Ga direct naar de inhoud Ga direct naar de footer

BAC 2023-13207

Advies van de Bezwaarschriftenadviescommissie hersteloperatie toeslagen

Aan: Belastingdienst/Uitvoeringsorganisatie Herstel Toeslagen (hierna: UHT)

Betreft: het bezwaarschrift van [belanghebbende]

Primair besluit: 6 maart 2023 met kenmerk UHT-DCHA

Ontvangst bezwaarschrift: 11 april 2023

Hoorzitting: 13 januari 2025

Overdracht advies aan UHT: 21 januari 2025

Samenvatting

De Bezwaarschriftenadviescommissie (hierna: de Commissie) adviseert UHT om het
bezwaar ongegrond te verklaren, de bestreden beschikking in stand te laten en geen
proceskostenvergoeding toe te kennen.

Onderwerp van advies

Het door [gemachtigde] namens belanghebbende ingediende bezwaarschrift is gericht tegen de door UHT genomen definitieve beschikking beoordeling kinderopvangtoeslag.


Aan belanghebbende is met toepassing van de Wet hersteloperatie toeslagen (hierna:
Wht) geen compensatie toegekend over de toeslagjaren 2005 tot en met 2019.

Procesverloop

  • Belanghebbende heeft op 7 januari 2022 verzocht om een herbeoordeling van de
    kinderopvangtoeslag (hierna: KOT) over de toeslagjaren 2011 tot en met 2013.
    De herbeoordeling is uitgevoerd over de toeslagjaren 2005 tot en met 2019.
  • UHT heeft bij beschikking van 23 juni 2022 met kenmerk UHT CHR GU aan
    belanghebbende meegedeeld dat zij niet in aanmerking komt voor een betaling
    van € 30.000.
  • UHT heeft bij de bestreden beschikking met kenmerk UHT-DCHA aan
    belanghebbende meegedeeld dat zij geen recht heeft op compensatie over de
    toeslagjaren 2005 tot en met 2019.
  • Gemachtigde heeft bij brief van 11 april 2023 tegen deze beschikking een
    bezwaarschrift ingediend.
  • UHT heeft op 28 juni 2024 schriftelijk gereageerd op het bezwaarschrift.
  • Op 13 januari 2025 heeft een hoorzitting plaatsgevonden. Van de hoorzitting is
    een verslag gemaakt, dat achter het advies is gevoegd
  • De Commissie, bestaande uit [voorzitter] en [leden], heeft het bezwaar
    behandeld en dit advies uitgebracht.

Ontvankelijkheid en algemene opmerkingen

Niet in geschil is dat het bezwaarschrift ontvankelijk is.

Overwegingen ten aanzien van de bezwaren en het bestreden besluit

De Commissie ziet zich gesteld voor de vraag of UHT terecht en op goede gronden is
gekomen tot haar beslissing om het verzoek van belanghebbende om compensatie of een tegemoetkoming af te wijzen.

Afwijzing compensatie
Belanghebbende verkeerde in de veronderstelling dat de kinderopvanginstelling een
aanvraag KOT voor de jaren 2012, 2013 en 2014 had ingediend bij de
Belastingdienst/Toeslagen (hierna: B/T). Zij ging ervan uit dat het bedrag dat zij aan de
kinderopvanginstelling betaalde de eigen bijdrage was en dat B/T maandelijks de rest
van de kinderopvangkosten aan de kinderopvanginstelling voldeed. Achteraf bleek dat
geen KOT is aangevraagd en dat belanghebbende het volledige bedrag aan
kinderopvangkosten heeft betaald aan de kinderopvanginstelling. Zij stelt dat zij destijds recht had op KOT. UHT stelt dat belanghebbende geen aanspraak kan maken op een compensatieregeling, omdat destijds geen aanvraag is ingediend voor KOT.


Belanghebbende stelt dat zij een afspraak had met de kinderopvanginstelling dat KOT
voor haar zou worden aangevraagd. De Commissie gaat ervan uit dat dit inderdaad het
geval is, maar dat die aanvraag door de kinderopvanginstelling niet is ingediend bij B/T. Aangezien de aanvraag de verantwoordelijkheid van belanghebbende is en blijft, wordt ervan uitgegaan dat belanghebbende geen aanvraag voor KOT heeft gedaan. Voor deze gang van zaken is B/T niet aansprakelijk, omdat zij geheel buiten de afspraak tussen belanghebbende en de kinderopvanginstelling stond. Belanghebbende heeft ter zitting nog gesteld dat zij in haar aangiftebiljet voor de inkomstenbelasting heeft vermeld dat zij een eigen bijdrage voor KOT betaalde en dat B/T daarom ervan op de hoogte was dat zij kinderopvang genoot. Het door belanghebbende ter zitting gestelde kan echter, gelet op de op deze procedure toepasselijke wetgeving, niet ertoe leiden dat zij compensatie of een tegemoetkoming ontvangt. De Wht biedt herstel ten aanzien van onrechtmatige verlagingen en verrekeningen van KOT. Omdat hiervan in haar geval geen sprake is, kan het betoog van belanghebbende dat B/T op de hoogte was/had moeten zijn van het feit dat zij kinderopvang genoot er niet toe leiden dat zij als gedupeerde moet worden aangemerkt. De Commissie adviseert UHT het bezwaar van belanghebbende daarom
ongegrond te verklaren.

Verzoek toekennen KOT met terugwerkende kracht
Belanghebbende verzoekt om het bezwaarschrift tevens te beschouwen als een aanvraag met terugwerkende kracht voor het toekennen van KOT over de toeslagjaren 2012, 2013 en 2014.

De Commissie overweegt dat de Wht is bedoeld voor herstel van vooringenomen
handelen, hardheid of een onterechte O/GS-kwalificatie. Een beoordeling van het verzoek om het met terugwerkende kracht toekennen van KOT valt buiten de reikwijdte van de Wht en daarmee buiten de bevoegdheid van de Commissie. De Commissie adviseert UHT zorg te dragen dat het verzoek van belanghebbende door het juiste onderdeel van de Dienst Toeslagen in behandeling wordt genomen.

Proceskostenvergoeding
Nu de Commissie niet adviseert de bestreden beschikking te herroepen, bestaat geen aanleiding een vergoeding van de proceskosten toe te kennen.

Conclusie

Samengevat adviseert de Commissie om het bezwaar ongegrond te verklaren en:

  • de bestreden beschikking in stand te laten;
  • geen proceskostenvergoeding toe te kennen.

    [handtekening]

    Secretaris

    [handtekening]

    Fungerend voorzitter