BAC 2022-10103
Publicatiedatum 06-06-2024
Advies van de Bezwaarschriftenadviescommissie hersteloperatie toeslagen
Aan: Belastingdienst/Uitvoeringsorganisatie Herstel Toeslagen (hierna: UHT)
Betreft: het bezwaarschrift van [belanghebbende]
Primair besluit: 17 augustus 2022 met kenmerk UHT CHR GU
Ontvangst bezwaarschrift: 13 september 2022
Hoorzitting: 28 september 2023
Overdracht advies aan UHT: 9 oktober 2023
Samenvatting
De Bezwaarschriftenadviescommissie (hierna: de Commissie) adviseert UHT om het bezwaar ongegrond te verklaren en geen proceskostenvergoeding toe te kennen.
Onderwerp van advies
Het door [gemachtigde] namens [belanghebbende] ingediende bezwaarschrift van 9 september 2022, ontvangen op 13 september 2022, is gericht tegen de door de Belastingdienst/Uitvoeringsorganisatie Herstel Toeslagen (hierna: UHT) genomen beschikking lichte toets van 17 augustus 2022, met kenmerk UHT CHR GU.
Deze beschikking is gebaseerd op het Besluit forfaitair bedrag en verruiming compensatieregeling van 18 maart 2021 (Staatscourant 2021, 14691) gewijzigd bij
Besluit uitbreiding Catshuisregeling Kinderopvangtoeslag van 31 mei 2021, (Staatscourant 2021, 28304) (hierna: Catshuisregeling).
Op 5 november 2022 is de Wet hersteloperatie toeslagen (hierna: Wht) in werking getreden (Stb. 2022, 433).
Gelet op de artikelen 8.6 en 9.2 Wht moet de bestreden beschikking van 17 augustus 2022 geacht worden te zijn genomen op grond van artikel 2.1 en verder van de Wht.
Procesverloop
- Belanghebbende heeft zich bij UHT aangemeld in het kader van een herbeoordeling van de kinderopvangtoeslag (hierna: KOT).
- Bij brief van 17 augustus 2022 heeft UHT aan belanghebbende medegedeeld dat zij (nog) geen recht heeft op betaling van € 30.000 uit hoofde van de eerste toets en dat de herbeoordeling nog niet klaar is.
- Belanghebbende heeft bij brief, ingekomen op 13 september 2022, bezwaar gemaakt tegen deze beschikking. Op 21 september 2022 heeft UHT een ontvangstbevestiging hiervan gestuurd.
- Op 6 maart 2023 ontving de Commissie het bericht dat UHT een beroep tegen het niet tijdig nemen van een besluit (BNTB) heeft ontvangen.
- Op 9 mei 2023 heeft UHT schriftelijk gereageerd op de bezwaargronden van belanghebbende.
- Op 28 juli 2023 heeft de Commissie partijen uitgenodigd voor een hoorzitting op
28 september 2023. - Op 18 september 2023 heeft gemachtigde het bezwaar aangevuld met nadere gronden, en aangegeven niet ter zitting te zullen verschijnen, indien het dossier
niet wordt aangevuld. - Op 21 september 2023 heeft UHT per email laten weten dat het dossier wellicht summier is, omdat er over de verschillende toeslagjaren geen sprake is van een neerwaartse bijstelling van de KOT.
- Op 25 september 2023 heeft UHT twee telefoonnotities van 4 en 11 augustus 2022 verstrekt tussen UHT en belanghebbende over de lichte toets.
- Op 26 september 2023 heeft gemachtigde de Commissie geïnformeerd dat belanghebbende en gemachtigde niet ter zitting zullen verschijnen.
- De Commissie, bestaande uit [voorzitter] en [leden], heeft dit advies behandeld.
Ontvankelijkheid en algemene opmerkingen
Niet in geschil is dat het bezwaarschrift ontvankelijk is
Overwegingen ten aanzien van de bezwaren en het bestreden besluit
De Commissie ziet zich gesteld voor de vraag of UHT terecht en op goede gronden is gekomen tot haar beslissing om het verzoek van belanghebbende om compensatie of
tegemoetkoming vooralsnog af te wijzen.
In het kader van de hersteloperatie kinderopvangtoeslag heeft het kabinet eind 2020
aanvullende maatregelen genomen met als doel ouders sneller recht te kunnen doen.
Eén van die maatregelen betreft het uitkeren van een forfaitair bedrag van € 30.000
aan alle gedupeerde ouders die een verzoek voor herstel hebben ingediend, indien het
verzoek wordt gehonoreerd.
Voor het beoordelen van de vraag of een ouder in aanmerking komt voor toekenning van het bedrag van € 30.000 is voorzien in het uitvoeren van een zogenaamde lichte toets. Na de lichte toets volgt een integrale beoordeling op grond van de Wht.
Zoals uiteen is gezet in artikel 2.7 Wht voorziet die wet in een eenmalige forfaitaire uitkering aan gedupeerde ouders. Deze uitkering is bedoeld voor ouders die een verzoek hebben ingediend of gaan indienen voor compensatie of tegemoetkoming op grond van de Wht, als zij daarvoor in aanmerking komen.
Gemachtigde stelt dat het dossier over het jaar 2014 andere informatie bevat dan in de bestreden beschikking is weergegeven, de beschikking ondeugdelijk is gemotiveerd en in de huidige vorm geen stand kan houden.
De Commissie kan UHT volgen in het ingenomen standpunt ten aanzien van de motivering van het besluit en de zorgvuldigheid van het hieraan ten grondslag liggende onderzoek. Hoewel de beschikking geen uitvoerige motivering bevat, heeft UHT met de schriftelijke reactie van 9 mei 2023 en met behulp van diverse producties waaronder RKT bestanden, beschikkingen en SAS-overzichten alsnog deugdelijk gemotiveerd waarom zij op basis van de lichte toets aan belanghebbende geen € 30.000 heeft toegekend.
Voor de jaren 2014 tot en met 2019 is op basis van de beschikbare gegevens geen reden om aan te nemen dat sprake is van vooringenomen handelen, hardheid dan wel een onterechte kwalificatie opzet/grove schuld (OGS) door de Belastingdienst/Toeslagen (hierna: B/T). De wijzigingen in de KOT zijn het directe gevolg van de verwerking van informatie die B/T van belanghebbende heeft ontvangen. UHT concludeert dat geen sprake is van vooringenomen handelen door B/T, maar van verwerking van gegevens conform de wet- en regelgeving.
De Commissie overweegt dat de bestreden beschikking preciezer gemotiveerd had mogen worden. Zoals eerder overwogen is de Commissie van oordeel dat met het indienen van de schriftelijke reactie met bijbehorende producties, en de aanvullende
correspondentie, het bestreden besluit voldoende is onderbouwd en het bezwaardossier over de lichte toets in voldoende mate bestaat uit de op de zaak betrekking hebbende stukken.
De Commissie wijst er nog op dat UHT in een e-mail bericht van 21 september 2023 nader heeft toegelicht dat over de uitkomst van de lichte toets tweemaal telefonisch
contact is geweest met (op 4 augustus 2022 en 11 augustus 2022). De betreffende twee telefoonnotities heeft UHT op 25 september 2023 verstrekt aan de Commissie die deze heeft doorgestuurd aan gemachtigde.
De stelling van gemachtigde dat aanvankelijk zou zijn voorgehouden dat zij als gedupeerde werd aangemerkt op basis van de lichte toets, wordt dan ook niet
ondersteund door voormelde telefoonnotities.
Gezien het voorgaande heeft UHT (vooralsnog) voldoende gemotiveerd dat belanghebbende niet als gedupeerde in de zin van de Wht is aangemerkt. De Commissie concludeert daarom dat UHT op goede gronden tot haar besluit is gekomen.
Voor zover een grondigere bestudering tijdens de integrale beoordeling tot de conclusie leidt dat belanghebbende toch als gedupeerde kan worden aangemerkt, kan alsnog worden overgegaan tot compensatie. Echter, dit heeft geen gevolgen voor het besluit over de lichte toets waartegen in onderhavige procedure in bezwaar is gekomen.
Het vorenstaande brengt mee dat de Commissie UHT zal adviseren het bezwaar
ongegrond te verklaren.
Conclusie
Samenvattend is de Commissie van oordeel dat UHT blijkens alle ter zake overgelegde stukken een voldoende zorgvuldig onderzoek heeft uitgevoerd in het kader van de lichte toets en adviseert de Commissie UHT om het bezwaarschrift ongegrond te verklaren en geen proceskostenvergoeding toe te kennen.
[handtekening]
Secretaris
[handtekening]
Fungerend voorzitter