Ga direct naar de inhoud Ga direct naar de footer

BAC 2022-7280

Advies van de Bezwaarschriftenadviescommissie hersteloperatie toeslagen

Aan: Belastingdienst/Uitvoeringsorganisatie Herstel Toeslagen (hierna: UHT)

Betreft: het bezwaarschrift van [belanghebbende]

Primair besluit: 9 februari 2022 met kenmerk UHT-B DMB2

Ontvangst bezwaarschrift: 24 maart 2022

Overdracht advies aan UHT: 14 juli 2022

Samenvatting

De Bezwaarschriftenadviescommissie (hierna: de Commissie) adviseert de UHT
de integrale beoordeling van de compensatie zo spoedig mogelijk af te ronden.
Voorts adviseert de Commissie het bezwaar tegen de toekenning van € 30.000
kennelijk ongegrond te verklaren en belanghebbende te laten weten dat dit
geen gevolgen heeft voor de integrale beoordeling.

Onderwerp van advies

Het bezwaarschrift van (belanghebbende) is gericht tegen de beschikking herbeoordeling kinderopvangtoeslag van 9 februari 2022 met kenmerk UHTB DMB2 van de Belastingdienst/Toeslagen/Uitvoeringsorganisatie Herstel Toeslagen (hierna: UHT).

Bij de voormelde beschikking heeft UHT aan belanghebbende een compensatiebedrag
toegekend ter hoogte van € 30.000. Deze beschikking is gebaseerd op de
Catshuisregeling Kinderopvangtoeslag van 31 mei 2021.

De Commissie, bestaande uit [voorzitter] en [leden], heeft het bezwaarschrift behandeld in haar vergadering van 14 juli 2022.

Gronden van bezwaar

De gronden van bezwaar luiden – samengevat – als volgt.

In het bezwaarschrift geeft belanghebbende aan dat het toegekende bedrag van € 30.000 niet haar werkelijke schade dekt. Belanghebbende is zakelijk getroffen. Vanwege het feit dat de gedupeerde ouders die bij haar kinderopvang waren aangesloten, de kosten niet meer konden betalen, heeft dit geleid tot het sluiten van de kinderopvang. Voorts heeft belanghebbende evenals haar kinderen emotioneel en fysiek geleden onder de situatie, derhalve immateriële schade opgelopen.

Toepasselijke wet- en regelgeving

  • Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb);
  • Algemene wet inkomensafhankelijke regelingen (hierna: Awir);
  • Verzamelbesluit Toeslagen van 17 april 2020 (Staatscourant2020, 22720);
  • Besluit Compensatieregeling CAF 11 en vergelijkbare (CAF-)zaken (hierna:
    Compensatieregeling), gedateerd:
    • o 6 december 2019, Staatscourant 9 december 2019, 66172;
    • o 20 mei 2020, Staatscourant 26 mei 2020, 28700;
    • o 28 augustus 2020, Staatscourant 7 september 2020, 45904;
  • Besluit proceskosten bestuursrecht van 22 december 1993 (hierna: Besluit proceskosten);
  • Besluit forfaitair bedrag en verruiming compensatieregeling van 18 maart 2021
    (Staatscourant 2021, 14691) gewijzigd bij Besluit uitbreiding Catshuisregeling
    Kinderopvangtoeslag van 31 mei 2021, (Staatscourant 2021, 28304) (hierna:
    Catshuisregeling).

Ontvankelijkheid

Het bezwaarschrift is tijdig ingediend en ontvangen, en voldoet aan de daaraan te stellen eisen.

Overwegingen ten aanzien van de bezwaren en het bestreden besluit

De Commissie is van oordeel dat belanghebbende met het indienen van dit
bezwaarschrift heeft willen bewerkstelligen dat zij voor meer compensatie in aanmerking komt. Echter heeft zij daarmee ook formeel bezwaar gemaakt tegen het besluit waarin het minimum bedrag van € 30.000 is toegekend.

De Commissie constateert dat de belanghebbende door de UHT is aangemerkt als
gedupeerde in de toeslagenaffaire en ziet in het bezwaarschrift geen grond voor het
oordeel dat de Catshuisregeling niet correct is uitgevoerd.
Het uitkeren van het bedrag van € 30.000 is gebaseerd op de Catshuisregeling. Het
Kabinet heeft deze regeling vastgesteld om de UHT in staat te stellen gedupeerde ouders snel (voor een gedeelte) te compenseren.

Na toekenning van dit bedrag zal de UHT op een later moment het definitieve bedrag aan compensatie of tegemoetkoming op grond van een van de herstelregelingen, bedoeld in onderdeel 2.1 van de Catshuisregeling vaststellen. Belanghebbende behoeft daarvoor geen actie te ondernemen. Tegen deze definitieve beschikking kan bezwaar worden gemaakt.

Indien belanghebbende daarnaast voor aanvullende compensatie voor werkelijke schade in aanmerking wil komen, moet zij daarvoor een verzoek indienen bij UHT.
Hoewel het bezwaarschrift zich richt tegen de voormelde beschikking, bevat het geen
bezwaren tegen toekenning van dat bedrag, maar uitsluitend een verzoek om meer
compensatie.

Het bezwaarschrift van belanghebbende is in die zin kennelijk ongegrond. Derhalve heeft de Commissie met toepassing van artikel 7:3 Awb van het horen van belanghebbende afgezien.

Advies

De Commissie adviseert het bezwaar tegen de toekenning van € 30.000 kennelijk
ongegrond te verklaren en de integrale beoordeling van de compensatie zo spoedig
mogelijk af te ronden.

[handtekening]

Secretaris

[handtekening]

Fungerend voorzitter