BAC 2022-3773
Publicatiedatum 14-06-2024
Advies van de Bezwaarschriftenadviescommissie hersteloperatie toeslagen
Aan: Belastingdienst/Uitvoeringsorganisatie Herstel Toeslagen (hierna: UHT)
Betreft: het bezwaarschrift van [belanghebbende]
Primair besluit: 6 augustus 2021 met kenmerk UHT-DC-I
Ontvangst bezwaarschrift: 24 september 2021
Hoorzitting: 18 augustus 2022
Overdracht advies aan UHT: 29 september 2022
Samenvatting
De Bezwaarschriftenadviescommissie (hierna: de Commissie) adviseert UHT om het bezwaar in de onderhavige zaak ongegrond te verklaren.
Onderwerp van advies
Het door [gemachtigde] namens [belanghebbende] ingediende bezwaarschrift is gericht tegen de door de Belastingdienst/Uitvoeringsorganisatie Herstel Toeslagen (hierna: UHT) genomen definitieve compensatiebeschikking kinderopvangtoeslag 2009 van 6 augustus 2021, met kenmerk UHT-DC-I.
Aan belanghebbende is over toeslagjaar 2009 een compensatievergoeding van € 15.655 toegekend omdat bij de beoordeling van de kinderopvangtoeslag fouten zijn gemaakt. Op grond van de Catshuisregeling is het vastgestelde compensatiebedrag aangevuld tot € 30.000.
Procesverloop
- Op 17 december 2019 heeft belanghebbende de Belastingdienst verzocht haar persoonlijk dossier over de jaren 2007 tot en met 2010 aan haar te doen toekomen.
- Op 31 januari 2020 heeft zij een verzoek herbeoordeling gedaan voor de jaren
2007 tot en met 2010. - Bij brief van 24 februari 2020 heeft de Belastingdienst belanghebbende medegedeeld dat haar melding bij Toeslagen in goede orde is ontvangen.
- Bij brief van 21 november 2020, met kenmerk UHT-750-1, is aan belanghebbende medegedeeld dat zij een eenmalige tegemoetkoming van € 750 ontvangt, omdat zij lang heeft moeten wachten op de beoordeling van haar situatie.
- Bij brief van 27 april 2021, met kenmerk UHT-B DMB2, is aan belanghebbende medegedeeld dat zij in aanmerking komt voor € 30.000 op grond van de Catshuisregeling.
- De Commissie van Wijzen heeft op 10 mei 2021 geoordeeld dat er over de toeslagjaren 2007, 2008 en 2010 geen sprake is van institutioneel vooringenomen handelen. Daarom zijn de compensatieregeling van artikel 49b van de Awir en de hardheidscompensatie van artikel 49 van de Awir voor die jaren niet van toepassing. Voor toeslagjaar 2009 is de compensatieregeling evenwel van toepassing.
- Bij definitieve beschikking van 6 augustus 2021 met kenmerk UHT-DC-I is aan belanghebbende compensatie toegekend voor toeslagjaar 2009, omdat de Belastingdienst fouten heeft gemaakt bij de beoordeling van de kinderopvangtoeslag over dit jaar.
- Gemachtigde heeft namens belanghebbende bezwaar gemaakt tegen de definitieve beschikking van 6 augustus 2021.
- Op 7 juni 2022 heeft de UHT een schriftelijke reactie opgesteld.
- Op 18 augustus 2022 heeft de Commissie een hoorzitting gehouden in aanwezigheid van de belanghebbende en de UHT. Van deze hoorzitting is een verslag gemaakt.
- Op 5 september 2022 heeft gemachtigde per e-mailbericht te kennen gegeven dat de ter zitting verstrekte aanvullende stukken niet tot nadere opmerkingen hebben geleid.
- De termijn voor de beslissing op bezwaar is, met instemming van de gemachtigde van belanghebbende, verlengd tot 1 oktober 2022.
Ontvankelijkheid en algemene opmerkingen
Het bezwaarschrift is te laat ingediend en ontvangen, maar deze termijnoverschrijding is – mede gelet op de uitzonderlijke situatie van de toeslagenaffaire – verschoonbaar. Het bezwaar voldoet verder aan de andere wettelijke eisen en is ontvankelijk
Overwegingen ten aanzien van de bezwaren en het bestreden besluit
WSNP
De Commissie is zich bewust van de grote impact die het WSNP-traject op het leven van belanghebbende heeft gehad en het gevoel van onrechtvaardigheid dat leeft bij
belanghebbende. Zij heeft jarenlang met haar gezin van een minimumbedrag moeten
leven en de WSNP succesvol doorlopen, terwijl er ook gedupeerden zijn die nooit in een WSNP-traject zijn geraakt wier schulden volledig worden kwijtgescholden.
Het gaat in de onderhavige zaak om reeds (ter afwikkeling van het WSNP-traject) door
belanghebbende afbetaalde (publieke) schulden, te weten: aan de Belastingdienst
Holland Midden van € 3.041,6; aan de Gemeentelijke Belastingen Kennemerland Zuid van € 500,14 en aan Gouwe Rijnland € 498,17. In totaal heeft belanghebbende een bedrag € 4.039,99 betaald in het kader van het WSNP-traject.
De Commissie is uitsluitend bevoegd binnen de kaders van Wet en de Compensatieregeling te adviseren. Aan de hand van deze kaders stelt zij vast dat de Compensatieregeling geen ruimte biedt om de onderhavige afbetaalde schulden te compenseren.
Andere mogelijkheden voor belanghebbende
De Commissie adviseert UHT om het bezwaarschrift door te zenden aan CWS, zodat het als verzoek om aanvullende schade in behandeling kan worden genomen en
belanghebbende verder te informeren over deze procedure.
Indien de belanghebbende de ontvangen tegemoetkoming heeft aangewend tot aflossing van publieke schulden, zou gemachtigde een verzoek kunnen indienen bij Sociale Banken Nederland (hierna: SBN). De Commissie adviseert de UHT de gemachtigde te informeren over de wijze waarop dit verzoek kan worden ingediend.
Advies
Gelet op het vorenstaande adviseert de Commissie de UHT het bezwaar tegen de beschikking van 6 augustus 2021 ongegrond te verklaren.
[handtekening]
Secretaris
[handtekening]
Fungerend voorzitter