Ga direct naar de inhoud Ga direct naar de footer

BAC 2022-07529

Advies van de Bezwaarschriftenadviescommissie hersteloperatie toeslagen

Aan: Belastingdienst/Uitvoeringsorganisatie Herstel Toeslagen (hierna: UHT)

Betreft: het bezwaarschrift van [belanghebbende]

Primair besluit: 21 maart 2022 (UHT CHR MGU)

Ontvangst bezwaarschrift: 28 april 2022

Hoorzitting: 27 oktober 2023 en 26 april 2024

Overdracht advies aan UHT: 16 mei 2024

Samenvatting

De Bezwaarschriftenadviescommissie (hierna: de Commissie) adviseert UHT om het bezwaar ongegrond te verklaren. Voorts adviseert de Commissie om de integrale beoordeling in gang te zetten.

Onderwerp van advies

Het door [gemachtigde] (hierna: gemachtigde) namens [belanghebbende] (hierna: belanghebbende) ingediende bezwaarschrift is gericht tegen de door UHT genomen beschikking d.d. 21 maart 2022 met kenmerk UHT CHR MGU.

Op 5 november 2022 is de Wet van 2 november 2022 houdende regels ten behoeve van de hersteloperatie toeslagen (Wet hersteloperatie toeslagen, hierna: Wht) in werking getreden. Gelet op het bepaalde in de artikelen 8.6 en 9.2 Wht moet de bestreden beschikking geacht worden te zijn genomen op grond van artikel 2.1 en verder van de Wht.

Procesverloop

  • Belanghebbende heeft zich bij UHT aangemeld in het kader van een herbeoordeling van kinderopvangtoeslag (hierna: KOT).
  • Bij beschikking van 21 maart 2022 is aan belanghebbende meegedeeld dat zij (nog) geen recht heeft op een betaling van € 30.000.
  • Bij brief van 28 april 2022, ontvangen op 29 april 2022 heeft gemachtigde namens belanghebbende bezwaar ingediend tegen deze beschikking.
  • Op 11 mei 2023 heeft UHT schriftelijk op het bezwaarschrift gereageerd. Deze reactie is aan belanghebbende toegestuurd.
  • Op 27 oktober 2023 heeft de Commissie een hoorzitting gehouden in aanwezigheid van partijen. Een verslag hiervan is achter dit advies gevoegd.
  • Op 26 april 2024 heeft de Commissie een tweede hoorzitting gehouden in aanwezigheid van partijen. Een verslag hiervan is achter ons advies gevoegd.
  • Dit advies wordt uitgebracht door [commissieleden].

Ontvankelijkheid en algemene opmerkingen

Onder verwijzing naar het bepaalde op de website ( “Bezwaren tegen de eerste toets die zijn ingediend voor 26 oktober 2023 behandelt de UHT in beginsel zelf. Hier geldt geen overgangsrecht. Dit geldt echter niet voor bezwaren die al bij de BAC zijn ingepland voor een hoorzitting. Deze zittingen gaan gewoon door.) verklaart de BAC zich bevoegd naar aanleiding van het ingediende bezwaarschrift te adviseren. Niet in geschil is dat het bezwaarschrift ontvankelijk is.

Overwegingen ten aanzien van de bezwaren en het bestreden besluit

De Commissie ziet zich gesteld voor de beantwoording van de vraag of UHT terecht en op goede gronden is gekomen tot haar beslissing om het verzoek van belanghebbende om compensatie of tegemoetkoming vooralsnog af te wijzen.

In het kader van de hersteloperatie kinderopvangtoeslag heeft het kabinet eind 2020 aanvullende maatregelen genomen met als doel ouders sneller recht te kunnen doen. Eén van die maatregelen betreft het uitkeren van een forfaitair bedrag van € 30.000 aan alle gedupeerde ouders die een verzoek voor herstel hebben ingediend, indien het verzoek wordt gehonoreerd (artikel 2.7 Wht).

Voor het beoordelen van de vraag of een ouder in aanmerking komt voor toekenning van het bedrag van € 30.000 is voorzien in het uitvoeren van een zogenaamde lichte toets. Na de lichte toets volgt een integrale beoordeling op grond van de Wht.

In de bestreden beschikking is per jaar toegelicht waarom UHT meent dat vooralsnog niet is gebleken dat de Belastingdienst/Toeslagen (hierna: B/T) institutioneel vooringenomen heeft gehandeld of dat er sprake is van bijzondere omstandigheden in de zin van Wht.
Weliswaar heeft UHT de toelichting bij het uitbrengen van de bestreden beschikking niet onderbouwd met daarop betrekking hebbende producties, maar de Commissie is van oordeel dat UHT door middel van het indienen van het schriftelijke verweer, een uitgebreide uitleg met behulp van de beschikkingsoverzichten en overige producties en de uitleg op de hoorzitting het besluit voldoende heeft onderbouwd.

De Commissie meent dat uit de schriftelijke reactie volgt dat UHT na het uitvoeren van de lichte toets heeft mogen oordelen dat zij nog geen reden zag om tot uitkering van € 30.000 aan belanghebbende over te gaan. Immers, de bijstellingen voor de jaren in geding hebben, voor zover tot nu toe uit de stukken blijkt, plaatsgevonden conform de door de kinderopvanginstelling onderscheidenlijk belanghebbende opgestuurde informatie. De wijzigingen in toegekende KOT zijn derhalve in ieder geval op het eerste gezicht verklaarbaar. De door belanghebbende naar voren gebrachte bezwaargronden maken dit naar het oordeel van de Commissie niet anders.

Voor zover een grondigere bestudering tot de conclusie zou leiden dat belanghebbende toch als gedupeerde kan worden aangemerkt, hetgeen op voorhand niet kan worden uitgesloten, dan kan alsnog worden overgegaan tot compensatie. Dit zal dan evenwel in het kader van de integrale beoordeling zijn. Dit heeft derhalve geen gevolgen voor het besluit waartegen in onderhavige procedure in bezwaar is gekomen.

Het vorenstaande brengt mee dat de Commissie UHT zal adviseren het bezwaar ongegrond te verklaren. Met vorenstaande beoordeling geeft de Commissie geen voorschot op de integrale beoordeling die nog zal plaatsvinden, los van het bezwaarschrift dat is ingediend tegen het besluit volgend op de lichte toets.

De Commissie adviseert UHT tot slot om het ertoe te leiden dat de integrale beoordeling in gang wordt gezet.

Conclusie

Samenvattend concludeert de Commissie dat UHT blijkens alle ter zake overgelegde stukken een voldoende zorgvuldig onderzoek heeft uitgevoerd in het kader van de lichte toets en adviseert de Commissie UHT:

  • om het bezwaar ongegrond te verklaren;
  • om in het besluit op bezwaar aan belanghebbende duidelijk te maken dat de beslissing op bezwaar alleen betrekking heeft op de uitvoering van de lichte toets en niet al mede een integrale beoordeling bevat;
  • om de integrale beoordeling in gang te zetten en in het kader van die toets een serieus onderzoek te doen naar hetgeen belanghebbende heeft aangevoerd.

[handtekening]

Secretaris

[handtekening]

Fungerend voorzitter