BAC 2022-8657
Publicatiedatum 07-05-2025
Advies van de Bezwaarschriftenadviescommissie hersteloperatie toeslagen
Aan: Belastingdienst/Uitvoeringsorganisatie Herstel Toeslagen (hierna: UHT)
Betreft: het bezwaarschrift van [belanghebbende]
Primair besluit: 13 mei 2022, kenmerk UHT-DC I
Ontvangst bezwaarschrift: 24 juni 2022 (Pro forma bezwaar)
Hoorzitting: n.v.t.
Overdracht advies aan UHT: 28 oktober 2022
Samenvatting
De Bezwaarschriftenadviescommissie (hierna: de Commissie) adviseert de uitvoeringsorganisatie om het bezwaarschrift in de onderhavige zaak niet-ontvankelijk te verklaren, omdat de bezwaargronden ontbreken.
Onderwerp van advies
Het door de gemachtigde namens belanghebbende ingediende bezwaarschrift is gericht tegen de door de uitvoeringsorganisatie genomen ‘Definitieve beschikking compensatie kinderopvangtoeslag’ van 13 mei 2022, met kenmerk UHT-DC-I.
De Commissie, bestaande uit de voorzitter en twee leden, heeft het bezwaarschrift behandeld in haar vergadering van 27 oktober 2022.
Ontvankelijkheid en algemene opmerkingen
Allereerst dient te worden vastgesteld of het bezwaarschrift voldoet aan de eisen voor ontvankelijkheid.
Om een bezwaarschrift in behandeling te kunnen nemen is (wettelijk) vereist dat het een concrete bezwaargrond bevat. Een belanghebbende kan er niet mee volstaan mede te delen dat hij het niet eens is met een bepaald besluit zonder te vermelden op welke punten en waarom hij het niet eens is met dat besluit.
De gemachtigde heeft in het (pro forma) bezwaarschrift van 20 juni 2022 aangegeven het oneens te zijn met het bestreden besluit, en gevraagd om een termijn waarbinnen nadere gronden kunnen worden ingediend.
Op 19 augustus 2022 heeft de Commissie bij brief de gemachtigde een termijn van vier weken gegeven tot 16 september 2022. De gemachtigde heeft van deze gelegenheid geen gebruik gemaakt.
Op 21 september 2022 heeft de Commissie de gemachtigde een bericht gestuurd dat de termijn voor het aanvoeren van gronden is overschreden en de gemachtigde verzocht om de aanvullende gronden uiterlijk op 19 oktober 2022 in te dienen.
In beide brieven is de gemachtigde erop gewezen dat het bezwaarschrift niet-ontvankelijk kan worden verklaard, indien de gronden niet tijdig worden aangevoerd.
De gemachtigde schreef vervolgens op 27 september 2022 dat hij niet in staat was de gronden van bezwaar aan te voeren, omdat er reeds geruime tijd geen contact was met belanghebbende en deze nergens op reageert. Daarnaast schreef de gemachtigde overigens zelf geen gronden voor bezwaar te zien, echter niet bevoegd te zijn het bezwaar in te trekken.
Vervolgens is de termijn van 19 oktober 2022 verstreken zonder dat (namens) belanghebbende bezwaargronden zijn aangevoerd.
De Commissie stelt vast dat belanghebbende ruimschoots de gelegenheid is geboden het bezwaarschrift met inhoudelijke gronden aan te vullen.
De Commissie constateert dat belanghebbende/gemachtigde niet kenbaar heeft gemaakt wat de bezwaargronden zijn tegen het bestreden besluit. Derhalve komt de Commissie tot de conclusie dat het bezwaarschrift niet voldoet aan de eisen voor ontvankelijkheid en zal zij de uitvoeringsorganisatie dan ook adviseren het bezwaar niet-ontvankelijk te verklaren.
Conclusie
De Commissie adviseert UHT het bezwaarschrift wegens het ontbreken van de bezwaargronden niet-ontvankelijk te verklaren.
[handtekening]
Secretaris
[handtekening]
Fungerend voorzitter