Ga direct naar de inhoud Ga direct naar de footer

BAC 2022-08990

Advies van de Bezwaarschriftenadviescommissie hersteloperatie toeslagen

Aan: Belastingdienst/Uitvoeringsorganisatie Herstel Toeslagen (hierna: UHT)

Betreft: het bezwaarschrift van [belanghebbende]

Primair besluit: 30 mei 2022 met kenmerken UHT-DC-I A en UHT-DH5 A.

Ontvangst bezwaarschrift: 1 juli 2022

Hoorzitting: 6 december 2024

Overdracht advies aan UHT: 24 januari 2025

Samenvatting

De Bezwaarschriftenadviescommissie (hierna: de Commissie) adviseert UHT om het bezwaar ongegrond te verklaren.

Onderwerp van advies

Het door de gemachtigde namens belanghebbende ingediende bezwaarschrift is gericht tegen de door UHT genomen definitieve beschikkingen inzake compensatie en herbeoordeling kinderopvangtoeslag (hierna: KOT) over de toeslagjaren 2010 tot en met 2015 met de kenmerken UHT-DC-I A en UHT-DH5 A.

Aan belanghebbende is op basis van de Compensatieregeling CAF 11 en vergelijkbare (CAF-)zaken van 28 augustus 2020 (Stcrt. 2020, nr. 45904) geen compensatie toegekend voor genoemde jaren.

Op 5 november 2022 is de Wet hersteloperatie toeslagen (Wht) in werking getreden. Gelet op de artikelen 8.6 en 9.2 Wht moeten de bestreden beschikkingen worden geacht te zijn genomen op grond van artikel 2.1 en verder van de Wht.

Procesverloop

  • Belanghebbende heeft op 30 maart 2022 verzocht om een herbeoordeling van de KOT over de jaren 2010 t/m 2015.
  • De Commissie van Wijzen (CvW) heeft op 2 mei 2022 een advies uitgebracht waarin is geconcludeerd dat gedurende deze jaren geen sprake is geweest van institutionele vooringenomenheid of bijzondere omstandigheden.
  • UHT heeft bij beschikkingen van 30 mei 2022 (UHT-DC-I A en UHT-DH5 A) aan belanghebbende medegedeeld dat geen recht bestaat op compensatie of tegemoetkoming.
  • Gemachtigde heeft op 1 juli 2022 bezwaar ingediend, aangevuld op 7 februari 2023.
  • UHT heeft op 26 juni 2024 schriftelijk gereageerd en op 3 december 2024 per e-mail aangegeven daarbij te blijven.
  • Op 6 december 2024 heeft een hoorzitting plaatsgevonden. Het verslag is bij dit advies gevoegd.
  • Dit advies is uitgebracht door een commissie bestaande uit drie leden.

Ontvankelijkheid en algemene opmerkingen

Het bezwaarschrift is ontvankelijk.
Belanghebbende heeft verzocht om gezamenlijke behandeling met het bezwaar van haar toeslagpartner, maar vanwege het feit dat het om afzonderlijke dossiers gaat, heeft de Commissie gekozen voor gescheiden behandeling. Deze procedure betreft de toeslagjaren 2010 t/m 2015.

Overwegingen ten aanzien van de bezwaren en het bestreden besluit

Beoordeling afwijzing compensatie 2010–2015

De Commissie stelt vast dat de wijzigingen in de toekenning van de KOT in deze jaren voortkwamen uit reguliere oorzaken zoals gewijzigde inkomens, wijzigingen in opvanguren en stopzettingen op initiatief van belanghebbende. Er is geen sprake van vooringenomen handelen of bijzondere hardheid. De Commissie adviseert UHT dit onderdeel van het bezwaar ongegrond te verklaren.

Persoonlijke omstandigheden

Belanghebbende heeft gewezen op persoonlijke en financiële omstandigheden in de betreffende jaren. De Commissie erkent deze omstandigheden, maar ziet hierin geen grond voor het aannemen van individueel vooringenomen handelen. Ook dit bezwaaronderdeel wordt ongegrond geacht.

Hardheid van het stelsel

Voor de toeslagjaren 2010 en 2014 was er geen sprake van een terugvordering van meer dan € 1.500,-. Voor de overige jaren wel, maar niet op gronden die binnen de hardheidsregeling vallen. De Commissie volgt het standpunt van UHT en adviseert dit onderdeel ongegrond te verklaren.

Opzet/Grove Schuld (O/GS)

Er is geen aanwijzing dat belanghebbende ten onrechte is gekwalificeerd onder O/GS. Derhalve bestaat geen recht op compensatie op die grond. De Commissie volgt UHT in deze conclusie.

Motiveringsbeginsel

De Commissie acht de besluiten voldoende gemotiveerd door de combinatie van schriftelijke toelichtingen, SAS-overzichten, RKT-gegevens en andere relevante stukken. Dit bezwaaronderdeel wordt ongegrond geacht.

Zorgvuldigheidsbeginsel

De Commissie is van oordeel dat UHT door het indienen van aanvullende toelichtingen alsnog heeft voldaan aan het zorgvuldigheidsbeginsel. Dit bezwaaronderdeel wordt ongegrond geacht.

Bezwaardossier

De op de zaak betrekking hebbende stukken zijn tijdig aan de gemachtigde verstrekt. De Commissie ziet geen schending van artikel 7:4, lid 2 Awb en acht ook dit onderdeel ongegrond.

Hoogte aflossingsbedrag

Belanghebbende heeft aangegeven dat haar verzoek om een lagere aflossing is afgewezen, maar uit het dossier blijkt niet dat er sprake was van een standaard of afgewezen afbetalingsregeling. Er zijn onvoldoende aanwijzingen voor onjuist handelen. Dit onderdeel wordt ongegrond verklaard.

Conclusie

De Commissie adviseert UHT om:

  • het bezwaar ongegrond te verklaren;
  • de bestreden beschikkingen met kenmerken UHT-DC-I A en UHT-DH5 A in stand te laten;
  • het verzoek om een proceskostenvergoeding af te wijzen.

[handtekening]

Secretaris

[handtekening]

Fungerend voorzitter