Ga direct naar de inhoud Ga direct naar de footer

BAC 2022-10829

Advies van de Bezwaarschriftenadviescommissie hersteloperatie toeslagen

Aan: Belastingdienst/Uitvoeringsorganisatie Herstel Toeslagen (hierna: UHT)

Betreft: het bezwaarschrift van [belanghebbende]

Primair besluit: 11 november 2022 UHT-DC I en UHT-DC-I A en 21 maart 2023 UHT-O OGS B

Hoorzitting: 5 december 2024

Overdracht advies aan UHT: 30 januari 2025

Samenvatting

De Bezwaarschriftenadviescommissie (hierna: de Commissie) adviseert UHT om het
bezwaar tegen de beschikking met kenmerk UHT-DC I gedeeltelijk gegrond te verklaren, en voor dit bezwaar een proceskostenvergoeding toe te kennen. De Commissie adviseert UHT het bezwaar tegen de beschikkingen met de kenmerken UHT-DC-I A en UHT-O OGS B ongegrond te verklaren.

Onderwerp van advies

Het door gemachtigde namens belanghebbende ingediende bezwaarschrift is gericht tegen de door UHT genomen definitieve beschikkingen compensatie kinderopvangtoeslag.

Aan belanghebbende is met toepassing van de Wet hersteloperatie toeslagen (hierna:
Wht) compensatie toegekend voor een bedrag van € 82.995 voor de jaren 2007, 2008,
2009, 2011, 2012 en voor januari en februari 2013 (UHT-DC I). Voor de jaren 2010 en
maart tot en met december 2013 heeft UHT geen compensatie toegekend (UHT-DC-I A). Bij beschikking van 21 maart 2023 (UHT-O OGS B) heeft UHT een O/GS tegemoetkoming van € 391,50 toegekend voor het jaar 2013.

Procesverloop

  • Belanghebbende heeft op 12 oktober 2024 verzocht om een herbeoordeling van
    de kinderopvangtoeslag (hierna: KOT) over de jaren 2007, 2008, 2009, 2010,
    2011, 2012 en 2013.
  • UHT heeft bij beschikking van 24 februari 2021 (UHT-B-DMB2) aan
    belanghebbende medegedeeld dat zij in aanmerking komt voor een betaling van
    € 30.000 ingevolge de Catshuisregeling.
  • De Commissie van Wijzen heeft UHT op 16 mei 2022 geadviseerd dat geen
    compensatie van toepassing is voor 2010 (reguliere wijzigingen op grond van
    gegevens van belanghebbende) en de maanden maart tot en met december 2013
    (evident geen recht).
  • UHT heeft bij vooraankondiging aan belanghebbende een compensatie toegekend
    voor een bedrag van € 52.235 (UHT-VC I) voor de jaren 2007, 2008, 2009, 2011,
    2012 en januari en februari 2013.
  • UHT heeft bij de bestreden beschikking (UHT-DC I) van 11 oktober 2022 aan
    belanghebbende een compensatie toegekend voor een bedrag van € 82.995 voor
    de in de vorige alinea genoemde toeslagjaren.
  • UHT heeft bij de bestreden beschikking (UHT-DC-I A) eveneens van 11 oktober
    2022 belanghebbende medegedeeld dat zij niet in aanmerking komt voor
    compensatie over het toeslagjaar 2010 en de maanden maart tot en met
    december 2013.
  • Gemachtigde heeft bij brief van 7 november 2022, ingekomen op 9 november
    2022, tegen deze beschikkingen een bezwaarschrift ingediend.
  • UHT heeft bij beschikking van 21 maart 2023 (UHT-O OGS B) een O/GS
    tegemoetkoming (€ 391,50 = 30% van € 1.305) toegekend over maart tot en met
    december 2013.
  • UHT heeft op 23 juli 2023 schriftelijk gereageerd op het bezwaarschrift.
  • Gemachtigde heeft op 20 september 2023 het bezwaarschrift aangevuld en
    daarbij tevens bezwaar gemaakt tegen de beschikking met kenmerk UHT-OGS-B.
  • Op 5 december 2024 heeft een hoorzitting plaatsgevonden.

Ontvankelijkheid en algemene opmerkingen

Niet in geschil is dat het bezwaar ontvankelijk is.

Overwegingen ten aanzien van de bezwaren en het bestreden besluit

Beschikkingen UHT-DC I, UHT-DC-I A en UHT-O OGS B

Motiveringsbeginsel en ontbrekende stukken in het dossier
Belanghebbende stelt dat UHT de bestreden beschikkingen niet voldoende heeft
gemotiveerd en niet het volledige dossier heeft verstrekt, zodat zij het
compensatiebedrag niet op juistheid kan controleren.

De Commissie onderschrijft het door UHT ingenomen standpunt ten aanzien van de
motivering van het besluit en de zorgvuldigheid van het hieraan ten grondslag liggende onderzoek. UHT heeft het bestreden besluit door middel van het indienen van de schriftelijke beschouwing, het invul- en beoordelingsformulier, beschikkingen en overige producties, voldoende onderbouwd. De Commissie adviseert UHT het bezwaar op dit onderdeel ongegrond te verklaren.

Standaard percentages compensatieberekening & OGS
Belanghebbende stelt dat het percentage van de materiële- en immateriële
schadevergoeding (beschikking UHT-DC I) en het percentage 30 procent van de O/GS tegemoetkoming, te laag zijn vastgesteld in verhouding tot het geleden leed. De Commissie overweegt dat de percentages van de standaard vergoedingen die zijn
gebruikt in de compensatieberekening wettelijk zijn bepaald in de Wht. UHT kan niet
afwijken van deze wettelijke percentages.

De Commissie overweegt verder dat deze bezwaarschriftprocedure alleen betrekking
heeft op de toekenning van de standaard vergoedingen en niet op vergoeding van de
werkelijke schade. Hiervoor is de procedure bij de Commissie Werkelijke Schade (hierna: CWS) bestemd. Het advies van CWS is vervolgens leidend bij de besluitvorming met betrekking tot deze aanvullende compensatie. De Commissie heeft vernomen dat belanghebbende een verzoek om vergoeding van werkelijke schade bij CWS heeft ingediend. De Commissie adviseert UHT het bezwaar op dit punt ongegrond te verklaren.

Beschikking UHT-DC I

Compensatieberekening
Belanghebbende is van mening dat de compensatieberekening onjuist is op de
onderdelen immateriële schadevergoeding en vergoeding voor juridische bijstand.
UHT heeft in een bijlage bij de schriftelijke reactie een gedetailleerde uitleg gegeven over de definitieve compensatieberekening, inclusief een toelichting per onderdeel van het opnieuw vastgestelde compensatiebedrag. Uit die uitleg blijkt dat UHT de rente gemiste KOT (component o) over de jaren 2007 tot en met 2011 in de bestreden beschikking onjuist had berekend. UHT verklaart dit te zullen herstellen in de beslissing op bezwaar. Omdat het bezwaar op dit punt gegrond is, zal UHT naar haar zeggen tevens de einddatum van de immateriële schadevergoeding aanpassen en ook de aanvullende vergoeding herberekenen.

Tijdens deze bezwaarprocedure is niet van andere omissies gebleken. Tijdens de zitting
heeft belanghebbende laten weten de schriftelijke reactie van UHT verder te kunnen
volgen. De Commissie adviseert UHT het bezwaar op dit punt gegrond te verklaren
conform haar schriftelijke reactie.

Tot slot stelt belanghebbende dat component m, de vergoeding voor juridische bijstand, hoger dient te zijn. Zij heeft voor de toeslagjaren 2008 en 2011 tot en met 2013 beroep ingesteld.

UHT heeft toegelicht dat de berekening op dit onderdeel juist is. Omdat tijdens de behandeling van het bezwaar geen feiten aannemelijk zijn geworden die tot een andersluidende conclusie kunnen leiden, adviseert de Commissie UHT het
bezwaar op dit onderdeel ongegrond te verklaren.

Beschikking UHT-DC-I A
Belanghebbende heeft geen specifieke bezwaargronden gronden aangevoerd tegen de
beschikking. De Commissie adviseert UHT daarom het bezwaar tegen deze beschikking ongegrond te verklaren.

Beschikking UHT-O OGS B
Hoogte berekening OG/S tegemoetkoming
Belanghebbende stelt dat de OG/S-tegemoetkoming te laag is vastgesteld en dat deze
€ 1.566 zou moeten zijn. UHT heeft toegelicht dat uit het LIC-overzicht wel blijkt dat met betrekking tot het toeslagjaar 2013 € 1.566 is teruggevorderd, maar dat belanghebbende alleen voor de periode maart tot en met december 2013 recht heeft op een O/GS-tegemoetkoming omdat belanghebbende al is gecompenseerd op grond van vooringenomenheid voor de maanden januari en februari 2013. Daarom wordt de O/GS tegemoetkoming naar rato met die maanden verminderd. UHT heeft voorgerekend dat dit resulteert in een O/GS tegemoetkoming van € 1.305 (€ 1.566 : 12 x 10). De Commissie acht deze berekening juist en adviseert UHT het bezwaar op dit punt ongegrond te verklaren.

Proceskostenvergoeding
Omdat het bezwaar tegen beschikking UHT-DC I deels gegrond is, adviseert de
Commissie UHT een proceskostenvergoeding toe te kennen op basis van twee punten
tegen het hoogste tarief.

Conclusie

Samengevat adviseert de Commissie UHT om:

  • het bezwaar tegen de bestreden beschikking met kenmerk UHT-DC I gedeeltelijk
    gegrond te verklaren, die beschikking gedeeltelijk te herroepen en de beschikking
    conform de schriftelijke reactie van UHT aan te passen,
  • een vergoeding van de proceskosten voor de bezwaarprocedure tegen voormelde
    beschikking toe te kennen van twee procespunten (indienen bezwaarschrift en
    deelnemen hoorzitting) met wegingsfactor twee tegen het hoogste tarief,
  • het bezwaar tegen de beschikkingen met kenmerk UHT-O OGS B en
    UHT-DC-I A ongegrond te verklaren.

[handtekening]

Secretaris

[handtekening]

Fungerend voorzitter