BAC 2022-06305
Publicatiedatum 24-04-2024
Advies van de Bezwaarschriftenadviescommissie hersteloperatie toeslagen
Aan: Belastingdienst/Uitvoeringsorganisatie Herstel Toeslagen (hierna: UHT)
Betreft: het bezwaarschrift van [belanghebbende]
Primair besluit: 1 maart 2022 met kenmerk UHT-DC-I
Ontvangst bezwaarschrift: 20 april 2022
Overdracht advies aan UHT: 2 november 2023
Samenvatting
De Bezwaarschriftenadviescommissie (hierna: de Commissie) adviseert UHT om het bezwaar tegen de compensatiebeschikking gegrond te verklaren.
Onderwerp van advies
Het door [belanghebbende] ingediende bezwaarschrift d.d. 10 april 2022 is gericht tegen de door Belastingdienst/Uitvoeringsorganisatie Herstel Toeslagen (hierna: UHT) genomen definitieve beschikking compensatie kinderopvangtoeslag (hierna: KOT) met kenmerk UHT-DC-I van 1 maart 2022. In de bestreden beschikking wordt aan [belanghebbende] medegedeeld dat zij in aanmerking komt voor compensatie KOT van € 30.000 (€ 29.600 aangevuld tot € 30.000) ten aanzien van de toeslagjaren 2016 tot en met 2019.
Op 5 november 2022 is de Wet van 2 november 2022 houdende regels ten behoeve van de hersteloperatie toeslagen (Wet hersteloperatie toeslagen, hierna: Wht) in werking getreden (Stb. 2022, 433). Artikel 8.6 Wht bepaalt dat beschikkingen die in het kader van de hersteloperatie toeslagen zijn gegeven vóór het tijdstip van inwerkingtreding van afdeling 2.1, vanaf dat tijdstip worden aangemerkt als beschikkingen die zijn gegeven krachtens de van toepassing zijnde artikelen van deze afdeling. Gelet daarop moet de bestreden beschikking geacht worden te zijn genomen op grond van artikel 2.1 en verder van de Wht.
Procesverloop
- Belanghebbende heeft verzocht om een herbeoordeling van haar KOT.
- Bij besluit van 30 april 2021 is aan belanghebbende meegedeeld dat zij in aanmerking komt voor de betaling van het bedrag van € 30.000.
- Bij brief van 23 november 2021 (UHT-VC I) is een vooraankondiging voor
compensatie aan belanghebbende gestuurd. Het voorlopig compensatiebedrag is vastgesteld op € 30.000. - Bij beschikking van 1 maart 2022 (UHT-DC-I) is belanghebbende bericht dat zij recht heeft op een definitieve compensatie voor de toeslagjaren 2016 tot en met 2019 ad € 29.600.
- Belanghebbende heeft bij brief van 10 april 2022 tegen de beschikking met kenmerk UHT-DC-I een bezwaarschrift ingediend.
- Op 2 februari 2023 heeft UHT schriftelijk gereageerd op het bezwaarschrift.
- Op 13 oktober 2023 heeft een hoorzitting plaatsgevonden.
Ontvankelijkheid en algemene opmerkingen
De ontvankelijkheid van het bezwaarschrift is niet in geding.
Overwegingen ten aanzien van de bezwaren en het bestreden besluit
De compensatie voor de toeslagjaren 2016 tot met 2019 en de berekening daarvan worden geacht te zijn vastgesteld op grond van de Wht.
Het is de Commissie, uitgaande van het in de Wht neergelegde systeem en hetgeen UHT op dit punt heeft gesteld, gebleken dat het bedrag ten aanzien van 2017 onder element a gewijzigd dient te worden. Er is in dat jaar immers twee keer sprake geweest van vooringenomenheid. In een dergelijk geval wordt het meest gunstige bedrag voor belanghebbende gehanteerd. Dat is in casu het bedrag ad € 25.725 van de laatste voorschotbeschikking voorafgaand aan de tweede onterechte neerwaartse correctiebeschikking. De wijziging van element a heeft gevolgen voor de verdere berekening.
De Commissie stelt voorts vast dat UHT in de schriftelijke reactie aangeeft dat bij gegrondverklaring van het bezwaar, ten aanzien van alle jaren waarover compensatie is toegekend, de einddatum van de periode waarover de rente en de vergoeding van materiele schade wordt berekend, gesteld zal worden op de datum van de beslissing op bezwaar. De Commissie adviseert om aan deze toezegging uitvoering te geven.
Belanghebbende heeft daarnaast opgemerkt dat zij met het reeds ontvangen compensatiebedrag een deel van haar schulden heeft afbetaald.
Net als UHT, wijst de Commissie in dit verband naar het loket ‘al betaalde schulden’ van de Sociale Bank Nederland. Bij dit loket kunnen gedupeerden van de kinderopvangtoeslagaffaire die met hun compensatie schulden hebben betaald een aanvraag indienen. Dit kan met DigiD via de website van de bank via https://albetaaldeschulden.sbn.nl
Tot slot stelt belanghebbende dat zij geen vertrouwen meer heeft in haar
persoonlijk zaakbehandelaar; zij verzoekt om een andere. De Commissie betreurt deze gang van zaken. Zij gaat ervan uit dat UHT deze klacht zal oppakken. Omdat dit onderwerp echter geen deel uitmaakt van de bezwaarprocedure, laat de Commissie verdere bespreking daarvan achterwege.
Conclusie
Samengevat adviseert de Commissie het bezwaarschrift gegrond te verklaren, de bestreden beschikking te herroepen en het compensatiebedrag aan te passen op de door UHT in het verweerschrift van 2 februari 2023 met kenmerk UHT-DC-I aangegeven wijze.
[handtekening]
Secretaris
[handtekening]
Fungerend voorzitter