BAC 2022-07535
Samenvatting
De Bezwaarschriftenadviescommissie (hierna: de Commissie) adviseert UHT om
het bezwaar gedeeltelijk gegrond te verklaren en in het kader van de heroverweging voor de beslissing op bezwaar aanvullende materiële en immateriële schadevergoeding aan belanghebbende toe te kennen. De overige bezwaren dienen te worden afgewezen. De Commissie overweegt dat voor het toekennen van schadevergoeding een (wettelijk) kader nodig. Het door CWS toegepaste beoordelingskader is het meest passend om tot een behoorlijke toemeting van de schadevergoeding aan gedupeerde ouders te komen. De Commissie is om die reden van oordeel dat CWS het civielrechtelijke schadevergoedingsrecht terecht als uitgangspunt heeft genomen. Met betrekking tot de vervangende opvangkosten adviseert de Commissie UHT om aanvullend voor de periode van 35 weken vervangende opvangkosten tot een bedrag van € 25,- per week te vergoeden. Dit geldt ook voor de periode september 2013 tot september 2014 indien in 2014 recht op kinderopvangtoeslag bestond. Met betrekking tot de immateriële schade van dochter adviseert de Commissie UHT het bezwaar op dit onderdeel gegrond te verklaren en de aanvullende vergoeding van immateriële schade voor de dochter van belanghebbende te stellen op € 3.000,-.