BAC 2022-09410

Publicatiedatum 14-05-2025

Advies van de Bezwaarschriftenadviescommissie hersteloperatie toeslagen

Onderwerp van advies

Het namens belanghebbende ingediende bezwaarschrift is gericht tegen de door UHT genomen beschikking van 23 juni 2022 (kenmerk UHT-HD CWS). In deze bestreden beschikking is aan belanghebbende een aanvullende schadevergoeding van € 14.699 toegekend voor werkelijke schade. UHT heeft voorafgaand aan deze beschikking advies ingewonnen bij de Commissie Werkelijke Schade (hierna: CWS).

Op 5 november 2022 is de Wet van 2 november 2022 houdende regels ten behoeve van de hersteloperatie toeslagen (hierna: Wht) in werking getreden. Gelet op het bepaalde in artikel 8.6 en 9.2 Wht wordt de bestreden beschikking geacht te zijn genomen op grond van artikel 2.1 en verder van de Wht.

Procesverloop

• Bij beschikking van 12 februari 2021 heeft UHT aan belanghebbende naar aanleiding van de lichte toets een forfaitair bedrag van € 30.000 toegekend.
• Bij beschikking van 21 april 2021 is aan belanghebbende een definitief compensatiebedrag van € 32.321 toegekend.
• Op 22 mei 2021 heeft belanghebbende een verzoek om aanvullende schadevergoeding ingediend bij de CWS.
• In het advies van 29 maart 2022 heeft de CWS geadviseerd om een aanvullende schadevergoeding van € 14.699 toe te kennen.
• Bij beschikking van 23 juni 2022 (UHT-HD CWS) heeft UHT besloten dit bedrag toe te kennen, onder verwijzing naar het advies van de CWS.
• Op 28 juli 2022 heeft belanghebbende hiertegen een bezwaarschrift ingediend, dat op 29 juli 2022 door UHT is ontvangen.
• Op 13 januari 2023 heeft gemachtigde een aanvullend bezwaarschrift ingediend.
• UHT heeft op 23 maart 2023 een schriftelijke reactie ingediend.
• Op 20 februari 2024 heeft een hoorzitting plaatsgevonden. Het hoorverslag is bij het advies gevoegd.
• Op 20 februari 2024 is naar aanleiding van de hoorzitting een aanvullende e-mail gestuurd door gemachtigde aan de Commissie, met daarin een aanvullende schadepost inzake de verkoop van een woning in Turkije.
• De Commissie, bestaande uit een voorzitter en twee leden, heeft het advies behandeld.

Ontvankelijkheid en algemene opmerkingen

De ontvankelijkheid van het bezwaarschrift is niet in geschil.

Overwegingen ten aanzien van de bezwaren en het bestreden besluit

Toetsingskader
De Commissie stelt voorop dat in het kader van de hersteloperatie kinderopvangtoeslag gedupeerde ouders – naast de (deels) forfaitaire compensatie – de mogelijkheid hebben om een verzoek tot aanvullende compensatie voor werkelijke schade in te dienen. Dit verzoek wordt beoordeeld door de Commissie Werkelijke Schade (CWS), op grond van artikel 2.1, lid 3, van de Wet hersteloperatie toeslagen (Wht), en vindt plaats met toepassing van het civielrechtelijke schadevergoedingsrecht.

De ouder moet aannemelijk maken:
i) dat en in welke mate sprake is van aanvullende schade, en
ii) dat deze schade het gevolg is van het handelen van de Belastingdienst/Toeslagen (B/T) waarvoor reeds compensatie is toegekend.

UHT mag het advies van CWS volgen, mits zij zich ervan heeft vergewist dat het advies zorgvuldig tot stand is gekomen, de redenering begrijpelijk is en de conclusie aansluit bij de analyse. Alleen bij uitzondering kan UHT van het advies afwijken, mits dit goed gemotiveerd is. In de bezwaarprocedure toetst de Commissie of UHT op juiste wijze invulling heeft gegeven aan deze vergewisplicht.

Inkomensschade
Belanghebbende stelt inkomensschade te hebben geleden doordat zij als gevolg van terugvorderingen van KOT in de Ziektewet is beland.

CWS heeft geadviseerd deze schadepost niet te vergoeden, omdat onvoldoende aannemelijk is dat de problemen met de KOT de doorslaggevende oorzaak zijn geweest voor de instroom in de Ziektewet. CWS verwijst naar informatieverzoeken in 2011 en terugvorderingen in 2012. Belanghebbende gaf aan dat haar inkomen vanaf 2010 is gedaald.

De Commissie acht onvoldoende onderbouwd dat de instroom in de Ziektewet en de inkomensdaling uitsluitend het gevolg waren van de KOT-problematiek. UHT mocht het advies van CWS op dit punt volgen. Dit bezwaaronderdeel is ongegrond.

Vermogensschade

Gedwongen verkoop woning:
CWS acht niet aannemelijk dat de verkoop van de woning en eventuele vermogensschade daarvan direct het gevolg waren van de terugvordering van KOT, mede gezien de onzekerheid over waardestijging.

De Commissie stelt vast dat geen nieuwe relevante feiten of omstandigheden zijn aangevoerd die niet door CWS zijn meegewogen. Het advies is zorgvuldig tot stand gekomen, voldoende gemotiveerd en navolgbaar. De Commissie adviseert UHT dit bezwaaronderdeel ongegrond te verklaren.

Verkoop woning in Turkije:
Belanghebbende stelde dat zij haar woning in Turkije heeft verkocht en een deel van de opbrengst heeft gebruikt voor betalingen aan B/T. Er is echter geen onderbouwing van het verband tussen de verkoop en de terugvordering, en ook onvoldoende inzicht in de omvang van de kosten.

De Commissie acht de overgelegde kadasterinformatie onvoldoende bewijs en adviseert UHT ook dit bezwaaronderdeel ongegrond te verklaren.

Studieschuld dochter DUO:
Belanghebbende heeft ter zitting aangevoerd dat zij de studieschuld van haar dochter als nieuwe schadepost wil inbrengen.

De Commissie volgt het standpunt van UHT dat onvoldoende aannemelijk is dat deze schuld is veroorzaakt door de terugvorderingen van KOT. Er zijn geen aanknopingspunten om deze schade voor vergoeding in aanmerking te laten komen. Dit bezwaaronderdeel is ongegrond.

Proceskostenvergoeding
Omdat alle bezwaaronderdelen ongegrond zijn, bestaat er geen recht op vergoeding van de kosten van rechtsbijstand. De Commissie adviseert UHT om het verzoek om proceskostenvergoeding af te wijzen.

Conclusie

Gelet op het vorenstaande adviseert de Commissie:

• Het bezwaarschrift ongegrond te verklaren en het verzoek voor een
• proceskostenvergoeding af te wijzen.