Ga direct naar de inhoud Ga direct naar de footer

BAC 2022-12231

Samenvatting

De Bezwaarschriftenadviescommissie (hierna: de Commissie) adviseert UHT om het bezwaar ongegrond te verklaren. Ten aanzien van het bezwaarpunt van belanghebbende over de rol en taakverdeling tussen CWS en UHT, is de Commissie van mening dat UHT de kaders, het mandaat, en de taken van CWS respectievelijk UHT voldoende heeft uiteengezet. Met betrekking tot de stelling dat belanghebbende geen conceptadvies van CWS heeft ontvangen voordat dit aan UHT werd uitgebracht, is de Commissie van mening dat UHT correct heeft aangegeven dat CWS haar bevindingen aan UHT moet rapporteren, niet rechtstreeks aan belanghebbende. Het advies van CWS op zichzelf is geen (appellabel) besluit. Verder is de Commissie van mening dat het standpunt van UHT, waarbij wordt gesteld dat belanghebbende volgens het civiele schadevergoedingsrecht aannemelijk en concreet moet aantonen dat de werkelijke schade als gevolg van het handelen van B/T hoger is dan de compensatie waarop belanghebbende op grond van de compensatieregeling aanspraak heeft, juist is. Belanghebbende moet aannemelijk en concreet maken dat en in welke mate de door hem werkelijk geleden schade het toegekende compensatiebedrag te boven gaat. Verder is de Commissie eens met UHT dat het onvoldoende duidelijk is aangetoond dat er een causaal verband bestaat tussen de KOT-problematiek en de gemiste waardestijging van de woning. Door verschillende onzekere factoren kon er geen direct causaal verband worden vastgesteld dat het toekennen van een schadevergoeding rechtvaardigt. Met betrekking tot de vergoeding van schulden die zijn betaald via de Catshuisregeling, verduidelijkt CWS in haar advies dat een geldlening of schuld civielrechtelijk niet als schade kan worden beschouwd. CWS stelt ook ook dat de kwijtschelding of overname van schulden niet binnen het kader van de procedure bij CWS plaatsvindt. De Commissie oordeelt dat UHT voldoende heeft gecontroleerd of het standpunt van CWS afdoende is gemotiveerd. Ten aanzien van de studieschuld van de dochter stelt CWS dat op grond van de huidige regelingen  alleen ouders die KOT hebben aangevraagd toegang hebben tot de procedure bij CWS en dat alleen de eigen schade van de ouders onderwerp van advisering kan zijn. Daarnaast acht de Commissie het besluit en de toelichting over de vergoeding van immateriële schade voldoende onderbouwd.

Advies