BAC 2022-11023
Publicatiedatum 11-06-2025
Advies van de Bezwaarschriftenadviescommissie hersteloperatie toeslagen
Aan: Belastingdienst/Uitvoeringsorganisatie Herstel Toeslagen (hierna: UHT)
Betreft: het bezwaarschrift van [belanghebbende]
Primair besluit: 27 september 2022 (UHT-DC I)
Hoorzitting: 18 december 2024
Overdracht advies aan UHT: 2 januari 2025
Samenvatting
De Bezwaarschriftenadviescommissie (hierna: de Commissie) adviseert UHT om
het bezwaar tegen de beschikking met kenmerk UHT-DC I gegrond te verklaren
en een proceskostenvergoeding toe te kennen.
Onderwerp van advies
Het door mr. S.N. Ali (hierna: gemachtigde), namens mevrouw J.C.C. Rigters (hierna:
belanghebbende) ingediende bezwaar is gericht tegen de op 27 september 2022 door
UHT genomen beschikking met kenmerk UHT-DC I. Over de toeslagjaren 2010 en 2011 is een compensatiebedrag van € 23.579,- toegekend. De compensatie is ingevolge de Catshuisregeling aangevuld tot € 30.000,-.
Op 5 november 2022 is de Wet van 2 november 2022 houdende regels ten behoeve van de hersteloperatie toeslagen (Wet hersteloperatie toeslagen, hierna: Wht) in werking getreden. Gelet op het bepaalde in de artikelen 8.6 en 9.2 Wht moeten de bestreden beschikkingen geacht worden te zijn genomen op grond van artikel 2.1 en verder van de Wht.
Procesverloop
- Belanghebbende heeft zich 21 januari 2021 bij UHT gemeld voor herbeoordeling
van haar kinderopvangtoeslag. UHT heeft bij de herbeoordeling gekeken naar de
toeslagjaren 2010 en 2011. - UHT heeft belanghebbende bij beschikking van 27 september 2022 met kenmerk
UHT-DC I € 23.579,- compensatie toegekend over de toeslagjaren 2010 en 2011.
De compensatie is ingevolge de Catshuisregeling aangevuld tot € 30.000,-. - Belanghebbende heeft 26 oktober 2022 bezwaar gemaakt. Het bezwaarschrift is
31 oktober 2022 door UHT ontvangen. - Gedurende de bezwaarprocedure heeft [gemachtigde] zich gesteld als gemachtigde
van belanghebbende. Zij heeft de gronden van het bezwaar op 12 juli 2023
aangevuld. - UHT heeft 11 oktober 2023 schriftelijk gereageerd. Bij de schriftelijke reactie zit
een compensatiebijlage met een aangepaste compensatieberekening. - Het bezwaar van belanghebbende is 18 december 2024 om 10:00 uur op
hoorzitting bij de Commissie behandeld. Het verslag van de hoorzitting is bij het
advies gevoegd. - De Commissie, bestaande uit [commissieleden] heeft het volgende advies vastgesteld.
Ontvankelijkheid en algemene opmerkingen
Niet in geschil is dat het bezwaar ontvankelijk is.
Overwegingen ten aanzien van de bezwaren en het bestreden besluit
Beoordeling forfaitaire compensatieberekening 2010 en 2011
Tussen partijen is niet in geschil dat de Belastingdienst/Toeslagen over de toeslagjaren
2010 en 2011 institutioneel vooringenomen jegens belanghebbende heeft gehandeld.
UHT heeft volgens de forfaitaire systematiek van de Wht aan de hand van een
compensatieberekening € 23.579,- aan belanghebbende toegekend. De Commissie
overweegt dienaangaande het volgende.
In de compensatieberekening is over het toeslagjaar 2011 uitgegaan van een
vooringenomen neerwaartse correctie van € 15.215,- naar € 13.943,- (onderdelen a) en b), respectievelijk “uw kinderopvangtoeslag vóór het onderzoek” en “uw
kinderopvangtoeslag na het onderzoek”). Zoals op de hoorzitting is besproken is daarbij de beschikking van 25 januari 2013 (productie 33) veronachtzaamd. In die beschikking is aan belanghebbende medegedeeld dat zij geen recht had op toeslag en het voorschot kinderopvangtoeslag 2011 moest terugbetalen. Er had voor de compensatieberekening dan ook van een nihilstelling (van € 15.215,- naar nihil) moeten worden uitgegaan. Dat aan de nihilstelling nadien geen invorderingsgevolg is gegeven, maakt dat niet anders.
UHT heeft in deze bezwaarprocedure nogmaals gekeken naar de compensatieberekening en twee andere fouten aangetroffen. Deze zijn in de schriftelijke reactie van UHT omschreven. Bij de berekening van onderdelen n) “de immateriële schadevergoeding” en o) “rente gemiste kinderopvangtoeslag” is uitgegaan van een onjuiste startdatum. Waar bij de rente gemiste kinderopvangtoeslag niet is uitgegaan van de wettelijke systematiek, had bij de immateriële schadevergoeding moeten worden uitgegaan van 25 januari 2013 als startdatum. Dit betrof gelet op productie 33 de eerste vooringenomen neerwaartse correctie.
Deze voorgestelde correcties bij beslissing op bezwaar komen de Commissie juist voor.
De Commissie zal dienovereenkomstig adviseren.
De Commissie is niet gebleken van andere tekortkomingen in de compensatieberekening en belanghebbende heeft over de beoordeelde jaren 2010 en 2011 ook geen andere bezwaargronden aangevoerd.
Vergoeding immateriële schade tot het moment van de beslissing op bezwaar
Uit voorgaande volgt dat het bezwaar op onderdelen gegrond is. In een dergelijke
situatie hanteert UHT als einddatum van de forfaitaire vergoeding voor de immateriële
schade het moment van de beslissing op bezwaar. De Commissie ziet daarom aanleiding UHT te adviseren de forfaitaire vergoeding voor immateriële schade van belanghebbende te berekenen tot het moment van de beslissing op bezwaar.
Schending motiverings- en zorgvuldigheidsbeginsel
Nu de bestreden beschikking met kenmerk UHT-DC I volgens de Commissie niet in stand kan blijven, zoals hierboven benoemd, staat daarmee vast dat de totstandkoming onvoldoende zorgvuldig is geweest en de motivering bij beslissing op bezwaar dient te worden verbeterd.
Herbeoordeling toeslagjaren na 2011
Ter zitting is door gemachtigde aangevoerd dat de herbeoordeling ten onrechte is
beperkt tot de toeslagjaren 2010 en 2011. Ook de toeslagjaren erna hadden in de
herbeoordeling moeten worden betrokken. De Commissie kan, gelet op de bestreden
beschikking en het bijbehorende bezwaardossier, nu niet over de toeslagjaren na 2011
adviseren. De omvang van deze procedure is beperkt tot de toeslagjaren waarover
herbeoordeling was verzocht en waarover de bestreden beslissing zich uitstrekt.
Tijdens de hoorzitting is afgesproken dat de behandelend ambtenaar zal nagaan of in de toeslagjaren na 2011 terugvorderingen hebben plaatsgevonden (bij een eerste check door de ambtenaar ter zitting bleek in 2012 geen terugvordering) en aan de hand van die informatie met gemachtigde zal afstemmen of behoefte is aan herbeoordeling van extra toeslagjaren.
Aanvullende schadevergoeding bij CWS
Gemachtigde heeft bij aanvullend bezwaarschrift uitvoerig toegelicht dat de
terugvorderingen voor belanghebbende tal van nare gevolgen hebben gehad.
Naar aanleiding daarvan overweegt de Commissie dat, indien belanghebbende meer
schade heeft geleden dan forfaitair na integrale beoordeling wordt vergoed, zij bij de
Commissie Werkelijke Schade (hierna: CWS) een verzoek kan indienen voor aanvullende schadevergoeding. CWS zal het verzoek naar de regels van het civiele
schadevergoedingsrecht beoordelen en UHT adviseren of belanghebbende in aanmerking komt voor aanvullende schadevergoeding.
Proceskostenvergoeding
Nu de Commissie het bezwaar deels gegrond acht en adviseert om de primaire
beschikking met kenmerk UHT-DC I te herroepen, adviseert zij om het verzoek om
vergoeding van de kosten van rechtsbijstand in deze bezwaarprocedure toe te wijzen. Op grond van het Besluit proceskosten bestuursrecht heeft belanghebbende recht op een forfaitaire vergoeding van twee procespunten (bezwaar en hoorzitting) met een
wegingsfactor 2. Net als in eerdere zaken adviseert de Commissie daarbij uit te gaan van de hoogste vergoeding per procespunt.
Conclusie
Samengevat adviseert de Commissie UHT:
- het bezwaar tegen de beschikking met kenmerk UHT-DC I gegrond te verklaren;
en de compensatieberekening voor 2011 vast te stellen met inachtneming van dit
advies; - de vergoeding voor immateriële schade te berekenen vanaf 25 januari 2013 tot de
datum van de beslissing op bezwaar; - de rentevergoeding voor gemiste kinderopvangtoeslag vast te stellen zoals
omschreven in de schriftelijke reactie van UHT; - de aanvullende vergoeding van 1% van het subtotaal van het compensatiebedrag
aan te passen; - een proceskostenvergoeding toe te kennen op basis van 2 procespunten met een
wegingsfactor 2. De Commissie adviseert de hoogste vergoeding per procespunt
toe te kennen.
[handtekening]
Secretaris
[handtekening]
Fungerend voorzitter