Ga direct naar de inhoud Ga direct naar de footer

BAC 2022-09548

Advies van de Bezwaarschriftenadviescommissie hersteloperatie toeslagen

Aan: Belastingdienst/Uitvoeringsorganisatie Herstel Toeslagen (hierna: UHT)

Betreft: het bezwaarschrift van [belanghebbende]

Primair besluit: 1 augustus 2022 en 3 augustus 2022 met kenmerk UHT CHR GU

Ontvangst bezwaarschrift: 8 september 2023

Overdracht advies aan UHT: 11 oktober 2023

Samenvatting

De Bezwaarschriftenadviescommissie (hierna: de Commissie) adviseert UHT om het bezwaar ongegrond te verklaren en de integrale beoordeling van het recht op compensatie in gang te zetten.

Onderwerp van advies

Het door [gemachtigde] namens [belanghebbende] ingediende bezwaarschrift van 5 augustus 2022 is gericht tegen de door UHT genomen beschikking afwijzing eerste toets van 1 augustus 2022 en 3 augustus 2022, die identiek is aan de beschikking van 1 augustus 2022.

Aan belanghebbende is met toepassing van het Besluit forfaitair bedrag en verruiming
compensatieregeling van 18 maart 2021 (Staatscourant 2021, 14691), gewijzigd bij
Besluit uitbreiding Catshuisregeling Kinderopvangtoeslag van 31 maart 2021
(Staatscourant 2021, 28304) geen compensatie toegekend.

Op 5 november 2022 is de Wet hersteloperatie toeslagen (hierna: Wht) in werking
getreden (Stb. 2022, 433). Op grond van artikelen 8.6 en 9.2 Wht moeten
beschikkingen die in het kader van de hersteloperatie toeslagen zijn gegeven vóór het
tijdstip van inwerkingtreding van de Wht, vanaf dat tijdstip geacht worden te zijn
genomen op grond van afdeling 2.1 en verder van de Wht.

Procesverloop

  • Belanghebbende heeft verzocht om een herbeoordeling van de kinderopvangtoeslag (hierna: KOT) over de jaren 2018 en 2019.
  • UHT heeft bij de bestreden beschikkingen aan belanghebbende meegedeeld dat zij (nog) geen recht heeft op een compensatie van € 30.000.
  • Gemachtigde heeft bij brief van 5 augustus 2022, ingekomen op 5 augustus 2022, tegen deze beschikkingen een bezwaarschrift ingediend.
  • UHT heeft op 28 februari 2023 een schriftelijke reactie ingediend.
  • Op 8 september 2023 heeft een hoorzitting plaatsgevonden. Van de hoorzitting is een verslag gemaakt.

Ontvankelijkheid en algemene opmerkingen

Niet in geschil is dat het bezwaarschrift ontvankelijk is.

Overwegingen ten aanzien van de bezwaren en het bestreden besluit

De Commissie ziet zich gesteld voor de beantwoording van de vraag of UHT terecht en op goede gronden is gekomen tot haar beslissing om het verzoek van belanghebbende
om compensatie of tegemoetkoming vooralsnog af te wijzen.

In het kader van de hersteloperatie kinderopvangtoeslag heeft het kabinet eind 2020
aanvullende maatregelen genomen met als doel ouders sneller recht te kunnen doen.
Eén van die maatregelen betreft het uitkeren van een forfaitair bedrag van € 30.000 aan alle gedupeerde ouders die een verzoek tot herstel hebben ingediend, indien het
verzoek wordt gehonoreerd (artikel 2.7 Wht). Voor het beoordelen van de vraag of een
ouder in aanmerking komt voor toekenning van het bedrag van € 30.000 is voorzien
in het uitvoeren van een zogenoemde eerste toets. Na deze eerste toets volgt een
integrale beoordeling.

De Commissie meent dat uit de schriftelijke reactie volgt dat UHT na het uitvoeren van
de eerste toets heeft mogen oordelen dat zij nog geen reden zag om tot uitkering van
€ 30.000 aan belanghebbende over te gaan. Immers, de bijstellingen voor de jaren
2018 en 2019 – voor zover, in verband met het bepaalde in artikel 2.1, lid 1, onder a
van de Wht, liggende binnen het bereik van de Commissie – hebben, voor zover tot nu
toe uit de stukken volgt, plaatsgevonden conform de door de kinderopvanginstelling of belanghebbende opgestuurde informatie. De wijzigingen in toegekende KOT zijn daarom in ieder geval op het eerste gezicht verklaarbaar. De door belanghebbende naar voren gebrachte bezwaargronden maken dit naar het oordeel van de Commissie niet anders.

Voor zover een grondigere bestudering tot de conclusie leidt dat belanghebbende toch
als gedupeerde kan worden aangemerkt, hetgeen op voorhand niet kan worden
uitgesloten, dan kan alsnog worden overgegaan tot het toekennen van compensatie. Dit zal dan evenwel in het kader van de integrale beoordeling zijn. Dit heeft geen gevolgen voor het besluit waartegen in de onderhavige procedure in bezwaar is opgekomen.

Belanghebbende stelt zich op het standpunt dat de bestreden beschikkingen
onvoldoende zijn gemotiveerd. UHT voert aan dat voor zover de bestreden
beschikkingen onvoldoende zijn gemotiveerd, de schriftelijke reactie als aanvulling geldt. De Commissie kan UHT volgen in het ingenomen standpunt ten aanzien van de
motivering van het besluit en de zorgvuldigheid van het hieraan ten grondslag liggende onderzoek. De Commissie is van oordeel dat door middel van het indienen van de schriftelijke reactie met verwijzing naar producties in het bezwaardossier de bestreden beschikkingen voldoende zijn onderbouwd.

Daarom adviseert de Commissie, de hiervoor geformuleerde vraag bevestigend
beantwoordend, UHT om het bezwaar ongegrond te verklaren en om de integrale
beoordeling in gang te zetten. Met vorenstaande beoordeling geeft de Commissie geen voorschot op de integrale beoordeling die nog zal plaatsvinden, los van het
bezwaarschrift dat is ingediend tegen het besluit volgend op de eerste toets.

Advies

Samengevat adviseert de Commissie om:

  • het bezwaar ongegrond te verklaren;
  • belanghebbende te laten weten dat de beslissing op bezwaar alleen betrekking
    heeft op de eerste toets en niet al mede een integrale beoordeling bevat;
  • de integrale beoordeling in gang te zetten.

[handtekening]

Secretaris

[handtekening]

Fungerend voorzitter