BAC 2022-11030
Publicatiedatum 11-06-2025
Advies van de Bezwaarschriftenadviescommissie hersteloperatie toeslagen
Aan: Belastingdienst/Uitvoeringsorganisatie Herstel Toeslagen (hierna: UHT)
Betreft: het bezwaarschrift van [belanghebbende]
Primair besluit: 8 september 2022 met kenmerk UHT-HD CWS
Ontvangst bezwaarschrift: 12 oktober 2022
Hoorzitting: 16 juli 2024
Overdracht advies aan UHT: 27 september 2024
Samenvatting
De Bezwaarschriftenadviescommissie (hierna: de Commissie) adviseert
Uitvoeringsorganisatie Herstel Toeslagen (hierna: UHT) om het
bezwaarschrift tegen de bestreden beschikking gedeeltelijk gegrond te
verklaren en het verzoek om een vergoeding voor de proceskosten toe te
wijzen.
Onderwerp van advies
[Gemachtigde] (hierna: gemachtigde) heeft namens [belanghebbende] (hierna: belanghebbende) op 7 oktober 2022 bezwaar ingediend tegen het besluit van 8 september 2022 waarin belanghebbende is meegedeeld dat:
zij een aanvullende schadevergoeding krijgt van € 12.120 op basis van het advies
van de Commissie Werkelijke Schade (hierna: CWS).
Op 5 november 2022 is de Wet van 2 november 2022 houdende regels ten behoeve
van de Wet hersteloperatie toeslagen (hierna: Wht) in werking getreden. Gelet op het
bepaalde in artikel 8.6 en 9.2 Wht worden de bestreden beschikkingen geacht te zijn
genomen op grond van artikel 2.1 en verder van de Wht.
Procesverloop
- Bij besluit van 22 februari 2021 is belanghebbende meegedeeld dat zij in
aanmerking komt voor een compensatiebedrag van € 55.057, omdat er ten
aanzien van de toeslagjaren 2012, 2013 en 2014 fouten zijn gemaakt. - Op 25 april 2021 heeft belanghebbende een verzoek om aanvullende
schadevergoeding ingediend bij de CWS. - Op 28 juni 2021 heeft de CWS geadviseerd om een aanvullende
schadevergoeding toe te kennen van € 12.120. - Bij besluit van 8 september 2022 is het advies van de CWS overgenomen.
- Bij brief van 7 oktober 2022 heeft gemachtigde hiertegen pro forma bezwaar
gemaakt. - Bij brief van 28 juni 2023 heeft gemachtigde de gronden van bezwaar
aangevuld. - Op 15 mei 2024 heeft UHT een schriftelijke reactie ingediend.
- Op 16 juli 2024 heeft een hoorzitting plaatsgevonden. Het hoorverslag is bij
dit advies gevoegd. - Op 1 augustus 2024 heeft gemachtigde aanvullende stukken ingediend.
- Op 9 september 2024 heeft UHT een aanvullende schriftelijke reactie
ingediend. - Op 24 september 2024 heeft gemachtigde gereageerd op de aanvullende
schriftelijke reactie van UHT. - De Commissie bestaande uit [commissieleden], heeft dit advies
behandeld.
Ontvankelijkheid en algemene opmerkingen
Niet in geschil is dat het bezwaarschrift ontvankelijk is.
Overwegingen ten aanzien van de bezwaren en het bestreden besluit
De Commissie ziet zich gesteld voor de vraag of UHT de aanvullende compensatie
voor werkelijk geleden schade op juiste wijze heeft vastgesteld. Zij doet dat aan de
hand van de bezwaargronden van belanghebbende.
Toetsingskader
In het kader van de hersteloperatie kinderopvangtoeslag biedt de wet gedupeerde
ouders de mogelijkheid – naast de (deels) forfaitaire compensatie – ook een verzoek
tot vergoeding van aanvullende compensatie voor werkelijke schade te doen. Dit
verzoek kan door de gedupeerde ouder worden ingediend bij CWS. Artikel 2.1, derde
lid, Wht vermeldt de gang van zaken rondom de indiening van dit verzoek, dat met
toepassing van het civielrechtelijke schadevergoedingsrecht wordt beoordeeld (zie
ook Afdeling Bestuursrechtspraak 27 september 2023, ECLI:NL:RVS:2023:3620). De
gedupeerde ouder dient daarbij informatie te verschaffen waaruit aannemelijk wordt
i) dat en in welke mate daadwerkelijk sprake is van aanvullende schade en ii) dat die
schade het gevolg is van de handelswijze van de Belastingdienst/Toeslagen (hierna:
B/T) waarvoor de ouder al gecompenseerd is. Een omkering van de bewijslast, zoals
door belanghebbende is bepleit, is naar het oordeel van de Commissie dan ook niet
aan de orde.
Omdat CWS is ingesteld om gedupeerde ouders de gang naar de rechter te besparen,
dient de adviesprocedure tegemoet te komen aan de eisen van een eerlijk proces als
bedoeld in artikel 6, lid 1 EVRM.
Nadat CWS heeft beoordeeld of een gedupeerde ouder recht heeft op aanvullende
compensatie, wordt het advies uitgebracht aan UHT. UHT mag zich op het onderzoek
van CWS baseren, nadat ze zich ervan vergewist heeft dat het advies zorgvuldig tot
stand is gekomen, de redenering daarin begrijpelijk is en de getrokken conclusies
daarop aansluiten.
UHT kan ter motivering van haar besluit over aanvullende compensatie volstaan met
verwijzing naar het advies van CWS, als het advies zelf de motivering bevat en van het advies kennis is of wordt gegeven. Het is mogelijk dat UHT in uitzonderlijke
gevallen tot een beslissing komt die ten nadele van de belanghebbende afwijkt van
het advies van CWS, maar dit moet dan goed onderbouwd worden.
In een bezwaarprocedure als de onderhavige beoordeelt de Commissie of UHT op een
juiste wijze invulling heeft gegeven aan de vergewisplicht. Deze toets vindt in
beginsel plaats aan de hand van de door belanghebbende ingediende gronden van het
bezwaar. In het geval UHT in negatieve zin is afgeweken van het advies van CWS,
beoordeelt de Commissie of dit goed onderbouwd heeft plaatsgevonden.
De Commissie zal aan de hand van deze uitgangspunten beoordelen of UHT zich in dit
geval kon baseren op het advies van CWS.
Inkomensschade
Dit onderdeel van bezwaar is ingetrokken (in de reactie op de aanvullende
schriftelijke beschouwing). Dit behoeft derhalve geen verdere bespreking.
Medische kosten
Belanghebbende heeft verzocht om een vergoeding toe te kennen voor gemaakte
medische kosten. Dit betreft twee facturen. De eerste factuur heeft betrekking op de
aanschaf van een bovendeken, twee kussens en een topper voor het totaalbedrag
van € 1.398. De tweede factuur ziet op de aanschaf van een bovendeken, twee
kussens, een matras en een topper voor het totaalbedrag van € 2.096.
Belanghebbende verzoekt dan ook een vergoeding voor gemaakte medische kosten
van in totaal € 3.094.
De Commissie is van oordeel dat onvoldoende aannemelijk is gemaakt dat de
medische kosten een gevolg zijn van de KOT-problematiek. Weliswaar is een stuk
overgelegd van de behandeld fysiotherapeut waarin staat dat belanghebbende stress
ervaart door de KOT-problematiek maar een verband tussen de medische klachten en
de KOT-problematiek is daarmee niet voldoende aannemelijk gemaakt.
Vervangende opvangkosten
In de aanvullende schriftelijke reactie heeft UHT toegelicht dat belanghebbende, op
grond van het nieuwe toetsingskader, recht heeft op een aanvullende vergoeding van
opvangkosten van € 10.800. De Commissie adviseert te beslissen overeenkomstig
hetgeen ter zake is overwogen in de aanvullende schriftelijke reactie.
Immateriële schade
De CWS heeft geadviseerd de immateriële schadevergoeding te begroten op €
19.000. De immateriële schadevergoeding van € 7.000 die belanghebbende in het
kader van de integrale beoordeling reeds heeft ontvangen, is hierop in mindering
gebracht, zodat een bedrag van € 12.000 overblijft.
De CWS acht het aannemelijk dat belanghebbende door de KOT-problematiek veel
stress en verdriet heeft ervaren. Hierbij heeft de CWS rekening gehouden met de
omstandigheid dat door de terugvorderingen vanuit het niets een donkere
schuldenwolk boven het gezin hing en dat het leed van belanghebbende nodeloos is
vergroot doordat zij, ondanks haar verzoeken geen persoonlijke betalingsregeling
kreeg.
Voorts heeft de CWS overwogen dat belanghebbende zich enorm heeft ingespannen
om haar schuld terug te betalen en dat zij in ongeveer drie jaar € 18.464 heeft
terugbetaald, deels door dwangverrekening. Verder heeft de CWS meegewogen dat
belanghebbende er als alleenstaande en werkende moeder alleen voor stond met drie
minderjarige kinderen en dat de organisatorische stress groot moet zijn geweest.
Eveneens heeft de CWS meegewogen dat belanghebbende bezwaar- en
beroepsprocedures heeft moeten voeren en dat dit extra stress heeft veroorzaakt. De
CWS heeft erkend dat belanghebbende in haar eer en goede naam is geschaad toen
zij als fraudeur werd weggezet.
De CWS vindt het aannemelijk dat de financiële problemen grote impact hebben
gehad op het sociale leven van belanghebbende en haar kinderen. De CWS vindt het
aannemelijk dat de kinderen van belanghebbende een verminderde kwaliteit van
leven en veel stress en verdriet hebben ervaren.
De Commissie acht het advies van de CWS op dit onderdeel begrijpelijk en
navolgbaar en adviseert dit onderdeel van het bezwaar ongegrond te verklaren.
Proceskostenvergoeding
UHT heeft in de aanvullende schriftelijke reactie opgenomen dat er reden is om het
bestreden besluit (gedeeltelijk) te herroepen nu een aanvullende vergoeding wordt
verstrekt wegens vervangende opvangkosten. De Commissie adviseert
overeenkomstig te beslissen.
Conclusie
Gelet op het vorenstaande adviseert de Commissie:
- Het bezwaar gedeeltelijk gegrond te verklaren;
- het verzoek om een proceskostenvergoeding toe te wijzen.
[handtekening]
Secretaris
[handtekening]
Fungerend voorzitter