BAC 2022-10094

Publicatiedatum 24-04-2025

Advies van de Bezwaarschriftenadviescommissie hersteloperatie toeslagen

Onderwerp van advies

De door gemachtigde namens belanghebbende ingediende bezwaarschriften zijn gericht tegen de door UHT genomen:

• Definitieve beschikking compensatie kinderopvangtoeslag (hierna: KOT) van 13 september 2022 met kenmerk UHT-DC I ten aanzien van toeslagjaar 2011;
• Definitieve beschikking afwijzing compensatie KOT van 13 september 2022 met kenmerk UHT-DC-I A ten aanzien van toeslagjaren 2008, 2009, 2010 en 2012;
• Beschikking herbeoordeling KOT van 13 september 2022 met kenmerk UHT-DH5 A ten aanzien van toeslagjaren 2008, 2009, 2010 en 2012.

Met toepassing van de Compensatieregeling CAF 11 van 28 augustus 2020 (Stcrt. 2020, nr. 45904; hierna: Compensatieregeling) is aan belanghebbende voor toeslagjaar 2011 een compensatie toegekend van € 29.912,-. Over de jaren 2008, 2009, 2010 en 2012 is aan belanghebbende géén compensatie toegekend. Wel is aan belanghebbende een tegemoetkoming op grond van Opzet/Grove Schuld (O/GS) toegekend voor de toeslagjaren 2009, 2010 en 2012. Dat is gebeurd in een afzonderlijke beschikking van 6 december 2022 met kenmerk UHT-O OGS B.

Overgangsrecht
Op 5 november 2022 is de Wet van 2 november 2022 houdende regels ten behoeve van de hersteloperatie toeslagen (Wet hersteloperatie toeslagen, hierna: Wht) in werking getreden. Gelet op het bepaalde in de artikelen 8.6 en 9.2 Wht moeten de bestreden beschikkingen geacht worden te zijn genomen op grond van artikel 2.1 en verder van de Wht.

Procesverloop

• Belanghebbende heeft op 30 december 2020 verzocht om een herbeoordeling van de KOT.
• Bij beschikking van 1 maart 2021 is aan belanghebbende een bedrag van € 30.000,- toegekend op grond van de Catshuisregeling.
• De Commissie van Wijzen (hierna: CvW) heeft haar beoordeling van het verzoek van belanghebbende op 6 mei 2022 aan UHT toegestuurd. De CvW heeft geoordeeld dat gedurende de jaren 2008, 2009, 2010 en 2012 geen sprake is geweest van institutionele vooringenomenheid of hardheid. De CvW merkt op dat volgens het voorlopige oordeel van UHT de compensatieregeling wel van toepassing is voor toeslagjaar 2011 en dat belanghebbende voor de jaren 2009, 2010 en 2012 in aanmerking komt voor een O/GS-tegemoetkoming.
• Bij beschikkingen van 13 september 2022 met kenmerken UHT-DC-I A en UHT-DH5 A heeft UHT belanghebbende bericht dat hij geen recht heeft op compensatie KOT voor de jaren 2008, 2009, 2010 en 2012.
• Bij brief van 24 juni 2022 heeft UHT belanghebbende een vooraankondiging van de voorlopige compensatieberekening toegezonden. Daarbij is een bedrag aan compensatie toegekend van € 29.131,-.
• Bij beschikking van 13 september 2022 met kenmerk UHT-DC I is de voorlopige compensatie aangevuld tot € 29.912,-. Dit heeft niet geleid tot de uitbetaling van een extra bedrag omdat belanghebbende al € 30.000,- op grond van de Catshuisregeling had ontvangen.
• Tegen deze 3 definitieve beschikkingen van 13 september 2022 heeft gemachtigde op 12 en 14 september 2022, ontvangen op 14 september 2022, afzonderlijke bezwaarschriften ingediend. Op 12 januari 2024 zijn aanvullende bezwaargronden ingediend.
• Bij beschikking van 6 december 2022 met kenmerk UHT-O OGS B is aan belanghebbende een O/GS-tegemoetkoming van € 8.858,- toegekend over de toeslagjaren 2009, 2010 en 2012. In verband met de reeds betaalde compensatie is van deze tegemoetkoming € 8.770,- aan belanghebbende uitgekeerd.
• UHT heeft op 4 juli 2023 en op 26 februari 2024 schriftelijke reacties ingediend op de bezwaren van belanghebbende.
• Op 15 en 25 februari 2024 heeft gemachtigde aan de Commissie gemeld dat belanghebbende geen gebruik maakt van de mogelijkheid de bezwaren op een hoorzitting toe te lichten. De Commissie ziet daarom op grond van artikel 7:3 onder c van de Algemene wet bestuursrecht af van het horen van belanghebbende en adviseert op basis van de aan haar bekende stukken.
• Het bezwaarschrift is behandeld door de Commissie. De Commissie komt tot het volgende oordeel en advies.

Ontvankelijkheid en algemene opmerkingen

Niet in geschil is dat de bezwaarschriften ontvankelijk zijn.

Overwegingen ten aanzien van de bezwaren en het bestreden besluit

Wat is in geschil?
In zijn bezwaarschriften heeft gemachtigde verzocht de dossierstukken aan hem te zenden en hem in de gelegenheid te stellen de gronden van bezwaar aan de hand daarvan nader in te vullen. De Commissie gaat ervan uit dat met toezending van het dossier aan gemachtigde, waaronder de schriftelijke reactie van UHT van 4 juli 2023, het in deze procedure enkel nog gaat om de nader geformuleerde bezwaargronden van 12 januari 2024. Daarmee is in geschil of belanghebbende over toeslagjaar 2011 in aanmerking dient te komen voor een O/GS-tegemoetkoming. Hieronder zal de Commissie dit bespreken. Gelet op de schriftelijke reactie zal de Commissie eerst vaststellen op welke punten UHT aan belanghebbende tegemoetkomt.

Compensatieberekening toeslagjaar 2011
UHT heeft geconstateerd dat bij de berekening van de rente over de gemiste KOT (component o) is uitgegaan van een onjuiste startdatum, namelijk 25 januari 2013. Dit had 1 juli 2012 moeten zijn. Het bedrag wordt daarom aangepast van € 11.483,- naar € 11.910,-. UHT acht het bezwaar op dit punt gegrond.

De Commissie neemt hiervan met instemming kennis en adviseert UHT de compensatieberekening in deze zin aan te passen. Omdat sprake is van een gegrond bezwaar adviseert de Commissie UHT ook om de vergoeding voor immateriële schade te berekenen tot aan de beschikking op bezwaar en de aanvullende vergoeding van 1% aan te passen.

O/GS-tegemoetkoming toeslagjaar 2011
Belanghebbende betoogt dat hij over toeslagjaar 2011 recht heeft op een O/GS-tegemoetkoming.

De Commissie stelt vast dat belanghebbende over het gehele toeslagjaar 2011 compensatie heeft ontvangen. Artikel 2.6 lid 4 Wht staat eraan in de weg dat in dat geval ook nog een O/GS-tegemoetkoming voor hetzelfde toeslagjaar wordt toegekend. Een O/GS-tegemoetkoming zou lager zijn dan de compensatie, dus het is voor belanghebbende gunstig dat hij compensatie heeft ontvangen. Het bezwaar is ongegrond.

Proceskostenvergoeding
Nu het bezwaar naar het oordeel van de Commissie ten dele gegrond is, adviseert de Commissie om het verzoek voor vergoeding van de kosten van rechtsbijstand in deze bezwaarprocedure toe te wijzen. Op grond van het Besluit proceskosten bestuursrecht heeft belanghebbende recht op een forfaitaire vergoeding op basis van 1 procespunt (bezwaarschrift) met een wegingsfactor 2. Net als in eerdere zaken adviseert de Commissie daarbij de hoogste vergoeding per procespunt toe te kennen.

Conclusie

Gelet op het voorgaande adviseert de Commissie UHT om:

• het bezwaarschrift gericht tegen de Definitieve beschikking compensatie KOT, met kenmerk UHT-DC I, gegrond te verklaren ten aanzien van de berekening van de rente over de gemiste KOT en alle, ingevolge de Wht, daarmee samenhangende, vergoedingen opnieuw te berekenen met inachtneming van dit advies, en daarbij de einddatum van de desbetreffende vergoedingen vast te stellen op de datum van dagtekening van de beslissing op bezwaar;
• de overige bezwaarschriften ongegrond te verklaren;
• de proceskosten te vergoeden op basis van 1 procespunt met een wegingsfactor 2 en daarbij de hoogste vergoeding per procespunt toe te kennen.