BAC 2022-11048
Publicatiedatum 20-11-2024
Advies van de Bezwaarschriftenadviescommissie hersteloperatie toeslagen
Aan: Belastingdienst/Uitvoeringsorganisatie Herstel Toeslagen (hierna: UHT)
Betreft: het bezwaarschrift van [belanghebbende]
Primair besluit: 12 oktober 2022 met kenmerk UHT-DC I
Ontvangst bezwaarschrift: 3 november 2022
Hoorzitting: 9 juli 2024
Overdracht advies aan UHT: 2 september 2024
Samenvatting
De Bezwaarschriftenadviescommissie (hierna: de Commissie) adviseert UHT om het bezwaarschrift gedeeltelijk gegrond te verklaren. Voorts adviseert de Commissie het verzoek voor een vergoeding van de proceskosten toe te wijzen.
Onderwerp van advies
Door [gemachtigde] is namens [belanghebbende] op 3 november 2022 een bezwaarschrift ingediend tegen de beschikking van 9 september 2022 met kenmerk UHT-DC l (hierna: de bestreden beschikking). In de bestreden beschikking wordt aan belanghebbende een definitief compensatiebedrag van € 40.988 toegekend voor de toeslagjaren 2014 en 2015. De Belastingdienst/Toeslagen (hierna: B/T) heeft over die periode fouten gemaakt bij de beoordeling van de situatie van belanghebbende.
Op 5 november 2022 is de Wet van 2 november 2022 houdende regels ten behoeve van de hersteloperatie toeslagen (Wet hersteloperatie toeslagen, hierna: Wht) in werking getreden. Gelet op het bepaalde in de artikelen 8.6 en 9.2 Wht moeten de bestreden beschikkingen geacht worden te zijn genomen op grond van artikel 2.1 en verder van de Wht.
Procesverloop
- Op 23 oktober 2020 heeft belanghebbende verzocht om herbeoordeling van de kinderopvangtoeslag (hierna: KOT).
- Bij beschikking van 26 mei 2021 heeft UHT naar aanleiding van de lichte toets besloten dat belanghebbende recht heeft op een voorschot van het forfaitair bedrag van € 30.000 en kenbaar gemaakt dat de situatie van belanghebbende nog niet helemaal is beoordeeld.
- Bij beschikking van 12 oktober 2022 (UHT-DC I) heeft UHT besloten dat
belanghebbende recht heeft op een definitief compensatiebedrag van € 40.988 voor de toeslagjaren 2014 en 2015. - Op 31 oktober 2022 heeft gemachtigde een bezwaarschrift tegen deze beschikking
ingediend. Deze is op 3 november 2022 door UHT ontvangen. - Op 13 mei 2024 heeft UHT een schriftelijke reactie ingediend.
- Op 9 juli 2024 heeft een hoorzitting plaatsgevonden. Het hoorverslag is bij het advies gevoegd.
- De Commissie, bestaande uit [voorzitter] en [leden], heeft dit advies behandeld.
Ontvankelijkheid en algemene opmerkingen
De ontvankelijkheid van het bezwaarschrift is niet in geschil.
Overwegingen ten aanzien van de bezwaren en het bestreden besluit
Rentevergoeding gemiste KOT
De Commissie volgt het standpunt van UHT, zoals is uiteengezet in de schriftelijke
reactie, dat de eerdere berekening met betrekking tot de rentevergoeding over gemiste KOT dient te worden aangepast. Ter zitting heeft UHT aangegeven dat in de beslissing op bezwaar aan belanghebbende een aanvullend bedrag zal worden toegekend. De Commissie adviseert UHT om deze toezegging gestand te doen, de compensatie opnieuw te berekenen en dit onderdeel van het bezwaar gegrond te verklaren.
Immateriële vergoeding
Gelet op het voorgaande dient ook de immateriële schadevergoeding berekend te
worden tot de datum van de beslissing op bezwaar.
Aanvullende vergoeding
De Commissie merkt op dat bovenstaande aanpassing tot gevolg heeft dat ook de
aanvullende vergoeding van 1% dient te worden doorberekend tot de datum van de
beslissing op bezwaar.
Toeslagjaren 2013 en 2016
De Commissie stelt vast dat gemachtigde ter zitting heeft aangegeven dat het voor
belanghebbende inmiddels duidelijk is waarom de toeslagjaren 2013 en 2016 niet zijn
meegenomen in de herbeoordeling. Voor deze jaren is geen KOT aangevraagd. Om deze reden is dit geen punt van bezwaar meer. Derhalve behoeft de Commissie niet te
adviseren op dit onderdeel.
Tot slot merkt de Commissie op dat deze bezwaarschriftprocedure alleen betrekking
heeft op de toekenning van de standaard vergoedingen en niet op de vergoeding van de werkelijke schade. Hiervoor is de procedure bij de Commissie Werkelijke Schade
bestemd, waarvoor gemachtigde al een verzoek heeft ingediend.
Proceskostenvergoeding
Nu de bezwaren naar de mening van de Commissie deels gegrond zijn en het advies van de Commissie ertoe strekt om de beschikking met kenmerk UHT-DC I te herroepen, adviseert de Commissie UHT tevens de kosten van rechtsbijstand in deze procedure te vergoeden op grond van het Besluit proceskosten bestuursrecht. De Commissie adviseert om hierbij de hoogste vergoeding toe te kennen met wegingsfactor 2.
Conclusie
Gelet op het vorenstaande adviseert de Commissie:
- het bezwaarschrift gedeeltelijk gegrond te verklaren en de compensatieberekening
aan te passen op voornoemde punten; - het verzoek om een proceskostenvergoeding toe te wijzen.
[handtekening]
Secretaris
[handtekening]
Fungerend voorzitter