BAC 2022-06503
Publicatiedatum 09-05-2025
Advies van de Bezwaarschriftenadviescommissie hersteloperatie toeslagen
Aan: Belastingdienst/Uitvoeringsorganisatie Herstel Toeslagen (hierna: UHT)
Betreft: het bezwaarschrift van belanghebbende
Primair besluit: 16 maart 2022 met als kenmerk UHT-DC I en
UHT-DHR
Ontvangst bezwaarschrift: 21 april 2022
Hoorzitting: 17 april 2024
Overdracht advies aan UHT: 23 april 2024
Samenvatting
De Bezwaarschriftenadviescommissie hersteloperatie toeslagen (hierna: de
Commissie) adviseert UHT om het bezwaar ongegrond te verklaren en de
beschikkingen van 16 maart 2022 met kenmerken UHT-DC I en UHT-DHR in
stand te laten.
Onderwerp van advies
Het door gemachtigde namens belanghebbende ingediende bezwaarschrift is gericht tegen de definitieve beschikking compensatie kinderopvangtoeslag met kenmerk UHT-DC I. Deze beschikking heeft betrekking op herbeoordeling van kinderopvangtoeslag (hierna: KOT) over berekeningsjaar 2012. Uit de gronden van bezwaar blijkt dat het bezwaar ook gericht is tegen de beschikking herbeoordeling KOT met kenmerk UHT-DHR. Deze beschikking heeft betrekking op herbeoordeling van kinderopvangtoeslag (hierna: KOT) over berekeningsjaar 2013.
Op 5 november 2022 is de Wet van 2 november 2022 houdende regels ten behoeve van de hersteloperatie toeslagen (Wet hersteloperatie toeslagen, hierna: Wht) in werking getreden. De bestreden beschikkingen zijn genomen op grond van artikel 2.1 en verder van de Wht.
Procesverloop
- Belanghebbende heeft verzocht om herbeoordeling van de KOT over de jaren
2012 en 2013. - Bij brief van 15 februari 2021 (UHT-AN) is aan belanghebbende bericht dat hij op
basis van de eerste toets € 30.000,- ontvangt. - Bij beschikkingen van 16 maart 2022 (UHT-DC I en UHT-DHR) is aan
belanghebbende meegedeeld dat hij recht heeft op definitieve compensatie van
€ 56.456,- voor berekeningsjaren 2012 en 2013. Deze beschikkingen worden
hierna samen aangeduid als ‘de bestreden beschikkingen’. - Bij brief van 21 april 2022 heeft belanghebbende een bezwaarschrift ingediend
tegen de bestreden beschikkingen. - Bij brief van 20 oktober 2022 heeft belanghebbende aanvullende gronden
ingediend. - Bij schriftelijke reactie van 2 juni 2023 heeft UHT gereageerd op het bezwaar van
belanghebbende. - Op 17 april 2024 heeft de Commissie een hoorzitting gehouden in aanwezigheid
van partijen. Een verslag hiervan is achter dit advies gevoegd.
Ontvankelijkheid en algemene opmerkingen
Niet in geschil is dat het bezwaarschrift ontvankelijk is.
Overwegingen ten aanzien van de bezwaren en het bestreden besluit
Compensatie nabestaande
De partner van belanghebbende, toeslagpartner van belanghebbende, is overleden. Belanghebbende is van mening dat de nabestaanden van zijn overleden partner ook in de beoordeling betrokken hadden moeten worden. Na het overlijden van mevrouw zijn vorderingen van B/T verhaald op belanghebbende. Belanghebbende verzoekt om berekeningsjaren 2014 en 2015 eveneens te beoordelen. UHT stelt zich op het standpunt dat mevrouw voor 2014 en 2015 heeft aangevraagd. De KOT is ook aan haar toegekend. Ten tijde van de schriftelijke reactie bestaat nog geen wetgeving voor compensatie van nabestaanden.
De Commissie betreurt het ten zeerste dat er jegens belanghebbende nog steeds geen
uitvoering wordt gegeven aan de nabestaandenregeling. Hierdoor kan belanghebbende deze kwestie voorlopig niet afsluiten. De Commissie overweegt evenwel dat haar taak is om UHT te adviseren over bezwaren tegen beschikkingen die gegeven zijn aan een aanvrager van KOT op grond van de artikelen 2.1, 2.4 tot en met 2.6 en 2.9 lid 1 van de Wht (Instellingsregeling Bezwaarschriftenadviescommissie hersteloperatie toeslagen, artikel 3 lid 2 sub a) (hierna: Instellingsregeling BAC). Deze artikelen hebben geen betrekking op compensatie van nabestaanden van een gedupeerde aanvrager KOT. De Commissie kan UHT ter zake van dit onderwerp niet adviseren. Ten overvloede attendeert de Commissie belanghebbende op de website van de Dienst Toeslagen, waarop informatie staat die betrekking heeft op dit onderwerp: https://herstel.toeslagen.nl/herstelregelingen/ex-toeslagpartnerregeling/
Compensatie 2013, wanbetaling KOT, opvang kinderen
Belanghebbende voert verder aan dat geen sprake is geweest van wanbetaling.
Belanghebbende heeft de verschuldigde eigen bijdragen altijd aan de
kinderopvanginstelling betaald. Verder is gedurende het hele jaar sprake geweest van
kinderopvang. UHT stelt dat volgens de KOI-viewer gedurende geheel 2013 sprake
geweest is van kinderopvang. B/T heeft desgevraagd van de kinderopvanginstelling
vernomen dat de overgelegde kwitanties niet afkomstig zijn van deze instelling. De
opvang is volgens de kinderopvanginstelling gestopt vanwege wanbetaling van de eigen bijdrage (productie 25 en 53).
De Commissie overweegt als volgt. Nu belanghebbende voor heel 2013 is
gecompenseerd op basis van hardheid (productie 43, pagina 166 dossier en productie
51), leidt het bezwaar van belanghebbende niet tot een hogere vergoeding. Het bezwaar is op dit onderdeel ongegrond.
Zorgvuldigheidsbeginsel
Tenslotte stelt belanghebbende zich op het standpunt dat UHT heeft gehandeld in strijd met het beginsel van een zorgvuldige besluitvorming en dat de bestreden beschikkingen niet deugdelijk gemotiveerd zijn. De Commissie overweegt dat zij geen redenen heeft om aan te nemen dat UHT haar beslissingen niet zorgvuldig heeft voorbereid. Evenmin blijkt dat de beschikkingen niet deugdelijk gemotiveerd zijn. Het bezwaar is op dit onderdeel ongegrond.
Aanvullende compensatie werkelijke schade
Belanghebbende kan een verzoek om vergoeding van werkelijk geleden schade indienen bij de Commissie aanvullende schadevergoeding werkelijke schade (CWS).
Proceskostenvergoeding
Met inachtneming van het hiervoor gestelde overweegt de Commissie dat
belanghebbende geen recht heeft op een proceskostenvergoeding.
Conclusie en advies
Samenvattend adviseert de Commissie UHT om het bezwaar ongegrond te verklaren en de bestreden beschikkingen in stand te laten.
[handtekening]
Secretaris
[handtekening]
Fungerend voorzitter