Ga direct naar de inhoud Ga direct naar de footer

BAC 2022-06305

Samenvatting

De Bezwaarschriftenadviescommissie (hierna: de Commissie) adviseert UHT om het bezwaar tegen de compensatiebeschikking gegrond te verklaren. Het is de Commissie gebleken dat het bedrag t.a.v. 2017 onder element a gewijzigd dient te worden. Er is in dat jaar immers twee keer sprake geweest van vooringenomenheid. In zo’n geval wordt het meest gunstige bedrag voor belanghebbende gehanteerd. Dat is in casu het bedrag ad € 25.725 van de laatste voorschotbeschikking voorafgaand aan de tweede onterechte neerwaartse correctiebeschikking. De wijziging van element a heeft gevolgen voor de verdere berekening. De Commissie stelt voorts vast dat UHT in de schriftelijke reactie aangeeft dat bij gegrondverklaring van het bezwaar, t.a.v. alle jaren waarover compensatie is toegekend, de einddatum van de periode waarover de rente en de vergoeding van materiele schade wordt berekend, gesteld zal worden op de datum van de beslissing op bezwaar. De Commissie adviseert om uitvoering aan deze toezegging te geven.

Advies