Ga direct naar de inhoud Ga direct naar de footer

BAC 2022-10214

Samenvatting

De Bezwaarschriftenadviescommissie (hierna: de Commissie) adviseert UHT om
het bezwaar ongegrond te verklaren en geen proceskostenvergoeding toe te
kennen. Voorts meent de Commissie dat UHT in haar schriftelijke reactie voldoende helder uiteengezet heeft hoe in de toeslagjaren 2012 en 2017 tot en met 2019 de betalingen en verrekeningen hebben plaatsgevonden. Voor wat betreft het toeslagjaar 2012 blijkt uit de producties 4 en 5 dat de KOT op 21 april 2012 neerwaarts is bijgesteld, omdat belanghebbende de kinderopvangtoeslag per 20 maart 2012 zelf heeft stopzet. Voor wat betreft het toeslagjaar 2017 blijkt uit de producties 6, 7 en 7a dat de neerwaartse correctie van 11 oktober 2019 zijn grondslag vindt in een wijziging van de daadwerkelijk genoten opvanguren en het toetsingsinkomen. De bijstellingen voor de desbetreffende toeslagjaren hebben plaatsgevonden conform de door de kinderopvanginstelling of belanghebbende opgestuurde informatie en zijn te duiden als reguliere correcties. Voor wat betreft de toeslagjaren 2018 en 2019 blijkt uit het overzicht van de beschikkingen uit de respectievelijke toeslagjaren 2018 (productie 8) en 2019 (productie 9) dat er geen neerwaartse correcties hebben plaatsgevonden.

Advies