Ga direct naar de inhoud Ga direct naar de footer

BAC 2023-14166

Advies van de Bezwaarschriftenadviescommissie hersteloperatie toeslagen

Aan: Belastingdienst/Uitvoeringsorganisatie Herstel Toeslagen (hierna: UHT)

Betreft: het bezwaarschrift van belanghebbende

Primair besluit: 19 mei 2022 met kenmerk

Ontvangst bezwaarschrift: 26 juli 2022

Hoorzitting: 25 januari 2024

Overdracht advies aan UHT: 15 februari 2024

Samenvatting

De Bezwaarschriftenadviescommissie (hierna: de Commissie) adviseert UHT om het bezwaar ongegrond te verklaren en het verzoek om een proceskostenvergoeding af te wijzen.

Onderwerp van advies

Het door gemachtigde namens belanghebbende ingediende bezwaarschrift van 26 juli 2022 is gericht tegen de door de Belastingdienst/Uitvoeringsorganisatie Herstel Toeslagen (hierna: UHT) genomen beschikking lichte toets met het hierboven genoemde kenmerk.


Deze beschikking is gebaseerd op het Besluit forfaitair bedrag en verruiming compensatieregeling van 18 maart 2021 (Staatscourant 2021, 14691) gewijzigd bij Besluit uitbreiding Catshuisregeling Kinderopvangtoeslag van 31 mei 2021, (Staatscourant 2021, 28304) (hierna: Catshuisregeling).


Op 5 november 2022 is de Wet hersteloperatie toeslagen (hierna: Wht) in werking getreden (Stb. 2022, 433).


Gelet op artikel 8.6 en artikel 9.2 Wht moet de bestreden beschikking geacht worden te zijn genomen op grond van artikel 2.1 en verder van de Wht.

Procesverloop

  • Belanghebbende heeft verzocht om een herbeoordeling van de kinderopvangtoeslag (hierna: KOT).
  • Bij brief van 19 mei 2022 heeft UHT aan belanghebbende medegedeeld dat zij op basis van de uitgevoerde lichte toets nog geen reden ziet om aan belanghebbende € 30.000 toe te kennen en dat de integrale beoordeling nog moet worden uitgevoerd.
  • Belanghebbende heeft bij brief, ingekomen op 26 juli 2023, bezwaar gemaakt tegen deze beschikking.
  • Op 28 augustus 2023 heeft UHT schriftelijk gereageerd op de bezwaargronden van belanghebbende.
  • Op 24 januari 2024 heeft belanghebbende een aanvullend bezwaarschrift ingediend.
  • Op 25 januari 2024 heeft de Commissie een hoorzitting gehouden in aanwezigheid van partijen.
  • De Commissie heeft het bezwaar van belanghebbende behandeld en het hierna volgende advies aan UHT opgesteld.
  • Op 25 januari 2024 heeft UHT aan gemachtigde en de Commissie de beschikkingen van 21 september 2012, 21 november 2012 en 6 januari 2015 toegestuurd per e-mail.
  • Op 26 januari 2024 heeft gemachtigde daarop per e-mail gereageerd.
  • Op 27 januari 2024 heeft UHT aan gemachtigde per e-mail een brief van 21 juli 2014 met verzoek om informatie over toeslagjaar 2012 en een rappel brief van 25 augustus 2014 toegestuurd.

Ontvankelijkheid en algemene opmerkingen

Niet in geschil is dat het bezwaar ontvankelijk is.

Overwegingen ten aanzien van de bezwaren en het bestreden besluit

De Commissie ziet zich gesteld voor de vraag of UHT terecht en op goede gronden is gekomen tot haar beslissing om het verzoek van belanghebbende om compensatie of tegemoetkoming vooralsnog af te wijzen.


In het kader van de hersteloperatie KOT heeft het kabinet eind 2020 aanvullende maatregelen genomen met als doel ouders sneller recht te kunnen doen. Eén van die maatregelen betreft het uitkeren van een forfaitair bedrag van € 30.000 aan alle gedupeerde ouders die een verzoek voor herstel hebben ingediend, indien het verzoek wordt gehonoreerd.


Zoals uiteen is gezet in artikel 2.7 Wht voorziet die wet in een eenmalige forfaitaire uitkering aan gedupeerde ouders. Deze uitkering is bedoeld voor ouders die een verzoek hebben ingediend of gaan indienen voor compensatie of tegemoetkoming op grond van de Wht, als zij daarvoor in aanmerking komen.


Voor het beoordelen van de vraag of een ouder in aanmerking komt voor toekenning van het bedrag van € 30.000 is voorzien in het uitvoeren van een zogenaamde lichte toets. Na de lichte toets volgt een integrale beoordeling op grond van de Wht.


Bezwaar

Belanghebbende stelt dat de bestreden beslissing van 19 mei 2022 in strijd is met geschreven en ongeschreven rechtsregels en algemene rechtsbeginselen, in het bijzonder artikel 3:2 Awb. Verder zou UHT ten onrechte stellen dat belanghebbende in 2011 geen geld diende terug te betalen en dat B/T hier ook niet om heeft verzocht. Belanghebbende stelt dat zij over de jaren 2012 tot en met 2014 onterecht geld moest terug betalen, waardoor zij recht heeft op compensatie.


Onderzoek lichte toets
De Commissie kan UHT volgen ten aanzien van de motivering van het besluit en de zorgvuldigheid van het hieraan ten grondslag liggende onderzoek. In de schriftelijke reactie heeft UHT aangegeven waarom zij nu geen reden ziet om tot uitkering van
€ 30.000 aan belanghebbende over te gaan. UHT stelt zich op het standpunt dat de beschikking lichte toets wel degelijk voldoende is voorbereid. De uitkomst van de beschikking is vastgesteld aan de hand van de gegevens die UHT tot haar beschikking had waaronder voorschotbeschikkingen, definitieve beschikkingen en wijzigingsmeldingen van de KOT.


Hoewel de beschikking geen uitvoerige motivering bevat, heeft UHT met de schriftelijke reactie van 28 augustus 2023 en diverse documenten waaronder SAS-overzichten en RKT-bestanden alsnog per toeslagjaar voldoende gemotiveerd waarom zij op basis van de lichte toets aan belanghebbende geen € 30.000 heeft toegekend.


Daarnaast heeft UHT in de schriftelijke reactie toegelicht dat in 2011 geen neerwaartse bijstellingen van de KOT hebben plaatsgevonden. In 2012 hebben twee neerwaartse bijstellingen plaatsgevonden. De eerste neerwaartse bijstelling was het gevolg van een stopzetting door belanghebbende van de KOT per 2 juli 2012. De KOT werd hierdoor verlaagd van € 7.994 naar € 2.586. De tweede neerwaartse bijstelling gebeurde na een nieuwe aanvraag voor KOT vanaf 15 oktober 2012. De KOT werd hierdoor uiteindelijk gewijzigd van € 4.465 naar € 3.168. Uit een brief van B/T aan belanghebbende van 21 juli 2014 met verzoek om informatie over toeslagjaar 2012 en een rappel brief van 25 augustus 2014 blijkt dat B/T belanghebbende in de gelegenheid heeft gesteld informatie aan te leveren over toeslagjaar 2012. Uit de systemen van B/T blijkt niet dat belanghebbende de gevraagde informatie heeft aangeleverd.


Voor de jaren 2013 en 2014 blijkt uit de systemen van de Belastingdienst/Toeslagen (hierna: B/T) dat geen gebruik is gemaakt van geregistreerde kinderopvang. In 2013 heeft een neerwaartse bijstelling van de KOT plaatsgevonden als gevolg van een door belanghebbende doorgegeven stopzetting op 14 januari 2013 per 1 januari 2013. De KOT werd hierdoor verlaagd van € 7.476 naar € 0. In 2014 is aan belanghebbende geen KOT toegekend.


Uit het onderzoek door UHT over de jaren 2011 tot en met 2014, blijkt op basis van de beschikbare gegevens dat er geen reden is om aan te nemen dat sprake is van hardheid dan wel vooringenomen handelen door B/T of een onterechte kwalificatie opzet/grove schuld (OGS). De doorgevoerde wijzigingen in de KOT zijn het directe gevolg van de verwerking van informatie die B/T al dan niet van belanghebbende heeft ontvangen. Hier is geen sprake van vooringenomen handelen van B/T, maar van verwerking van de gegevens conform de wet- en regelgeving.


De Commissie stelt vast dat in deze bezwaarprocedure onvoldoende aanknopingspunten zijn om tot een andersluidend oordeel te komen dan UHT. Voor zover een grondiger bestudering tijdens de integrale beoordeling tot de conclusie leidt dat belanghebbende toch als gedupeerde kan worden aangemerkt, kan alsnog worden overgegaan tot compensatie. Dit heeft echter geen gevolgen voor het besluit over de lichte toets waartegen in onderhavige procedure in bezwaar is gekomen.


Het vorenstaande brengt mee dat de Commissie UHT zal adviseren het bezwaar ongegrond te verklaren.

Conclusie

Samenvattend is de Commissie van oordeel dat UHT blijkens aller ter zake overgelegde stukken voldoende zorgvuldig onderzoek heeft uitgevoerd in het kader van de lichte toets en adviseert de Commissie UHT om:

  • het bezwaarschrift ongegrond te verklaren, de bestreden beschikking in stand te laten en geen proceskostenvergoeding toe te kennen.

[handtekening]

Secretaris

[handtekening]

Fungerend voorzitter