Ga direct naar de inhoud Ga direct naar de footer

BAC 2022-06182

Samenvatting

De Bezwaarschriftenadviescommissie (hierna: de Commissie) adviseert UHT om het bezwaar gedeeltelijk gegrond te verklaren en het verzoek om vergoeding van de proceskosten toe te wijzen. Vooropstaand heeft de UHT aangegeven dat het bezwaren tegen besluiten die zijn genomen op basis van adviezen van CWS van vóór het nieuwe beleidskader, ex nunc toetst. Concreet betekent dit dat UHT in een dergelijk geval CWS met betrekking tot de immateriële schade om een nieuw advies vraagt. UHT heeft aangegeven dat, gelet op het verbod van reformatio in peius, bezwaarde hierdoor in beginsel niet in een nadeliger positie terecht mag komen. Omdat belanghebbende door het maken van bezwaar niet in een slechtere positie mag komen, is UHT uitgegaan van het door CWS oorspronkelijk geadviseerde bedrag van € 20.000 aan immateriële schade. Het totaalbedrag aan vergoedingen voor immateriële schade (inclusief de beschikking van 5 februari 2021) komt daarmee op € 30.000. De Commissie ziet in de opstelling van UHT voldoende redenen om het bezwaar op dit punt gegrond te verklaren.

Advies