BAC 2022-09611
Publicatiedatum 11-07-2023
Advies van de Bezwaarschriftenadviescommissie hersteloperatie toeslagen
Aan: Belastingdienst/Uitvoeringsorganisatie Herstel Toeslagen (hierna: UHT)
Betreft: het bezwaarschrift van [belanghebbende]
Primair besluit: 24 juni 2022 met kenmerk UHT CHR G
Ontvangst bezwaarschrift: 4 augustus 2022
Overdracht advies aan UHT: 11 mei 2023
Samenvatting
De Bezwaarschriftenadviescommissie (hierna: de Commissie) adviseert UHT om het bezwaar ongegrond te verklaren. Voorts adviseert de Commissie om de integrale beoordeling van de compensatie in gang te zetten.
Onderwerp van advies
Het door [gemachtigde] namens [belanghebbende] ingediende bezwaarschrift is gericht tegen de door UHT genomen beschikking van 24 juni 2022, met kenmerk UHT CHR GU, op de aanvraag van belanghebbende om toekenning van een zogenoemde Catshuisuitkering.
Deze beschikking is gebaseerd op het Besluit forfaitair bedrag en verruiming
compensatieregeling van 18 maart 2021 (Staatscourant 2021, 14691) gewijzigd bij
Besluit uitbreiding Catshuisregeling Kinderopvangtoeslag van 31 mei 2021,
(Staatscourant 2021, 28304) (hierna: Catshuisregeling).
Op 5 november 2022 is de Wet hersteloperatie toeslagen, hierna: Wht) in werking
getreden.
Op grond van het bepaalde in artikel 8.6 en 9.2 Wht moet de bestreden beschikking
geacht worden te zijn genomen op grond van artikel 2.1 en verder van de Wht.
Procesverloop
- Bij beschikking van 24 juni 2022 is aan belanghebbende meegedeeld dat zij (nog) geen recht heeft op een betaling van € 30.000.
- Bij brief van 1 augustus 2022 (ontvangen door UHT op 4 augustus 2022) heeft gemachtigde bezwaar ingediend tegen deze beschikking. Op 20 januari 2023 heeft
UHT hier schriftelijk op gereageerd. - Gemachtigde heeft de Commissie op 11 april 2023 laten weten dat belanghebbende afziet van het recht om te worden gehoord. De hoorzitting, die geagendeerd was voor 13 april 2023 om 14.30 uur, is daarom niet doorgegaan.
- De Commissie, bestaande uit [voorzitter] en [leden], heeft het bezwaarschrift behandeld in haar vergadering van 11 mei 2023.
Ontvankelijkheid en algemene opmerkingen
Niet in geschil is dat het bezwaarschrift ontvankelijk is.
Overwegingen ten aanzien van de bezwaren en het bestreden besluit
De Commissie ziet zich gesteld voor de vraag of UHT terecht en op goede gronden is
gekomen tot haar beslissing om het verzoek van bezwaarde om compensatie of
tegemoetkoming vooralsnog af te wijzen.
In het kader van de hersteloperatie kinderopvangtoeslag (hierna KOT) heeft het kabinet eind 2020 aanvullende maatregelen genomen met als doel ouders sneller recht te kunnen doen. Eén van die maatregelen betreft het uitkeren van een forfaitair bedrag van € 30.000 aan alle gedupeerde ouders die een verzoek voor herstel hebben ingediend, indien het verzoek wordt gehonoreerd (artikel 2. 7 Wht).
Voor het beoordelen van de vraag of een ouder in aanmerking komt voor toekenning van het bedrag van € 30.000 is voorzien in het uitvoeren van een zogenaamde lichte toets. Na deze lichte toets volgt een integrale beoordeling op grond van de Wht.
In het bezwaarschrift stelt belanghebbende zich op het standpunt dat de motivering van het bestreden besluit niet op juistheid kan worden gecontroleerd. UHT heeft bij de
schriftelijke reactie de op de zaak betrekking hebbende stukken meegezonden.
Uit de schriftelijke reactie blijkt dat UHT ter voorbereiding van de bestreden beschikking per toeslagjaar aan de hand van gewezen beschikkingen en bestanden is nagegaan wat de situatie van belanghebbende in de jaren 2013 en 2014 is geweest. De Commissie stelt vast dat uit de schriftelijke reactie volgt dat UHT na het uitvoeren van de lichte toets heeft mogen oordelen dat zij geen reden zag om tot uitkering van € 30.000 aan belanghebbende over te gaan. Immers, de bijstellingen voor de jaren 2013 en 2014 hebben, voor zover uit de bij de Commissie ingediende stukken blijkt, plaatsgevonden conform de door de kinderopvanginstelling of belanghebbende opgestuurde informatie. De wijzigingen in toegekende KOT zijn derhalve in ieder geval op het eerste gezicht verklaarbaar.
Het vorenstaande brengt mee dat de Commissie UHT zal adviseren het bezwaar
ongegrond te verklaren. Daarmee geeft de Commissie geen voorschot op de integrale
beoordeling die nog zal plaatsvinden.
Voor zover een grondigere bestudering tot de conclusie leidt dat belanghebbende toch als gedupeerde kan worden aangemerkt, (wat niet op voorhand kan worden uitgesloten) kan alsnog worden overgegaan tot compensatie. Dit zal dan evenwel in het kader van de integrale beoordeling zijn. Dit heeft derhalve geen gevolgen voor het besluit waartegen belanghebbende nu bezwaar heeft gemaakt.
De Commissie adviseert UHT tot slot om het ertoe te leiden dat de integrale toets zo spoedig mogelijk zal worden afgerond.
Conclusie
Samenvattend concludeert de Commissie dat UHT blijkens alle ter zake overgelegde
stukken een voldoende zorgvuldig onderzoek heeft uitgevoerd in het kader van de lichte toets. De Commissie adviseert UHT:
- om het bestreden besluit in stand te laten;
- om de integrale beoordeling in gang te zetten.
[handtekening]
Secretaris
[handtekening]
Fungerend voorzitter