Ga direct naar de inhoud Ga direct naar de footer

BAC 2022-07004

Advies van de Bezwaarschriftenadviescommissie hersteloperatie toeslagen

Aan: Belastingdienst/Uitvoeringsorganisatie Herstel Toeslagen (hierna: UHT)

Betreft: het bezwaarschrift van belanghebbende

Primair besluit: 4 april 2022 met kenmerk UHT CHR GU

Ontvangst bezwaarschrift: 11 mei 2022

Hoorzitting: 31 oktober 2023 om 11:30 uur

Overdracht advies aan UHT: 6 december 2023

Samenvatting

De Bezwaarschriftenadviescommissie (hierna: de Commissie) adviseert UHT om
het bezwaar ongegrond te verklaren.

Onderwerp van advies

Het door belanghebbende ingediende bezwaarschrift is gericht tegen de door UHT genomen (afwijzende) beschikking lichte toets van 4 april 2022 met kenmerk UHT CHR GU.

Deze beschikking is gebaseerd op het Besluit forfaitair bedrag en verruiming
compensatieregeling van 18 maart 2021 (Staatscourant 2021, 14691) gewijzigd bij
Besluit uitbreiding Catshuisregeling Kinderopvangtoeslag van 31 mei 2021
(Staatscourant 2021, 28304).

Op 5 november 2022 is de Wet hersteloperatie toeslagen (hierna: Wht) in werking
getreden (Staatsblad 2022, 433). Gelet op de artikelen 8.6 en 9.2 Wht moet de
bestreden beschikking geacht worden te zijn genomen op grond van artikel 2.1 en verder van de Wht.

Procesverloop

  • Belanghebbende heeft verzocht om een herbeoordeling van de Kinderopvangtoeslag (hierna: KOT).
  • Bij brief van 4 april 2022 heeft UHT aan belanghebbende medegedeeld dat zij op
    basis van de uitgevoerde lichte toets nog geen reden ziet om aan belanghebbende
    €30.000 toe te kennen en dat de integrale beoordeling nog moet worden uitgevoerd.
  • Belanghebbende heeft bij brief, ingekomen op 11 mei 2022, bezwaar gemaakt tegen
    deze beschikking. Op 20 mei 2022 heeft UHT een ontvangstbevestiging hiervan
    gestuurd.
  • Op 24 mei 2023 heeft UHT een schriftelijke reactie gegeven op de bezwaargronden
    van belanghebbende.
  • Op 31 oktober 2023 heeft de Commissie een hoorzitting gehouden in aanwezigheid van partijen. Het hoorverslag is bij dit advies gevoegd.
  • Op 28 november 2023 heeft belanghebbende per mail aangegeven de gronden van haar bezwaarschrift niet aan te vullen naar aanleiding van het bezwaardossier en de schriftelijke reactie. Zij wil de integrale beoordeling afwachten.
  • De Commissie bestaande uit [fungerend voorzitter], [commissielid] en [commissielid] heeft dit advies behandeld.

Ontvankelijkheid en algemene opmerkingen

Niet in geschil is dat het bezwaarschrift ontvankelijk is.

Overwegingen ten aanzien van de bezwaren en het bestreden besluit

In het kader van de hersteloperatie kinderopvangtoeslag (hierna KOT) heeft het kabinet eind 2020 aanvullende maatregelen genomen met als doel ouders sneller recht te kunnen doen. Eén van die maatregelen betreft het uitkeren van een forfaitair bedrag van € 30.000 aan
alle gedupeerde ouders die een verzoek voor herstel hebben ingediend, indien het
verzoek wordt gehonoreerd.

Voor het beoordelen van de vraag of een ouder in aanmerking komt voor toekenning van het bedrag van € 30.000 is voorzien in het uitvoeren van een zogenaamde lichte toets. Na de lichte toets volgt een integrale beoordeling op grond van de Wht.

De Commissie ziet zich in deze procedure voor de vraag gesteld of UHT terecht en op
goede gronden is gekomen tot haar beslissing om het verzoek van belanghebbende om compensatie of tegemoetkoming op basis van de lichte toets af te wijzen.

Belanghebbende heeft aangevoerd dat zij overtuigd is dat zij anders is behandeld door de B/T in verband met haar etnische achtergrond. Belanghebbende baseert dit op het feit dat zij drie brieven heeft ontvangen van de B/T destijds. Naar aanleiding hiervan stelt belanghebbende op de zwarte lijst te staan. Hierdoor zou er sprake zijn van discriminatie en zou belanghebbende gedupeerd zijn. Verder heeft belanghebbende verzocht om inzage in haar volledige dossier.

UHT heeft in de schriftelijke reactie de wijzigingen in de KOT voor de toeslagjaren 2013
tot en met 2019 toegelicht.

In 2013 hebben er geen neerwaartse bijstellingen plaatsgevonden. Ten aanzien van 2014 en 2015 is de neerwaartse bijstelling een gevolg van een vermindering van het aantal opvanguren dat door belanghebbende is doorgegeven. In 2016 hebben er geen
neerwaartse bijstellingen plaatsgevonden. Wat betreft 2017 en 2018 is de neerwaartse
bijstelling wederom een gevolg van een vermindering van het aantal opvanguren dat
door belanghebbende is doorgegeven. In 2019 is de KOT neerwaarts bijgesteld door een stijging van het toetsingsinkomen.
Tevens geeft de UHT aan dat ervan wordt uitgegaan dat belanghebbende met de zwarte lijst de FSV-lijst bedoelt. Dit punt valt buiten het behandelkader van de lichte toets en zal daarom verder worden onderzocht tijdens de integrale beoordeling.

Op basis van deze informatie heeft UHT geconcludeerd dat niet gebleken is van
institutioneel vooringenomen handelen, hardheid door B/T of een onterechte kwalificatie opzet/grove schuld, maar van verwerking van gegevens conform de wet- en regelgeving.

De Commissie kan UHT volgen ten aanzien van de motivering van het besluit en de
zorgvuldigheid van het hieraan ten grondslag liggende onderzoek. Hoewel de beschikking geen uitvoerige motivering bevat, heeft UHT met de schriftelijke reactie van 24 mei 2023 en diverse documenten, waaronder SAS-overzichten, alsnog gemotiveerd waarom zij op basis van de lichte toets aan belanghebbende geen € 30.000 heeft toegekend.

Naar het oordeel van de Commissie heeft UHT in het kader van de lichte toets voldoende onderbouwd dat vooralsnog geen sprake lijkt van vooringenomen handelen van B/T, hardheid of een onterechte kwalificatie opzet/grove schuld.

Gezien het voorgaande kan belanghebbende (vooralsnog) niet als gedupeerde in de zin
van de herstelregelingen worden aangemerkt. De Commissie concludeert daarom dat
UHT op goede gronden tot haar besluit is gekomen. Het vorenstaande brengt mee dat de Commissie UHT zal adviseren het bezwaar ongegrond te verklaren.

Voor zover een grondiger bestudering tijdens de integrale beoordeling tot de conclusie
leidt dat belanghebbende toch als gedupeerde kan worden aangemerkt, dan kan alsnog worden overgegaan tot compensatie.

Conclusie

Samenvattend is de Commissie van oordeel dat UHT blijkens alle ter zake overgelegde
stukken een voldoende zorgvuldig onderzoek heeft uitgevoerd in het kader van de lichte toets en adviseert de Commissie UHT om:

  • het bezwaarschrift ongegrond te verklaren en de bestreden beschikking in stand
    te laten.

[handtekening]

Secretaris

[handtekening]

Fungerend voorzitter