Ga direct naar de inhoud Ga direct naar de footer

BAC 2023-14929

Advies van de Bezwaarschriftenadviescommissie hersteloperatie toeslagen

Aan: Belastingdienst/Uitvoeringsorganisatie Herstel Toeslagen (hierna: UHT)

Betreft: het bezwaarschrift van belanghebbende

Primair besluit: 19 oktober 2022 met kenmerk UHT-HD CWS

Ontvangst bezwaarschrift: n.v.t.

Hoorzitting: 29 november 2024

Overdracht advies aan UHT: 23 december 2024

Samenvatting

De Bezwaarschriftenadviescommissie (hierna: de Commissie) adviseert UHT om het
bezwaar deels gegrond te verklaren en om een proceskostenvergoeding toe te kennen.

Onderwerp van advies

Het door belanghebbende ingediende bezwaarschrift is gericht tegen de, door UHT d.d. 19 oktober 2023 met kenmerk UHT-HD CWS genomen, definitieve beschikking
aanvullende werkelijke schadevergoeding na advies van de Commissie Werkelijke
Schade (hierna: CWS).

Procesverloop

  • Belanghebbende heeft op 19 november 2019 verzocht om een herbeoordeling van
    de kinderopvangtoeslag (hierna: KOT) over de jaren 2008 en 2009.
  • UHT heeft bij beschikking van 13 oktober 2021 aan belanghebbende een definitief
    compensatiebedrag toegekend van € 40.677.
  • Op 23 november 2021 heeft belanghebbende een verzoek om aanvullende
    schadevergoeding ingediend bij CWS.
  • Op 11 mei 2022 en 30 mei 2022 heeft CWS per e-mail aanvullende vragen
    gesteld aan belanghebbende.
  • Op 24 mei 2022 en 30 mei 2022 heeft gemachtigde per e-mail gereageerd op
    aanvullende vragen van CWS.
  • Op 26 september 2022 heeft CWS haar advies uitgebracht aan UHT.
  • UHT heeft bij beschikking van 19 oktober 2023 met kenmerk UHT-HD CWS het
    CWS advies overgenomen en aan belanghebbende een aanvullende
    schadevergoeding toegekend van € 3.636.
  • Belanghebbende heeft bij brief van 13 november 2023, ingekomen op 7 december
    2023, tegen deze beschikking een bezwaarschrift ingediend.
  • Op 12 december 2023 heeft er een gesprek plaatsgevonden tussen
    belanghebbende en CWS over vervangende opvangkosten, reiskosten, kosten van
    vrije dagen en immateriële schadevergoeding.
  • Op 3 januari 2024 heeft UHT een schriftelijke reactie ingediend.
  • Op 23 oktober 2024 heeft UHT een aanvullende beschouwing ingediend, mede
    gebaseerd op een aanvullend advies van CWS op basis van het nieuwe
    schadekader, waarbij aan belanghebbende een aanvullende vergoeding wordt
    toegekend van € 6.400.
  • Op 29 november 2024 heeft een hoorzitting plaatsgevonden. Van de hoorzitting is
    een verslag gemaakt.

Ontvankelijkheid en algemene opmerkingen

Niet in geschil is dat het bezwaarschrift ontvankelijk is.

Overwegingen ten aanzien van de bezwaren en het bestreden besluit

De Commissie ziet zich gesteld voor de beantwoording van de vraag of UHT de
aanvullende compensatie voor werkelijk geleden schade op de juiste wijze heeft
vastgesteld.


Toetsingskader

In het kader van de hersteloperatie kinderopvangtoeslag biedt de wet gedupeerde ouders de mogelijkheid – naast de (deels) forfaitaire compensatie – ook een verzoek tot vergoeding van aanvullende compensatie voor werkelijke schade te doen. Dit verzoek kan door de gedupeerde ouder worden ingediend bij CWS. Artikel 2.1, derde lid, Wht vermeldt de gang van zaken rondom de indiening van dit verzoek, dat met toepassing van het civielrechtelijke schadevergoedingsrecht wordt beoordeeld (zie ook Afdeling Bestuursrechtspraak 27 september 2023, ECLI:NL:RVS:2023:3620). De gedupeerde ouder dient daarbij informatie te verschaffen waaruit aannemelijk wordt i) dat en in welke mate daadwerkelijk sprake is van aanvullende schade en ii) dat die schade het gevolg is van de handelwijze van B/T waarvoor de ouder al gecompenseerd is.


Omdat CWS is ingesteld om gedupeerde ouders de gang naar de rechter te besparen,
dient de adviesprocedure tegemoet te komen aan de eisen van een eerlijk proces als
bedoeld in artikel 6, lid 1 EVRM.


Nadat CWS heeft beoordeeld of een gedupeerde ouder recht heeft op aanvullende
compensatie, wordt advies uitgebracht aan UHT. UHT mag zich op het onderzoek van
CWS baseren, nadat ze zich ervan vergewist heeft dat het advies zorgvuldig tot stand is
gekomen, de redenering daarin begrijpelijk is en de getrokken conclusies daarop
aansluiten.


UHT kan ter motivering van haar besluit over aanvullende compensatie volstaan met
verwijzing naar het advies van CWS, als het advies zelf de motivering bevat en van het
advies kennis is of wordt genomen. Het is mogelijk dat UHT in uitzonderlijke gevallen tot een beslissing komt die ten nadele van de belanghebbende afwijkt van het advies van CWS, maar dit moet dan goed onderbouwd worden.


In een bezwaarprocedure als de onderhavige beoordeelt de Commissie of UHT op een
juiste wijze invulling heeft gegeven aan de vergewisplicht. Deze toets vindt in beginsel
plaats aan de hand van de door belanghebbende ingediende gronden van het bezwaar.

In het geval UHT in negatieve zin is afgeweken van het advies van CWS, beoordeelt de Commissie of dit goed onderbouwd heeft plaatsgevonden. De Commissie zal aan de hand van deze uitgangspunten beoordelen of UHT zich in dit geval kon baseren op het advies van CWS.

De toekenning is naar het oordeel van de Commissie in lijn met het geldende
beleidskader dat CWS hanteert om vorm en inhoud te geven aan het bepaalde in
voornoemd artikel 2.1 lid 3 Wht.


Afgewezen schadeposten
De overige door belanghebbende opgevoerde schadeposten zijn afgewezen. De CWS
heeft in haar advies, onder aanvoering en uiteenzetting van de daartoe leidende
overwegingen kenbaar gemaakt dat en waarom het zich op het standpunt stelt dat ten
aanzien van de meeste door belanghebbende gestelde schadeposten geen oorzakelijk
verband aannemelijk is geworden tussen de gestelde schade en de problematiek bij de
kinderopvangtoeslag.


De door de CWS op deze onderdelen van het advies ten grondslag gelegde motiveringen acht de Commissie voldoende overtuigend. Er bestond in dit opzicht dan ook geen aanleiding om het advies van CWS op deze punten onjuist te achten. UHT heeft het advies op deze punten kunnen en mogen volgen.


Immateriële schade
Ten aanzien van de post immateriële schade heeft CWS advies ingewonnen bij een, naar zij stelt, onafhankelijk medisch adviseur. Aan deze medisch adviseur is het medisch dossier van belanghebbende ter beschikking gesteld. In het medisch advies met dagtekening 14 augustus 2023, hetgeen aan partijen en de Commissie ter beschikking staat, komt deze medische adviseur tot de conclusie dat uit de medische stukken nergens blijkt dat er een verband is tussen de psychische klachten van belanghebbende en de problemen met de kinderopvangtoeslag. De Commissie ziet geen reden om de juistheid van het medisch advies in twijfel te trekken en is van oordeel dat CWS en UHT zich op dit medisch advies mochten baseren. De Commissie volgt belanghebbende niet in haar stelling dat het medisch advies terzijde zou moeten worden gelegd omdat de medisch adviseur bij het opstellen van zijn advies, niet met haar of haar behandelend psycholoog heeft gesproken. Zoals UHT terecht ter zitting heeft opgemerkt is het te doen gebruikelijk dat een onafhankelijk medisch adviseur een advies uitbrengt op basis van het aanwezige medische dossier. Van bijzondere omstandigheden die een zodanige benadering hier tot een onzorgvuldige voorbereiding van dat advies zouden maken is de Commissie niet gebleken.


Impact op relatie

De UHT ambtenaar deelt ter zitting mee dat er sprake is van het aanzienlijk impact
hebben van de kinderopvangtoeslagproblematiek op de relatie van belanghebbende.
Derhalve kent UHT daarvoor alsnog een bedrag van € 500,- toe. Dit bedrag komt
bovenop de reeds toegekende schadeposten van € 6.400,-. De Commissie gaat er van uit dat UHT deze toezegging bij de uitspraak op bezwaar gestand doet.


Proceskostenvergoeding

Nu het primaire besluit naar de mening van de Commissie dient te worden herroepen en deze herroeping met betrekking tot de ter zitting door UHT toegezegde € 500,- moet worden aangemerkt als het compenseren van een aan het primaire besluit klevende, aan UHT te wijten, onrechtmatigheid, adviseert de Commissie om het verzoek voor vergoeding van de kosten van rechtsbijstand in deze bezwaarprocedure toe te wijzen. Op grond van het Besluit proceskosten bestuursrecht heeft belanghebbende recht op een forfaitaire vergoeding met een wegingsfactor 2. In verband met samenhang stelt de Commissie de vergoeding vast op twee procespunten (bezwaarschrift en verschijnen hoorzitting). Net als in eerdere zaken adviseert de Commissie daarbij de hoogste vergoeding per procespunt toe te kennen.

Conclusie

Samengevat adviseert de Commissie om:

  • het bezwaarschrift gericht tegen de beschikking met kenmerk UHT-HD-CWS
    gedeeltelijk gegrond te verklaren en aan belanghebbende een vergoeding van
    € 6.900,- voor aanvullende schade toe te kennen en uit te keren; en
  • een vergoeding van de proceskosten voor de onderhavige bezwaarprocedure toe
    te kennen van twee procespunten met wegingsfactor twee voor het hoogste
    tarief.

[handtekening]

Secretaris

[handtekening]

Fungerend voorzitter