Ga direct naar de inhoud Ga direct naar de footer

BAC 2022-06977

Advies van de Bezwaarschriftenadviescommissie hersteloperatie toeslagen

Aan: Belastingdienst/Uitvoeringsorganisatie Herstel Toeslagen (hierna: UHT)

Betreft: het bezwaarschrift van belanghebbende

Primair besluit: 20 april 2022 met kenmerk UHT CHR GU

Ontvangst bezwaarschrift: 3 mei 2022

Hoorzitting: 31 oktober 2023 om 15:00 uur

Overdracht advies aan UHT: 7 maart 2024

Samenvatting

De Bezwaarschriftenadviescommissie (hierna: de Commissie) adviseert UHT om het bezwaar ongegrond te verklaren.

Onderwerp van advies

Het door belanghebbende ingediende bezwaarschrift is gericht tegen de door UHT genomen (afwijzende) beschikking lichte toets van 20 april 2022 met kenmerk UHT CHR GU.

Deze beschikking is gebaseerd op het Besluit forfaitair bedrag en verruiming compensatieregeling van 18 maart 2021 (Staatscourant 2021, 14691) gewijzigd bij Besluit uitbreiding Catshuisregeling Kinderopvangtoeslag van 31 mei 2021 (Staatscourant 2021, 28304).

Op 5 november 2022 is de Wet van 2 november 2022 houdende regels ten behoeve van de hersteloperatie toeslagen (Wet hersteloperatie toeslagen, hierna: Wht) in werking getreden. Gelet op het bepaalde in de artikelen 8.6 en 9.2 Wht moeten de bestreden beschikkingen geacht worden te zijn genomen op grond van artikel 2.1 en verder van de Wht.

Procesverloop

  • Belanghebbende heeft verzocht om een herbeoordeling van de kinderopvangtoeslag (hierna: KOT).
  • Bij brief van 20 april 2022 heeft UHT aan belanghebbende medegedeeld dat zij op basis van de uitgevoerde lichte toets nog geen reden ziet om aan belanghebbende €30.000 toe te kennen en dat de integrale beoordeling nog moet worden uitgevoerd.
  • Belanghebbende heeft bij brief, ingekomen op 3 mei 2022, bezwaar gemaakt tegen deze beschikking. Op 17 mei 2022 heeft UHT een ontvangstbevestiging gestuurd.
  • Op 31 mei 2023 heeft UHT een schriftelijke reactie gegeven op de bezwaargronden.
  • Op 31 oktober 2023 heeft de Commissie een hoorzitting gehouden in aanwezigheid van partijen. Het hoorverslag is bij dit advies gevoegd.
  • Op 12 december 2023 heeft belanghebbende aan de Commissie een afschrift van een brief van de Belastingdienst toegestuurd, waaruit blijkt dat belanghebbende geregistreerd was in de Fraude Signalering Voorziening (hierna: FSV). Een kopie daarvan is aan UHT ter beschikking gesteld. UHT heeft laten weten daarin geen aanleiding voor een nadere reactie te zien.
  • De Commissie bestaande uit [fungerend voorzitter], [commissielid] en [commissielid], heeft dit advies behandeld.

Ontvankelijkheid en algemene opmerkingen

Niet in geschil is dat het bezwaarschrift ontvankelijk is.

Overwegingen ten aanzien van de bezwaren en het bestreden besluit

In het kader van de hersteloperatie KOT heeft het kabinet eind 2020 aanvullende maatregelen genomen met als doel ouders sneller recht te kunnen doen. Eén van die maatregelen betreft het uitkeren van een forfaitair bedrag van € 30.000 aan alle gedupeerde ouders die een verzoek voor herstel hebben ingediend, indien het verzoek wordt gehonoreerd.

Voor het beoordelen van de vraag of een ouder in aanmerking komt voor toekenning van het bedrag van € 30.000 is voorzien in het uitvoeren van een zogenaamde lichte toets. Na de lichte toets volgt een integrale beoordeling op grond van de Wht.

De Commissie ziet zich in deze procedure voor de vraag gesteld of UHT terecht en op goede gronden is gekomen tot haar beslissing om het verzoek van belanghebbende om compensatie of tegemoetkoming op basis van de lichte toets af te wijzen.

Belanghebbende maakt bezwaar tegen het stopzetten van de KOT in het verleden. Door het stopzetten van de KOT was de zoon van belanghebbende niet meer welkom op de kinderopvang. Belanghebbende geeft aan dat zij het erg zwaar heeft gehad als alleenstaande moeder. Belanghebbende is het niet eens met de beschikking en vraagt haar dossier grondig te onderzoeken.

UHT heeft in de schriftelijke reactie de wijzigingen in de KOT voor de toeslagjaren 2008, 2009, 2010 en 2011 toegelicht. Voor de toeslagjaren 2008 en 2009 hebben er geen neerwaartse bijstellingen plaatsgevonden. Voor toeslagjaar 2010 heeft wel een neerwaartse bijstelling plaatsgevonden van € 7.902 naar € 7.673. De reden is dat belanghebbende wijzigingen in het aantal opvanguren en het opvangtarief heeft doorgegeven. Voor toeslagjaar 2011 is de KOT meerdere keren zowel neerwaarts als opwaarts bijgesteld. Deze bijstellingen kwamen door een wijziging in het toetsingsinkomen en het stopzetten van KOT door belanghebbende zelf in april en november.

Op basis van deze informatie heeft UHT geconcludeerd dat geen sprake is van institutioneel vooringenomen handelen, hardheid door B/T of een onterechte kwalificatie opzet/grove schuld, maar van verwerking van gegevens conform de wet- en regelgeving.

De Commissie kan UHT volgen ten aanzien van de motivering van het besluit en de zorgvuldigheid van het hieraan ten grondslag liggende onderzoek. Hoewel de beschikking geen uitvoerige motivering bevat, heeft UHT met de schriftelijke reactie, hetgeen ter zitting besproken en diverse documenten waaronder SAS-overzichten en RKT-bestanden, alsnog gemotiveerd waarom zij op basis van de lichte toets aan belanghebbende geen € 30.000 heeft toegekend.

Met betrekking tot de registratie van belanghebbende in het FSV-systeem overweegt de Commissie dat die registratie niet per definitie inhoudt dat institutioneel vooringenomen is gehandeld en dus aanspraak zou bestaan op compensatie op grond van de Wet hersteloperatie toeslagen. Deze kwestie vergt nader onderzoek. Tijdens de integrale beoordeling kan belanghebbende dit bespreken met de persoonlijk zaakbehandelaar. De Commissie hoopt dat de integrale behandeling op dit punt meer duidelijkheid zal geven aan belanghebbende.

Gezien het voorgaande kan belanghebbende (vooralsnog) niet als gedupeerde in de zin van de herstelregelingen worden aangemerkt. De Commissie concludeert daarom dat UHT op goede gronden tot haar besluit is gekomen. Het vorenstaande brengt mee dat de Commissie UHT zal adviseren het bezwaar ongegrond te verklaren.

Voor zover een grondiger bestudering tijdens de integrale beoordeling tot de conclusie leidt dat belanghebbende toch als gedupeerde kan worden aangemerkt, kan alsnog worden overgegaan tot compensatie.

Conclusie

Samenvattend is de Commissie van oordeel dat UHT blijkens alle ter zake overgelegde stukken een voldoende zorgvuldig onderzoek heeft uitgevoerd in het kader van de lichte toets en adviseert de Commissie UHT om het bezwaarschrift ongegrond te verklaren en de bestreden beschikking in stand te laten.

[handtekening]

Secretaris

[handtekening]

Fungerend voorzitter