BAC 2022-09995
Samenvatting
De Bezwaarschriftenadviescommissie (hierna: de Commissie) adviseert UHT om het bezwaar van belanghebbende ongegrond te verklaren. De Commissie is van mening dat de beslissing van UHT om het verzoek om compensatie van belanghebbende af te wijzen, voldoende gemotiveerd tot stand is gekomen. De bijstellingen in de toeslagjaren 2009 en 2010 zijn gebaseerd op door belanghebbende verstrekte gegevens. Op 5 september 2010 heeft belanghebbende verklaard, middels een antwoordformulier, dat er in 2009 geen gebruik is gemaakt van KOT (Kinderopvangtoeslag). Bovendien heeft belanghebbende kennelijk alleen een jaaropgaaf van haar werkgever betreffende het loon van 2009 en een pagina uit een ongedateerd contract met een gastouderbureau verstrekt. Uit dit contract blijkt niet duidelijk gedurende welke periode er wel of geen opvang heeft plaatsgevonden. UHT heeft tevens gemotiveerd dat de KOT van 2010 telefonisch is stopgezet op 10 december 2009 met ingang van 1 januari 2010. De Commissie oordeelt dat UHT voldoende zorgvuldig onderzoek heeft uitgevoerd in het kader van de lichte toets.