Ga direct naar de inhoud Ga direct naar de footer

BAC 2023-11450

Samenvatting

De Bezwaarschriftenadviescommissie (hierna: de Commissie) adviseert UHT om het bezwaar gedeeltelijk gegrond te verklaren en de bestreden beschikking deels te herroepen. Bovendien adviseert de Commissie tot toekenning van een proceskostenvergoeding. Ter zitting van 17 augustus 2023 werd besproken dat UHT een voorstel zou doen voor de gevorderde inkomens- en pensioenschade van 28 september 2021 tot aan de pensioengerechtigde leeftijd. De Commissie heeft vernomen dat er inmiddels overeenstemming is bereikt tussen belanghebbende en UHT over deze schadepost. UHT zal belanghebbende een bedrag van €28.500 betalen. De Commissie acht dit bezwaarpunt gegrond. Met betrekking tot de stellingen van belanghebbende dat ze gedwongen was om auto’s en sieraden te verkopen, is de Commissie van mening dat het onvoldoende aannemelijk is dat belanghebbende als gevolg van de verkoop van de auto’s en sieraden materiële schade heeft geleden. Op deze punten adviseert de Commissie om het bezwaar als ongegrond te verklaren. Daarnaast kan de Commissie het standpunt van CWS volgen dat de beweerde kosten voor het inschakelen van boekhouders niet aannemelijk zijn. De Commissie adviseert om het bezwaar op dit punt ongegrond te verklaren. Verder is volgens belanghebbende de schade als gevolg van het afsluiten van leningen hoger dan het bedrag dat door CWS daarvoor is toegekend. De Commissie acht het bezwaar op dit punt ongegrond. Dit komt omdat belanghebbende niet aannemelijk heeft gemaakt dat er meer (rente)kosten gepaard zijn gegaan met de verschillende leningen dan door CWS is begroot. De Commissie adviseert UHT om het advies van CWS te volgen.

Advies