BAC 2022-3980
Publicatiedatum 13-06-2024
Advies van de Bezwaarschriftenadviescommissie hersteloperatie toeslagen
Aan: Belastingdienst/Uitvoeringsorganisatie Herstel Toeslagen (hierna: UHT)
Betreft: het bezwaarschrift van [belanghebbende]
Primair besluit: 23 juni 2021
Ontvangst bezwaarschrift: 17 juli 2021
Hoorzitting: n.v.t.
Overdracht advies aan UHT: 8 april 2022
Samenvatting
De Bezwaarschriftenadviescommissie (hierna: de Commissie) adviseert de UHT om de integrale beoordeling van de compensatie in gang te zetten. Voorts adviseert de Commissie om het bezwaar tegen de toekenning van € 30.000 kennelijk ongegrond te verklaren en om aan belanghebbende te laten weten dat dit geen gevolgen heeft voor de integrale beoordeling.
Onderwerp van advies
Het bezwaarschrift van [belanghebbende], namens haar ingediend door [gemachtigde], is ontvangen op 24 januari 2022 en is gericht tegen de beschikking ‘U krijgt 30.000 euro van ons’ van 17 juli 2021 (CAP/UCF/21/275 UHT-B DMB2) van de Belastingdienst/Toeslagen/Uitvoeringsorganisatie Herstel Toeslagen (hierna: UHT).
Deze beschikking is gebaseerd op het Besluit forfaitair bedrag en verruiming compensatieregeling van 18 maart 2021 (Staatscourant 2021, 14691), gewijzigd bij Besluit uitbreiding Catshuisregeling Kinderopvangtoeslag van 31 mei 2021, (Staatscourant 2021, 28304).
Bij de voormelde beschikking heeft UHT aan belanghebbende een compensatiebedrag toegekend ter hoogte van € 30.000.
De Commissie, bestaande uit [voorzitter] en [leden], heeft het bezwaarschrift behandeld in haar vergadering van 1 april 2022.
Gronden van bezwaar
Belanghebbende is van mening dat er geen althans niet voldoende rekening is gehouden met haar persoonlijke situatie. Gemachtigde verzoekt om toezending van het procesdossier.
Toepasselijke wet- en regelgeving
- Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb);
- Algemene wet inkomensafhankelijke regelingen (hierna: Awir);
- Verzamelbesluit Toeslagen van 17 april 2020 (Staatscourant2020, 22720);
- Besluit Compensatieregeling CAF 11 en vergelijkbare (CAF-)zaken (hierna:
Compensatieregeling), gedateerd:- 6 december 2019, Staatscourant 9 december 2019, 66172;
- 20 mei 2020, Staatscourant 26 mei 2020, 28700;
- 28 augustus 2020, Staatscourant 7 september 2020, 45904;
- Besluit proceskosten bestuursrecht van 22 december 1993 (hierna: Besluit proceskosten);
- Besluit forfaitair bedrag en verruiming compensatieregeling van 18 maart 2021
(Staatscourant 2021, 14691) gewijzigd bij Besluit uitbreiding Catshuisregeling
Kinderopvangtoeslag van 31 mei 2021, (Staatscourant 2021, 28304) (hierna:
Catshuisregeling).
Ontvankelijkheid
De Commissie acht het bezwaarschrift tijdig te zijn ingediend. Voor haar overwegingen met betrekking tot dit onderwerp verwijst zij naar een eerder uitgebracht advies (BAC 2020-059).
Overwegingen ten aanzien van het bezwaarschrift en het bestreden besluit
Het uitkeren van het forfaitair bedrag van € 30.000 is gebaseerd op de Catshuisregeling. Het Kabinet heeft deze regeling vastgesteld om UHT in staat te stellen gedupeerde ouders sneller (voor een gedeelte) te compenseren. Na toekenning van het forfaitaire bedrag zal UHT op een later moment het definitieve bedrag aan compensatie of tegemoetkoming op grond van een van de herstelregelingen, bedoeld in onderdeel 2.1 van de Catshuisregeling, bij beschikking vaststellen. Belanghebbende behoeft daarvoor geen actie te ondernemen. Tegen dit definitieve bedrag kan bezwaar worden gemaakt. Indien belanghebbende daarnaast voor aanvullende compensatie voor werkelijke schade in aanmerking wil komen, moet belanghebbende daarvoor een verzoek indienen bij UHT.
Het bezwaarschrift is gericht tegen het besluit van 17 juli 2021 waarbij aan belanghebbende op grond van de Catshuisregeling het forfaitaire bedrag van € 30.000 wordt toegekend. Het bezwaarschrift bevat geen gronden tegen de toekenning van dat bedrag, maar uitsluitend tegen het feit dat er geen althans onvoldoende rekening gehouden is met de persoonlijke situatie van belanghebbende. Deze grond geeft de Commissie geen reden om te oordelen dat belanghebbende het bedrag van € 30.000
ten onrechte heeft ontvangen of dat de Catshuisregeling niet goed is uitgevoerd.
Het bezwaarschrift is in die zin kennelijk ongegrond. De Commissie heeft met toepassing van artikel 7:3, aanhef en onder b, van de Awb, van het horen van belanghebbende afgezien. Aan het verzoek van gemachtigde om toezending van het procesdossier behoeft dan ook niet te worden voldaan.
De Commissie wijst UHT, wellicht ten overvloede, op het belang van belanghebbende bij een integrale beoordeling waarbij aandacht aan haar persoonlijke situatie zal worden besteed.
Advies
De Commissie adviseert het bezwaar tegen het bestreden besluit van UHT waarbij aan
belanghebbende € 30.000 is toegekend kennelijk ongegrond te verklaren en de integrale beoordeling van de compensatie zo spoedig mogelijk in gang te zetten.
[handtekening]
Secretaris
[handtekening]
Fungerend voorzitter