Ga direct naar de inhoud Ga direct naar de footer

BAC 2022-11870 

Advies van de Bezwaarschriftenadviescommissie hersteloperatie toeslagen

Aan: Belastingdienst/Uitvoeringsorganisatie Herstel Toeslagen (hierna: UHT)

Betreft: het bezwaarschrift van [belanghebbende]

Primair besluit: 27 juni 2022 met kenmerk UHT CHR MGU

Ontvangst bezwaarschrift: 22 juli 2022

Samenvatting

De Bezwaarschriftenadviescommissie (hierna: de Commissie) adviseert UHT om het bezwaar ongegrond te verklaren, het bestreden besluit ongewijzigd in stand te laten en het verzoek om een proceskostenvergoeding of te wijzen.

Onderwerp van advies

Het door [gemachtigde] namens de [belanghebbende] ingediende bezwaarschrift van 20 juli 2022, ontvangen op 22 juli 2022, is gericht tegen de door de Belastingdienst/Uitvoeringsorganisatie Herstel Toeslagen (hierna: UHT) genomen beschikking lichte toets van 27 juni 2022, met kenmerk UHT CHR MGU.

Deze beschikking is gebaseerd op het Besluit forfaitair bedrag en verruiming
compensatieregeling van 18 maart 2021 (Staatscourant 2021, 14691) gewijzigd bij
Besluit uitbreiding Catshuisregeling Kinderopvangtoeslag van 31 mei 2021, (Staatscourant 2021, 28304) (hierna: Catshuisregeling). Op 5 november 2022 is de Wet
houdende regels ten behoeve van de hersteloperatie toeslagen (Wet hersteloperatie
toeslagen, hierna: Wht) in werking getreden (Stb. 2022, 433). Gelet op artikel 8.6 en artikel 9.2 Wht moet de bestreden beschikking van 27 juni 2022 geacht worden te zijn genomen op grond van artikel 2.1 en verder van de Wht.

Procesverloop

  • Belanghebbende heeft zich bij UHT aangemeld in het kader van een herbeoordeling van kinderopvangtoeslag (hierna: KOT).
  • Bij brief van 27 juni 2022 heeft UHT aan belanghebbende medegedeeld dat zij op
    basis van de uitgevoerde lichte toets nog geen reden ziet om haar € 30.000 te
    betalen en dat de herbeoordeling nog niet klaar is.
  • Gemachtigde heeft bij brief, ingekomen op 22 juli 2022, bezwaar gemaakt tegen
    deze beschikking.
  • Op 9 maart 2023 heeft gemachtigde UHT in gebreke gesteld wegens het niet tijdig beslissen op bezwaar.
  • Op 11 mei 2023 heeft UHT schriftelijk gereageerd op de bezwaargronden van
    belanghebbende.
  • Op 14 november 2023 heeft gemachtigde aanvullende bezwaargronden
    ingediend. UHT heeft per e-mail van 12 januari 2024 aangegeven dat zij een
    reactie op de aanvullende bezwaargronden niet nodig achten.
  • Op 18 januari 2024 – de dag van de geplande hoorzitting – heeft gemachtigde de
    Commissie laten weten dat belanghebbende afziet van het recht om te worden
    gehoord en in te stemmen met afdoening van het bezwaar op stukken.
  • De Commissie, bestaande uit [voorzitter] en [leden], heet het bezwaar behandeld
    en het navolgende advies uitgebracht.

Ontvankelijkheid en algemene opmerkingen

Niet in geschil is dat het bezwaar ontvankelijk is.

Overwegingen ten aanzien van de bezwaren en het bestreden besluit

Belanghebbende voert in bezwaar aan dat de bestreden beschikking onzorgvuldig tot
stand is gekomen en dat het besluit onvoldoende gemotiveerd is. Hierdoor is er volgens belanghebbende sprake van strijd met beginselen van behoorlijk bestuur.
Belanghebbende voert aan dat het persoonlijk dossier, ondanks meerdere verzoeken,
niet is afgegeven. Belanghebbende stelt daarnaast dat het ontvangen bezwaardossier
ontoereikend is om het besluit op juridisch-inhoudelijke punten te toetsen. Hierdoor zou geen sprake zijn van een eerlijk proces. Belanghebbende verzoekt nogmaals om het persoonlijk dossier. Tevens is verzocht om toekenning van een proceskostenvergoeding.

De Commissie ziet zich gesteld voor de vraag of UHT terecht en op goede gronden is
gekomen tot haar beslissing om het verzoek van belanghebbende om compensatie of
tegemoetkoming vooralsnog of te wijzen.

In het kader van de hersteloperatie kinderopvangtoeslag heeft het kabinet eind 2020
aanvullende maatregelen genomen met als doel ouders sneller recht te kunnen doen.
Een van die maatregelen betreft het uitkeren van een forfaitair bedrag van € 30.000 aan alle gedupeerde ouders die een verzoek voor herstel hebben ingediend, indien het
verzoek wordt gehonoreerd.

Voor het beoordelen van de vraag of een ouder in aanmerking komt voor toekenning van het bedrag van € 30.000 is voorzien in het uitvoeren van een zogenaamde lichte toets. Na de lichte toets volgt een integrale beoordeling op grond van de Wht.

Zoals uiteen is gezet in artikel 2.7 Wht voorziet die wet in een eenmalige forfaitaire
uitkering aan gedupeerde ouders. Deze uitkering is bedoeld voor ouders die een verzoek hebben ingediend of gaan indienen voor compensatie of tegemoetkoming op grond van de Wht, als zij daarvoor in aanmerking komen.

Uit de door UHT ingediende schriftelijke reactie en het daarbij behorende dossier maakt de Commissie op dat belanghebbende in het geheel geen KOT heeft aangevraagd. Om over bepaalde jaren voor compensatie in aanmerking te komen, dient men die jaren KOT te hebben aangevraagd/ontvangen. De Wht is hier duidelijk over. Nu belanghebbende geen KOT heeft aangevraagd, voldoet hij niet aan (een van) de vereisten van de Wht en kan hij niet voor compensatie op grond van deze wet in aanmerking komen.

De Commissie kan UHT volgen in de motivering van de onderhavige beschikking en de
zorgvuldigheid van het hieraan ten grondslag liggende onderzoek. Hoewel de beschikking geen uitvoerige motivering bevat, heeft UHT met de schriftelijke reactie van 11 mei 2023, in combinatie met alle voor de lichte toets beschikbare stukken, alsnog per toeslagjaar en op basis van de beschikbare stukken gemotiveerd onderbouwd waarom zij op basis van de lichte toets vooralsnog heeft afgezien van toekenning van € 30.000 aan belanghebbende. Nu deze stukken ook aan belanghebbende zijn overgelegd, is van een schending van het recht op een eerlijk proces geen sprake.

Het vorenstaande brengt mee dat de Commissie in antwoord op de vraag of UHT terecht en op goede gronden is gekomen tot haar beslissing om het verzoek van
belanghebbende om compensatie of tegemoetkoming vooralsnog af te wijzen, UHT zal adviseren het bezwaar ongegrond te verklaren.

Proceskoste vergoeding

Nu de Commissie het bezwaar ongegrond acht, adviseert de Commissie UHT om het
verzoek om een proceskostenvergoeding af te wijzen.

Conclusie

Samengevat adviseert de Commissie aan UHT om het bezwaarschrift ongegrond te
verklaren en het verzoek om een proceskostenvergoeding af te wijzen.

[handtekening]

Secretaris

[handtekening]

Fungerend voorzitter