BAC 2022-07772

Publicatiedatum 01-05-2025

Advies van de Bezwaarschriftenadviescommissie hersteloperatie toeslagen

Onderwerp van advies

Het door [belanghebbende] (hierna: belanghebbende) ingediende bezwaarschrift is gericht tegen de door UHT genomen Beschikking lichte toets € 30.000, - van 14 maart 2022 om op grond van de lichte toets (verder: eerste toets) vooralsnog geen € 30.000, - toe te kennen.

Deze beschikking is gebaseerd op het Besluit forfaitair bedrag en verruiming compensatieregeling van 18 maart 2021 (Staatscourant 2021, 14691) gewijzigd bij Besluit uitbreiding Catshuisregeling Kinderopvangtoeslag van 31 mei 2021, (Staatscourant 2021, 28304) (hierna: Catshuisregeling).

Overgangsrecht
Op 5 november 2022 is de Wet van 2 november 2022 houdende regels ten behoeve van de hersteloperatie toeslagen (Wet hersteloperatie toeslagen, hierna: Wht) in werking getreden. Gelet op het bepaalde in de artikelen 8.6 en 9.2 Wht moet de bestreden beschikking geacht worden te zijn genomen op grond van artikel 2.1 en verder van de Wht.

Procesverloop

• Belanghebbende heeft zich bij UHT aangemeld in het kader van een herbeoordeling van kinderopvangtoeslag (hierna: KOT).
• Bij beschikking van 14 maart 2022 met kenmerk UHT CHR MGU is aan belanghebbende meegedeeld dat zij (nog) geen recht heeft op een betaling van € 30.000, - uit hoofde van de eerste toets.
• Bij brief van 17 april 2022, op 28 april 2022 ontvangen, heeft belanghebbende bezwaar ingediend tegen deze beschikking. Op 10 mei 2023 heeft UHT hier schriftelijk op gereageerd.
• De Commissie ziet op grond van artikel 7:3 onder e van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) af van het horen van belanghebbende.
• De Commissie, bestaande uit [commissieleden] heeft dit advies behandeld.

Ontvankelijkheid en algemene opmerkingen

Niet in geschil is dat het bezwaarschrift ontvankelijk is.

Overwegingen ten aanzien van de bezwaren en het bestreden besluit

De Commissie ziet zich gesteld voor de vraag of UHT terecht en op goede gronden is gekomen tot haar beslissing om het verzoek van bezwaarde om compensatie of tegemoetkoming vooralsnog af te wijzen.

In het kader van de hersteloperatie kinderopvangtoeslag heeft het kabinet eind 2020 aanvullende maatregelen genomen met als doel ouders sneller recht te kunnen doen. Eén van die maatregelen betreft het uitkeren van een forfaitair bedrag van € 30.000 aan alle gedupeerde ouders die een verzoek voor herstel hebben ingediend, indien het verzoek wordt gehonoreerd.

Voor het beoordelen van de vraag of een ouder in aanmerking komt voor toekenning van het bedrag van € 30.000, - is voorzien in het uitvoeren van een zogenaamde eerste toets. Na deze eerste toets volgt een integrale beoordeling op grond van de Wht.

In de schriftelijke reactie van UHT van 10 mei 2023 is opgenomen dat na het bestreden besluit een nieuwe eerste toets heeft plaatsgevonden. Uit deze (nieuwe) beoordeling volgde dat belanghebbende over toeslagjaar 2014 alsnog is aangemerkt als gedupeerde en dat zij daarom alsnog recht heeft op € 30.000, -. UHT heeft dit bedrag op 12 april 2023 inmiddels aan belanghebbende betaald.

De Commissie meent, op grond van deze nieuwe beoordeling, dat aan de bezwaren van belanghebbende volledig tegemoet wordt gekomen en adviseert het bezwaarschrift kennelijk gegrond te verklaren.

Conclusie

Samenvattend concludeert de Commissie dat UHT blijkens alle ter zake overgelegde stukken niet voldoende en zorgvuldig onderzoek heeft uitgevoerd in het kader van de eerste toets en adviseert de Commissie UHT:

• het bezwaar kennelijk gegrond te verklaren en het bestreden besluit te herroepen en dat te vervangen door één waarbij aan belanghebbende een uitkering op grond van de Wht wordt toegekend van € 30.000, -.