Ga direct naar de inhoud Ga direct naar de footer

BAC 2023-12632

Advies van de Bezwaarschriftenadviescommissie hersteloperatie toeslagen

Aan: Belastingdienst/Uitvoeringsorganisatie Herstel Toeslagen (hierna: UHT)

Betreft: het bezwaarschrift van [belanghebbende]

Primair besluit: 10 januari 2022 (UHT-DC I)

Hoorzitting: 18 december 2024 om 14:15 uur

Overdracht advies aan UHT: 23 januari 2025

Samenvatting

De Bezwaarschriftenadviescommissie (hierna: de Commissie) adviseert UHT om het
bezwaar gedeeltelijk gegrond te verklaren, de compensatieberekening aan te passen, en wettelijke rente en een proceskostenvergoeding toe te kennen.

Onderwerp van advies

Het door gemachtigde namens belanghebbende ingediende bezwaarschrift is gericht tegen de door UHT genomen definitieve beschikking compensatie kinderopvangtoeslag.

Aan belanghebbende is met toepassing van de Compensatieregeling CAF 11 en
vergelijkbare (CAF-)zaken van 28 augustus 2020 (Stcrt. 2020, nr. 45904; hierna:
Compensatieregeling) compensatie toegekend voor een bedrag van € 25.464,- voor het jaar 2009.

Op 5 november 2022 is de Wet van 2 november 2022 houdende regels ten behoeve van de hersteloperatie toeslagen (Wet hersteloperatie toeslagen, hierna: Wht) in werking getreden. Gelet op het bepaalde in de artikelen 8.6 en 9.2 Wht moet de bestreden beschikking geacht worden te zijn genomen op grond van artikel 2.1 en verder van de Wht.

Procesverloop

  • Belanghebbende heeft op 1 juni 2020 verzocht om een herbeoordeling van de
    kinderopvangtoeslag (hierna: KOT) over het jaar 2009.
  • UHT heeft bij beschikking van 24 februari 2021 aan belanghebbende meegedeeld
    dat zij wel in aanmerking komt voor een betaling van € 30.000,-.
  • UHT heeft bij vooraankondiging van 14 april 2021 aan belanghebbende een
    compensatie toegekend voor een bedrag van € 24.385,-.
  • UHT heeft bij de bestreden beschikking van 10 januari 2022 aan belanghebbende
    een compensatie toegekend voor een bedrag van € 25.464,-.
  • Gemachtigde heeft bij brief van 15 maart 2023, ingekomen op 15 maart 2023,
    tegen deze beschikking een bezwaarschrift ingediend.
  • Gemachtigde heeft bij brief van 13 november 2024 het bezwaarschrift aangevuld.
  • UHT heeft op 2 april 2024 schriftelijk gereageerd op het bezwaarschrift.
  • Op 18 december 2024 heeft een hoorzitting plaatsgevonden.

Ontvankelijkheid en algemene opmerkingen

Niet in geschil is dat het bezwaarschrift ontvankelijk is.

Overwegingen ten aanzien van de bezwaren en het bestreden besluit

De Commissie ziet zich gesteld voor de vraag of UHT de toegekende compensatie op de juiste wijze heeft berekend.

Vergoeding voor juridische kosten en Rentevergoeding voor gemiste KOT
UHT stelt zich op het standpunt dat de vergoeding voor juridische kosten en de
rentevergoeding voor gemiste KOT onjuist zijn berekend. De vergoeding voor juridische kosten zal daarom in de beschikking op bezwaar worden aangepast van € 1.496,- naar € 1.750,-. De rentevergoeding voor gemiste KOT wordt aangepast van € 3.648,- naar € 3.655,-. Belanghebbende kan zich hierin vinden. Ook de Commissie neemt hiervan met instemming kennis en zal dienovereenkomstig adviseren.

Vergoeding voor immateriële schade
Belanghebbende betoogt dat de einddatum van de vergoeding voor immateriële schade 10 januari 2022 (de datum van de bestreden beschikking) had moeten zijn in plaats van 3 januari 2022.

UHT stelt zich op het standpunt dat de vergoeding voor immateriële schade ingevolge
artikel 2.3 lid 4 Wht niet hoger kan zijn dan het bedrag dat belanghebbende eerder
moest terugbetalen of niet heeft gekregen (component c). Dit standpunt acht de
Commissie juist.. De vergoeding voor immateriële schade is daarom terecht vastgesteld op € 8.856,-. Op de hoorzitting is besproken dat belanghebbende zich hierin, met deze uitleg, kan vinden.

Vertrouwensbeginsel
Ten aanzien van het beroep van belanghebbende op het vertrouwensbeginsel in het
kader van de belastingaanslagen met aanslagnummer 1461.06.842.H16.01 en
aanslagnummer 1461.06.842.W.16.01.4 over het jaar 2021 overweegt de Commissie het volgende.

Op de hoorzitting heeft belanghebbende verteld dat zij op 17 februari 2021 een
WhatsApp bericht heeft gekregen van haar persoonlijk zaakbehandelaar. Daaraan heeft zij het vertrouwen ontleend dat zij de betreffende aanslagen niet hoefde te betalen. De Commissie is zich ervan bewust dat de gevolgen hiervan voor belanghebbende zeer ongelukkig zijn.

De Commissie acht zich echter niet bevoegd hierover te adviseren. Ingevolge artikel 3,
tweede lid, onder a van de Instellingsregeling Bezwaarschriftenadviescommissie
hersteloperatie toeslagen heeft de Commissie tot taak: het adviseren van de
Belastingdienst/Toeslagen over de bezwaren tegen beschikkingen die gegeven zijn op
grond van de artikelen 2.1, 2.4 tot en met 2.6 en 2.9, eerste lid van de Wht. De
onderhavige belastingaanslagen maken geen deel uit van de taakstelling van de
Commissie.

De Commissie begrijpt dat dit voor belanghebbende onbevredigend is. Zij is immers
opzoek naar een instantie om dit te kunnen voorleggen. De Commissie kan echter niet
buiten haar bevoegdheden adviseren.

Wettelijke rente
Belanghebbende heeft verzocht om vergoeding van de wettelijke rente.
De Commissie overweegt dat UHT ingevolge artikel 4:102 lid 2 Algemene wet
bestuursrecht wettelijke rente dient toe te kennen over in bezwaar alsnog toegekende
extra compensatie.

Proceskostenvergoeding
Nu het primaire besluit naar de mening van de Commissie dient te worden herroepen,
adviseert de Commissie om het verzoek voor vergoeding van de kosten van
rechtsbijstand in deze bezwaarprocedure toe te wijzen. Op grond van het Besluit
proceskosten bestuursrecht heeft belanghebbende recht op een forfaitaire vergoeding op basis van 2 procespunten (bezwaarschrift en verschijnen hoorzitting) met een
wegingsfactor 2. Net als in eerdere zaken adviseert de Commissie daarbij de hoogste
vergoeding per procespunt toe te kennen

Conclusie

Samengevat adviseert de Commissie om het bezwaar gedeeltelijk gegrond te verklaren,
het bestreden besluit in zoverre te herroepen en om:

  • De compensatieberekening als volgt aan te passen:
    o Component k voor 2009 aan te passen naar een bedrag van € 1.750,-;
    o Component m voor 2009 aan te passen naar een bedrag van € 3.655,-;
    o Component n voor 2009 (aanvullende vergoeding 1%) opnieuw te
    berekenen.
    o Wettelijke rente toe te kennen over de in bezwaar alsnog toegekende extra
    compensatie;
  • een vergoeding van de proceskosten voor de onderhavige bezwaarprocedure toe
    te kennen van twee procespunten met wegingsfactor twee voor het hoogste
    tarief.

[handtekening]

Secretaris

[handtekening]

Fungerend voorzitter