BAC 2022-10906
Publicatiedatum 05-12-2023
Advies van de Bezwaarschriftenadviescommissie hersteloperatie toeslagen
Aan: Belastingdienst/Uitvoeringsorganisatie Herstel Toeslagen (hierna: UHT)
Betreft: het bezwaarschrift van [belanghebbende]
Primair besluit: van 7 september 2022, met kenmerk UHT CHR GU
Ontvangst bezwaarschrift: 27 oktober 2022
Overdracht advies aan UHT: 12 oktober 2023
Samenvatting
De Bezwaarschriftenadviescommissie (hierna: de Commissie} adviseert UHT om het bezwaar gegrond te verklaren, het bestreden besluit te herroepen en aan belanghebbende in het kader van de eerste toets C 30.000 toe te kennen. Voorts adviseert de Commissie om voor onderhavige bezwaarprocedure de proceskosten te vergoeden.
Onderwerp van advies
Het door [gemachtigde] namens [belanghebbende] ingediende bezwaarschrift is gericht tegen de door UHT genomen Beschikking eerste toets € 30.000 van 7 september 2022 met kenmerk UHT CHR GU.
Deze beschikking is gebaseerd op het Besluit forfaitair bedrag en verruiming
compensatieregeling van 18 maart 2021 (Staatscourant 2021, 14691) gewijzigd bij
Besluit uitbreiding Catshuisregeling Kinderopvangtoeslag van 31 mei 2021,
(Staatscourant 2021, 28304) (hierna: Catshuisregeling).
Op 5 november 2022 is de Wet van 2 november 2022 houdende regels ten behoeve van de hersteloperatie toeslagen (Wet hersteloperatie toeslagen, hierna: Wht) in werking getreden (Stb. 2022, 433). Hiermee is de regelgeving in het kader van de hersteloperatie kinderopvangtoeslag, waaronder de artikelen, 49, 49b en 49c van de Algemene wet inkomensafhankelijke regelingen (Awir), de Compensatieregeling en de Catshuisregeling komen te vervallen. Op grond van artikel 9.2, aanhef en onder e Wht werkt afdeling 2.1., voor zover hier relevant, terug tot en met 26 januari 2021.
Artikel 8.6 Wht bepaalt voorts dat beschikkingen, onder andere ter zake van
compensatie, aanvullende compensatie voor werkelijke schade en tegemoetkomingen in het kader van opzet/grove schuld (O/GS) die in het kader van de hersteloperatie
toeslagen zijn gegeven vóór het tijdstip van inwerkingtreding van afdeling 2.1, vanaf dat tijdstip worden aangemerkt als beschikkingen die zijn gegeven krachtens de van
toepassing zijnde artikelen van deze afdeling.
Gelet op het voorgaande moet de bestreden beschikking van 7 september 2022 geacht worden te zijn genomen op grond van artikel 2.1 en verder van de Wht.
Procesverloop
- Belanghebbende heeft zich bij UHT aangemeld in het kader van een herbeoordeling
van kinderopvangtoeslag. - Bij beschikking van 7 september 2022 is aan belanghebbende meegedeeld dat hij
(nog) geen recht heeft op een betaling van € 30.000. - Bij brief van 25 oktober 2022, ingekomen op 27 oktober 2022, heeft gemachtigde
een bezwaarschrift ingediend. Op 19 juni 2023 heeft UHT hier schriftelijk op
gereageerd. - Bij e-mailbericht van 18 september 2023 heeft gemachtigde de Commissie bericht
dat belanghebbende is gebeld door UHT met de mededeling dat hij erkend is als
gedupeerde. Zij verzoekt de Commissie de erkenning per mail te bevestigen, het
bezwaar gegrond te verklaren en de proceskosten te vergoeden. - Bij e-mailbericht van 20 september 2023 heeft de Commissie, na contact met de
bezwaarbehandelaar van UHT, bevestigd dat belanghebbende in de integrale
beoordeling als gedupeerde is erkend en meegedeeld dat hij, volgens informatie van
de bezwaarbehandelaar, op zeer korte termijn een vooraankondiging zal ontvangen. - Bij e-mailbericht van 27 september 2023 heeft UHT zich op het standpunt gesteld
dat het onderhavige bezwaar gegrond is en belanghebbende in aanmerking komt
voor een proceskostenvergoeding nu hij in de integrale beoordeling als gedupeerde
is erkend. - De Commissie ziet gelet op bovenstaande op grond van artikel 7:3 onder e van de
Algemene wet bestuursrecht af van het horen van belanghebbende. - De Commissie, bestaande uit [voorzitter] en [leden] heeft het bezwaarschrift behandeld in haar vergadering van 11 oktober 2023.
Ontvankelijkheid en algemene opmerkingen
Niet in geschil is dat het bezwaarschrift ontvankelijk is.
Overwegingen ten aanzien van de bezwaren en het bestreden besluit
De Commissie ziet zich gesteld voor de vraag of UHT terecht en op goede gronden is gekomen tot haar beslissing om het verzoek van bezwaarde om compensatie of
tegemoetkoming vooralsnog af te wijzen.
In het kader van de hersteloperatie kinderopvangtoeslag heeft het kabinet eind 2020
aanvullende maatregelen genomen met als doel ouders sneller recht te kunnen doen.
Eén van die maatregelen betreft het uitkeren van een forfaitair bedrag van € 30.000 aan alle gedupeerde ouders die een verzoek voor herstel hebben ingediend, indien het
verzoek wordt gehonoreerd (artikel 2.7 Wht).
Voor het beoordelen van de vraag of een ouder in aanmerking komt voor toekenning van het bedrag van € 30.000, is voorzien in het uitvoeren van een zogenaamde eerste toets. Na deze eerste toets volgt een integrale beoordeling op grond van de Wht.
Gelet op de informatie ontvangen van UHT, waaronder het e-mailbericht van 27 september 2023, is de integrale beoordeling inmiddels verricht en is belanghebbende daarin alsnog aangemerkt als gedupeerde. UHT stelt zich daarom op het standpunt dat het onderhavige bezwaar gegrond is en belanghebbende in aanmerking komt voor een proceskostenvergoeding. De Commissie neemt hiervan met instemming kennis en adviseert UHT om het bezwaar gegrond te verklaren, en het bestreden besluit, strekkende tot weigering van het bedrag van € 30.000 te herroepen en tot betaling van € 30.000 aan belanghebbende over te gaan.
Proceskostenvergoeding
Nu het bezwaar naar de mening van de Commissie gegrond is, en de Commissie adviseert het bestreden besluit te herroepen, adviseert de Commissie om het verzoek
voor vergoeding van de kosten van rechtsbijstand in deze bezwaarprocedure toe te
wijzen. Op grond van het Besluit proceskosten heeft belanghebbende recht op een
forfaitaire vergoeding op basis van 1 procespunt (bezwaarschrift) met een wegingsfactor 2 Net als in eerdere zaken adviseert de Commissie daarbij de hoogste vergoeding per procespunt toe te kennen.
Conclusie
Samenvattend adviseert de Commissie UHT:
- om het bestreden besluit te herroepen en belanghebbende in het kader van de eerste toets € 30.000 toe te kennen;
- om voor de proceskosten voor de onderhavige bezwaarprocedure een vergoeding toe te kennen van 1 punt met een wegingsfactor 2, tegen het hoogste tarief.
[handtekening]
Secretaris
[handtekening]
Fungerend voorzitter