Ga direct naar de inhoud Ga direct naar de footer

BAC 2022-06038

Samenvatting

De Bezwaarschriftenadviescommissie (hierna: de Commissie) adviseert UHT om de bezwaarschriften in de onderhavige zaak gegrond te verklaren voor wat betreft de juistheid van de compensatieberekening over het toeslagjaar 2011 en de berekening van de O/GS, de bestreden besluiten (UHT-DC I en UHT-O OGS B) op deze onderdelen te herroepen en alle, ingevolge de Wht, daarmee samenhangende, vergoedingen opnieuw te berekenen met inachtneming van dit advies. Tevens adviseert de Commissie het verzoek om vergoeding van de proceskosten toe te wijzen. UHT volgt belanghebbende in haar standpunt dat de berekening voor het toeslagjaar 2011 onjuist is, in die zin dat de KOT vóór het onderzoek over het jaar 2011 (als bedoeld in onderdeel a van de compensatieberekening) ten onrechte is bepaald op € 3.741 en deze € 22.043 dient te bedragen. De Commissie adviseert tot gegrondverklaring van het bezwaar. Zoals in de schriftelijke reactie reeds door UHT is toegezegd, dient de immateriële schadevergoeding naar het oordeel van de Commissie wel te worden doorberekend tot aan de datum van de beslissing op bezwaar, omdat het bezwaar op (andere) onderdelen gegrond is.

Advies