BAC 2022-05951
Publicatiedatum 06-12-2023
Advies van de Bezwaarschriftenadviescommissie hersteloperatie toeslagen
Aan: Belastingdienst/Uitvoeringsorganisatie Herstel Toeslagen (hierna: UHT)
Betreft: het bezwaarschrift van [belanghebbende]
Primair besluit: 14 februari 2022 met kenmerk UHT CHR GU
Ontvangst bezwaarschrift:11 maart 2022
Hoorzitting:15 juni 2023
Overdracht advies aan UHT: 21 juni 2023
Samenvatting
De Bezwaarschriftenadviescommissie (hierna: de Commissie) adviseert UHT om het bezwaar ongegrond te verklaren en geen proceskostenvergoeding toe te kennen. Verder adviseert de Commissie UHT om de integrale beoordeling van het dossier van belanghebbende zo spoedig mogelijk in gang te zetten.
Onderwerp van advies
Het door [belanghebbende] ingediende bezwaarschrift van 9 maart 2022, ontvangen op 11 maart 2022, is gericht tegen de door de Belastingdienst/Uitvoeringsorganisatie Herstel Toeslagen (hierna: UHT) genomen beschikking lichte toets van 14 februari 2022, met kenmerk UHT CHR GU.
Deze beschikking is gebaseerd op het Besluit forfaitair bedrag en verruiming
compensatieregeling van 18 maart 2021 (Staatscourant 2021, 14691) gewijzigd bij
Besluit uitbreiding Catshuisregeling Kinderopvangtoeslag van 31 mei 2021,
(Staatscourant 2021, 28304) (hierna: Catshuisregeling).
Op 5 november 2022 is de Wet houdende regels ten behoeve van de hersteloperatie
toeslagen (Wet hersteloperatie toeslagen, hierna: Wht) in werking getreden. Op grond
van artikel 9.2 en artikel 8.6 Wht moet de bestreden beschikking geacht worden te zijn
genomen op grond van artikel 2.1 en verder van de Wht.
Procesverloop
- Belanghebbende heeft zich op een niet bekende datum bij UHT aangemeld in het
kader van een herbeoordeling van kinderopvangtoeslag (hierna: KOT). - Bij brief van 14 februari 2022 heeft UHT aan belanghebbende meegedeeld dat zij
op basis van de uitgevoerde lichte toets nog geen reden ziet om haar € 30.000 te betalen, vooruitlopend op de integrale beoordeling. - Bij brief van 9 maart 2022, ingekomen op 11 maart 2022, heeft belanghebbende bezwaar gemaakt tegen deze beschikking. Op 24 maart 2022 heeft UHT een ontvangstbevestiging hiervan gestuurd.
- Op 27 december 2022 heeft UHT schriftelijk gereageerd op de bezwaargronden
van belanghebbende. - Op 15 juni 2023 heeft de Commissie een hoorzitting gehouden in aanwezigheid van partijen. Een verslag hiervan is achter dit advies gevoegd.
Ontvankelijkheid
Niet in geschil is dat het bezwaar ontvankelijk is.
Overwegingen ten aanzien van de bezwaren en het bestreden besluit
De Commissie ziet zich gesteld voor de vraag of UHT terecht en op goede gronden is
gekomen tot haar beslissing om het verzoek van belanghebbende om compensatie of
tegemoetkoming vooralsnog of te wijzen op basis van de lichte toets.
In het kader van de hersteloperatie KOT heeft het kabinet eind 2020 aanvullende
maatregelen genomen met als doel ouders sneller recht te kunnen doen. Een van die
maatregelen betreft op grond van artikel 2.7 Wht het uitkeren van een forfaitair bedrag van € 30.000 aan alle gedupeerde ouders die een verzoek voor herstel hebben ingediend, indien het verzoek wordt gehonoreerd.
Voor het beoordelen van de vraag of een ouder in aanmerking komt voor toekenning van het bedrag van € 30.000 is voorzien in het uitvoeren van een zogenaamde lichte toets. Na de lichte toets volgt een integratie beoordeling op grond van de Wht.
De Commissie meent dat uit de schriftelijke reactie volgt dat UHT na het uitvoeren van de lichte toets heeft mogen oordeten dat er vooralsnog geen reden is om tot uitkering
van € 30.000 aan belanghebbende over te gaan. Immers, voor de jaren 2011 en 2012
heeft belanghebbende zelf de KOT stopgezet, waardoor zij de voorschotten heeft moeten terugbetalen. De wijzigingen in toegekende KOT zijn derhalve in ieder geval op het eerste gezicht verklaarbaar.
Een grondigere bestudering tijdens de integratie beoordeling kan tot de conclusie leiden dat belanghebbende toch als gedupeerde kan worden aangemerkt over de jaren 2011 en/of 2012. In dat geval kan alsnog worden overgegaan tot compensatie. Dit zal dan evenwel in het kader van de integratie beoordeling zijn.
Het vorenstaande brengt mee dat de Commissie UHT zal adviseren het bezwaar
ongegrond te verklaren en het bestreden besluit in stand te laten.
De Commissie adviseert UHT voorts om het ertoe te leiden dat de integratie toets zo
spoedig mogelijk zal plaatsvinden en te bewerkstelligen dat bij deze integratie beoordeling met name aandacht wordt gegeven aan hetgeen belanghebbende over toeslagjaar 2011 en 2012 heeft aangevoerd.
Tot slot onderstreept de Commissie de reactie van UHT tijdens de hoorzitting, waarin
wordt erkend dat belanghebbende te goeder trouw haar administratie aan de
kinderopvang heeft overgedragen vanwege gezondheidsklachten, waarbij mogelijk
misbruik is gemaakt van haar situatie.
Advies
Samengevat adviseert de Commissie aan UHT om het bezwaarschrift:
- ongegrond te verklaren,
- geen proceskostenvergoeding toe te kennen; en
- de integrale beoordeling van het dossier zo spoedig mogelijk te laten
plaatsvinden.
[handtekening]
Secretaris
[handtekening]
Fungerend voorzitter