitting als bedoeld in artikel 7:13 van de Awb is of wordt belegd en dit voorafgaand aan die dag van inwerkingtreding aan de belanghebbende is bekendgemaakt;
   2. een hoorzitting heeft plaatsgevonden; of
   3. belanghebbende aan het bestuursorgaan heeft verzocht om een advies van de adviescommissie.
3. De in het eerste lid genoemde uitzonderingen gelden niet voor een bezwaar tegen een beschikking die is genomen op grond van de integrale beoordeling, indien:
   1. er vóór 26 oktober 2023 een bezwaar is ingediend tegen een beschikking die is genomen op grond van de eerste toets; de adviescommissie op grond van de Instellingsregeling geen advies heeft uitgebracht over het onder a. genoemde bezwaar, en;
   2. de adviescommissie op grond van de Instellingsregeling geen advies heeft uitgebracht over het onder a. genoemde bezwaar, en;
   3. belanghebbende aan het bestuursorgaan heeft verzocht om een advies van de adviescommissie over het bezwaar tegen de beschikking die is genomen op grond van de integrale beoordeling.

1. De voorzitter is verantwoordelijk voor het goed laten verlopen van alle zaken in de deelcommissie, onder meer het (laten) agenderen ervan.

1. Ingevolge artikel 7, eerste lid van de Instellingsregeling functioneert de adviescommissie bij de behandeling van een zaak een wisselende samenstelling van drie commissieleden, bestaande uit (fungerend) voorzitter en twee andere leden. De adviescommissie vormt daartoe deelcommissies, steeds bestaande uit een voorzitter en twee andere leden.
2. In geval van belangenverstrengeling in een voorkomend geval informeert het desbetreffende lid van de behandelende kamer onmiddellijk de andere leden van de deelcommissie en trekt zich uit eigen beweging terug uit de behandeling van de desbetreffende zaak.
3. Uiterlijk drie werkdagen voor de hoorzitting kan de belanghebbende de samenstelling van de behandelende kamer opvragen.

1. Het maken van bezwaar geschiedt, ingevolge artikel 6:4 Awb, door het indienen van een bezwaarschrift bij het bestuursorgaan en op de in het Beleid procesrecht herstel toeslagen voorgeschreven wijze. 
2. Het bestuursorgaan is verantwoordelijk voor een spoedige verstrekking van het bezwaarschrift en eventueel een aanvulling van het bezwaar, een schriftelijke reactie en alle op de zaak betrekking hebbende stukken aan het secretariaat.
3. Na ontvangst van alle op de zaak betrekking hebbende stukken en een schriftelijke reactie van het bestuursorgaan, neemt het secretariaat de zaak in behandeling.
4. Na ontvangst van alle op de zaak betrekking hebbende stukken en een schriftelijke reactie van het bestuursorgaan, draagt het secretariaat zorg voor een spoedige verstrekking daarvan aan belanghebbende.

1. Het secretariaat verricht de procesrechtelijke handelingen die nodig zijn voor een goede voorbereiding van de behandeling van het bezwaarschrift.
2. Het secretariaat wint alle benodigde inlichtingen in.

1. Het secretariaat zorgt dat de uitnodiging voor de hoorzitting tenminste drie weken van tevoren wordt verzonden aan belanghebbende en het bestuursorgaan. Met instemming van de belanghebbende kan een uitnodiging op een kortere termijn worden toegezonden.
2. Ten behoeve van een voortvarende behandeling van bezwaarschriften, wordt een verzoek om een andere datum uitsluitend ingewilligd in de volgende omstandigheden. Er moet sprake zijn van uitzonderlijke omstandigheden, de verhinderdata in de resterende periode tot zes weken na de geagendeerde zittingsdatum moeten worden vermeld en het verzoek moet uiterlijk 48 uur voor de aangekondigde datum van de hoorzitting zijn ingediend, tenzij een kortere termijn als bedoeld in lid 1, slotzin, is toegepast.
3. De voorzitter van de deelcommissie kan besluiten een hoorzitting achterwege te laten in gevallen genoemd in artikel 7:3 Awb. Indien een hoorzitting achterwege blijft, doet het secretariaat daarvan mededeling aan de belanghebbende en het bestuursorgaan.

1. De adviescommissie stelt de belanghebbende in de gelegenheid om op een hoorzitting in persoon het bezwaarschrift toe te lichten.
2. De zitting wordt door de (fungerend) voorzitter geopend, geleid en gesloten.
3. De belanghebbende en de vertegenwoordiger van UHT kunnen zowel door de (fungerend) voorzitter als door de overige commissieleden van de behandelende kamer en de secretaris worden bevraagd.
4. De hoorzitting is in beginsel besloten.

1. Als met toepassing van artikel 7:3 van de Awb wordt afgezien van een hoorzitting, wordt het bezwaarschrift vereenvoudigd behandeld.  
2. Als de secretaris van mening is dat het bezwaarschrift geschikt is voor vereenvoudigde behandeling, legt deze de zaak aan de hand van een voorbereiding voor aan de deelcommissie. De deelcommissie beslist vervolgens of een vereenvoudigde behandeling inderdaad is aangewezen. Als dat zo is, adviseert de deelcommissie op grond van de stukken.  
3. Als de secretaris van mening is dat het bezwaarschrift niet geschikt is voor vereenvoudigde behandeling, draagt hij er zorg voor dat de zaak wordt gepland op een hoorzitting.

1. De vertegenwoordiger van UHT wordt op de hoorzitting in de gelegenheid gesteld om het standpunt van het bestuursorgaan toe te lichten.
2. De vertegenwoordiger van UHT wordt op dezelfde wijze en binnen dezelfde termijn uitgenodigd als de belanghebbende.

1. Als tijdens de hoorzitting blijkt dat nader onderzoek wenselijk is, kan de behandelende kamer besluiten de behandeling van het bezwaarschrift aan te houden voor dit nader onderzoek.
2. Uit het nader onderzoek verkregen informatie van de vertegenwoordiger van UHT of van de belanghebbende wordt in afschrift aan respectievelijk de belanghebbende en de vertegenwoordiger van UHT toegezonden.
3. De vertegenwoordiger van UHT en de belanghebbende kunnen binnen één week na verzending van de nadere informatie een verzoek richten tot het beleggen van een nieuwe hoorzitting. De (fungerend) voorzitter beslist op dit verzoek.
4. Op een nieuwe hoorzitting is deze werkwijze van overeenkomstige toepassing.

1. De secretaris of de juridisch medewerker maakt van de hoorzitting een zakelijk verslag zoals bedoeld in artikel 7:7 van de Awb.
2. Het verslag wordt ondertekend door de (fungerend) voorzitter en de secretaris.

1. Na afloop van de hoorzitting beraadslaagt de deelcommissie met gesloten deuren over het aan het bestuursorgaan uit te brengen advies.
2. De behandelende kamer stelt het advies van de adviescommissie vast bij in ieder geval meerderheid van stemmen. Geen van de leden onthoudt zich van stemming.
3. Als de behandeling van een zaak daartoe aanleiding geeft, kan een deelcommissie besluiten om de leden van een andere deelcommissies te betrekken bij het opstellen van een advies.
4. Er is een plenair overleg (grote raadkamer) waar de coördinerend voorzitter en de voorzitters van de deelcommissies advieslijnen vaststellen en door deelcommissies voorgelegde conceptadviezen bespreken.

1. Het advies, waaraan is gehecht het verslag als bedoeld in artikel 12, wordt door de (fungerend) voorzitter en de secretaris ondertekend en toegezonden aan het bestuursorgaan.
2. Het bestuursorgaan maakt de beslissing op het bezwaar bekend aan de belanghebbende.
3. Bij de beslissing op bezwaar wordt het advies en het verslag van de hoorzitting meegezonden.

De (fungerend) voorzitter oefent voor de toepassing van deze werkwijze de volgende wettelijke bevoegdheden van het bestuursorgaan genoemd in de Awb uit:

1. Artikel 2:1, tweede lid
2. Artikel 7:3, onder c
3. Artikel 7:4
4. Artikel 7:5
5. Artikel 7:13