BAC 2022-05795

Publicatiedatum 10-06-2024

Advies van de Bezwaarschriftenadviescommissie hersteloperatie toeslagen

Onderwerp van advies

Het bezwaarschrift is gericht tegen de hiervoor genoemde door de UHT genomen
(afwijzende) beschikking lichte toets. In deze beschikking heeft UHT kenbaar gemaakt
dat zij in de lichte toets nog geen reden ziet om aan belanghebbende het forfaitaire
bedrag van € 30.000 uit te betalen.

Deze beschikking is gebaseerd op het Besluit forfaitair bedrag en verruiming
compensatieregeling van 18 maart 2021 (Staatscourant 2021, 14691) gewijzigd bij
Besluit uitbreiding Catshuisregeling Kinderopvangtoeslag van 31 mei 2021,
(Staatscourant 2021, 28304) (hierna: Catshuisregeling).

Op 5 november 2022 is de Wet houdende regels ten behoeve van de hersteloperatie
toeslagen (Wet hersteloperatie toeslagen, hierna: Wht) in werking getreden. Op grond
van artikel 9.2 en artikel 8.6 Wht moet de bestreden beschikking geacht worden te zijn
genomen op grond van artikel 2.1 en verder van de Wht.

Procesverloop

• Belanghebbende heeft zich bij UHT aangemeld in het kader van een herbeoordeling van kinderopvangtoeslag (hierna: KOT). De klachten van belanghebbende zagen onder andere op de toeslagjaren 2008, 2009, 2010 en 2011.
• Bij brief van 20 december 2021 heeft UHT aan belanghebbende meegedeeld dat
  zij op basis van de uitgevoerde lichte toets geen reden zag om haar € 30.000 te betalen, vooruitlopend op de integrale beoordeling.
• Bij brief, ingekomen op 3 februari 2022, heeft belanghebbende bezwaar gemaakt
  tegen deze beschikking.
• Op 16 november 2022 heeft UHT met belanghebbende telefonisch contact opgenomen en bericht dat zij alsnog in aanmerking kwam voor de
  Catshuisregeling. Op 25 november 2022 heeft belanghebbende € 30.000
  ontvangen.
• Op 6 december 2022 heeft UHT aan belanghebbende een e-mail bericht gestuurd
  met bevestiging van de compensatie. Tevens vroeg UHT of belanghebbende het
  bezwaar op basis van deze gegevens wenste in te trekken. Ook gaf UHT aan dat
  het dossier van belanghebbende nader wordt onderzocht in het kader van de
  integrale beoordeling.
• Op 16 december 2022 heeft UHT in de schriftelijke reactie bevestigd dat UHT op
  grond van nader onderzoek belanghebbende als gedupeerde heeft aangemerkt.
  Op het verzoek tot intrekking van het bezwaar ontving UHT geen reactie.
• Op 4 juli 2023 heeft belanghebbende tijdens een informeel gesprek op het kantoor van de Belastingdienst in Utrecht met twee medewerkers van het secretariaat van de Commissie ( en ) aangegeven het bezwaar niet te zullen intrekken en dat de Commissie het bezwaar wel op de stukken kon behandelen. UHT heeft aangeboden bij dit gesprek aanwezig te zijn. Belanghebbende vond dit niet nodig. UHT is over de
  uitkomst van het gesprek geïnformeerd.
• Op donderdag 6 juli 2023 heeft de Commissie het bezwaar van belanghebbende
  op de in het dossier bekende stukken behandeld en het hierna volgende advies
  aan UHT opgesteld.

Ontvankelijkheid en algemene opmerkingen

Niet in geding is dat het bezwaarschrift tijdig is ontvangen.

Overwegingen ten aanzien van de bezwaren en het bestreden besluit

De Commissie ziet zich gesteld voor de vraag of UHT terecht en op goede gronden is
gekomen tot haar beslissing om het verzoek van belanghebbende om compensatie of
tegemoetkoming vooralsnog af te wijzen op basis van de lichte toets.

In het kader van de hersteloperatie kinderopvangtoeslag heeft het kabinet eind 2020
aanvullende maatregelen genomen met als doel ouders sneller recht te kunnen doen.
Eén van die maatregelen betreft het uitkeren van een forfaitair bedrag van € 30.000 aan alle gedupeerde ouders die een verzoek voor herstel hebben ingediend, indien het
verzoek op basis van een lichte toets wordt gehonoreerd.

Overwegingen ten aanzien van de bezwaren en het bestreden besluit

Belanghebbende heeft in het bezwaarschrift aangegeven dat zij wel degelijk gedupeerde is, omdat zij flinke bedragen heeft moeten terugbetalen.

Uit de schriftelijke reactie van UHT blijkt dat UHT tijdens de behandeling van het bezwaar van belanghebbende nader onderzoek heeft verricht. Dit onderzoek heeft ertoe geleid dat UHT belanghebbende, lopende de bezwaarprocedure, alsnog als gedupeerde heeft aangemerkt en het forfaitaire bedrag van € 30.000 heeft uitgekeerd.

Hierdoor heeft belanghebbende geen materieel belang meer bij een inhoudelijke
beoordeling van het bezwaarschrift. Het procesbelang van belanghebbende is komen te vervallen en het bezwaarschrift dient kennelijk niet-ontvankelijk verklaard te worden.

Hierdoor heeft belanghebbende geen materieel belang meer bij een inhoudelijke
beoordeling van het bezwaarschrift. Het procesbelang van belanghebbende is komen te vervallen en het bezwaarschrift dient kennelijk niet-ontvankelijk verklaard te worden.

Met voorgaande beoordeling over het bezwaar tegen de lichte toets, geeft de Commissie geen voorschot op de integrale beoordeling die nog zal plaatsvinden.

De Commissie adviseert UHT om te bevorderen dat de integrale beoordeling zo spoedig mogelijk zal plaatsvinden.

Advies

Samengevat adviseert de Commissie aan UHT om:

• het bezwaarschrift kennelijk niet-ontvankelijk te verklaren, en
• te bevorderen dat de integrale beoordeling van het dossier van belanghebbende in gang wordt gezet.