Ga direct naar de inhoud Ga direct naar de footer

BAC 2022-06938

Advies van de Bezwaarschriftenadviescommissie hersteloperatie toeslagen

Aan: Belastingdienst/Uitvoeringsorganisatie Herstel Toeslagen (hierna: UHT)

Betreft: het bezwaarschrift van [belanghebbende]

Bestreden besluiten: 23 maart 2022 met kenmerk UHT-CHR GU

Hoorzitting: 22 september 2023

Overdracht advies aan UHT: 10 oktober 2023

Samenvatting

De Bezwaarschriftenadviescommissie (hierna: de Commissie) adviseert UHT om het bezwaar ongegrond te verklaren en belanghebbende te informeren over de Fraude Signalering Voorziening.

Onderwerp van advies

Het door belanghebbende ingediende bezwaarschrift is gericht tegen de door UHT genomen beschikking eerste toets € 30.000 met kenmerk UHT-CHR GU (hierna:
bestreden beschikking).

Aan belanghebbende is met toepassing van het Besluit forfaitair bedrag en verruiming
compensatieregeling van 18 maart 2021 (Staatscourant 2021, 14691), gewijzigd bij
Besluit uitbreiding Catshuisregeling Kinderopvangtoeslag van 31 maart 2021
(Staatscourant 2021, 28304) geen compensatie toegekend.

Op 5 november 2022 is de Wet hersteloperatie toeslagen (hierna: Wht) in werking
getreden (Staatsblad 2022, 433). Op grond van artikelen 8.6 en 9.2 Wht moeten
beschikkingen die in het kader van de hersteloperatie toeslagen zijn gegeven vóór het
tijdstip van inwerkingtreding van de Wht, vanaf dat tijdstip geacht worden te zijn
genomen op grond van afdeling 2.1 en verder van de Wht. Dit geldt ook voor de
bestreden beschikking.

Procesverloop

  • Belanghebbende heeft verzocht om een herbeoordeling van de kinderopvangtoeslag (hierna: KOT) over de jaren 2007 tot en met 2014.
  • UHT heeft bij de bestreden beschikking aan belanghebbende medegedeeld dat
    zij nog niet in aanmerking komt voor een compensatie van € 30.000.
  • Belanghebbende heeft bij brief van 22 april 2022, ingekomen op 6 mei 2022, tegen deze beschikking een bezwaarschrift ingediend.
  • UHT heeft op 10 mei 2023 een schriftelijke reactie ingediend.
  • Op 22 september 2023 heeft een hoorzitting plaatsgevonden.

Ontvankelijkheid

Niet in geschil is dat het bezwaarschrift ontvankelijk is.

Overwegingen ten aanzien van de bezwaren en de bestreden beschikking

De Commissie ziet zich gesteld voor de beantwoording van de vraag of UHT terecht en
op goede gronden is gekomen tot haar beslissing om het verzoek van belanghebbende
om compensatie of tegemoetkoming vooralsnog af te wijzen.

In het kader van de hersteloperatie kinderopvangtoeslag heeft het kabinet eind 2020
aanvullende maatregelen genomen met als doel ouders sneller recht te kunnen doen.
Eén van die maatregelen betreft het uitkeren van een forfaitair bedrag van € 30.000
aan alle gedupeerde ouders die een verzoek tot herstel hebben ingediend, indien het
verzoek wordt gehonoreerd (artikel 2.7 Wht). Voor het beoordelen van de vraag of een
ouder in aanmerking komt voor toekenning van het bedrag van € 30.000 is voorzien in
het uitvoeren van een zogenoemde eerste toets. Na deze eerste toets volgt een
integrale beoordeling.

De Commissie meent dat uit de schriftelijke reactie volgt dat UHT bij het uitvoeren van
de eerste toets heeft mogen oordelen dat zij nog geen reden zag om tot uitkering van
€30.000 aan belanghebbende over te gaan. Immers, de bijstellingen voor de jaren
2008 tot en met 2014 hebben, voor zover uit de stukken ten behoeve van de eerste
toets volgt, plaatsgevonden conform de door de kinderopvanginstelling of
belanghebbende doorgegeven informatie. Voor het jaar 2007 heeft er geen
neerwaartse correctie plaatsgevonden. De wijzigingen in toegekende KOT waren
derhalve op het eerste gezicht verklaarbaar. De omstandigheid dat belanghebbende
inmiddels door middel van een vooraankondiging ervan op de hoogte is gesteld dat zij
op basis van een integrale beoordeling wel voor een compensatie in aanmerking komt,
doet daar - reeds vanwege het verschil in toetsingskader - niet aan af. Van aanspraak
op een proceskostenvergoeding is dan ook geen sprake.

Daarom adviseert de Commissie, de hiervoor geformuleerde vraag bevestigend
beantwoordend, aan UHT om het bezwaar ongegrond te verklaren.

Belanghebbende heeft in haar bezwaarschrift verzocht om informatie over hoe zij in de
systemen van de Belastingdienst/Toeslagen is opgenomen. De Commissie verstaat dit
verzoek van belanghebbende als een verzoek om informatie over een eventuele
vermelding in de Fraude Signalering Voorziening (FSV-lijst). De Commissie adviseert
UHT om belanghebbende hierover te informeren.

Conclusie

Samengevat adviseert de Commissie om het bezwaar ongegrond te verklaren en
belanghebbende te informeren over de FSV-lijst.

[handtekening]

Secretaris

[handtekening]

Fungerend voorzitter