BAC 2022-05711
Publicatiedatum 23-04-2024
Advies van de Bezwaarschriftenadviescommissie hersteloperatie toeslagen
Aan: Belastingdienst/Uitvoeringsorganisatie Herstel Toeslagen (hierna: UHT)
Betreft: het bezwaarschrift van [belanghebbende]
Primair besluit: 16 februari 2022 met kenmerk UHT CHR GU
Ontvangst bezwaarschrift: 1 april 2022
Overdracht advies aan UHT: 30 juni 2023
Samenvatting
De Bezwaarschriftenadviescommissie (hierna: de Commissie) adviseert UHT om het bezwaarschrift ongegrond te verklaren. Voorts adviseert de Commissie om de integrale beoordeling van de compensatie zo spoedig mogelijk in gang te zetten.
Onderwerp van advies
Het door [belanghebbende] ingediende bezwaarschrift is gericht tegen de door UHT genomen beschikking op de aanvraag van belanghebbende om toekenning van een zogenoemde Catshuisuitkering van 20 december 2021.
Deze beschikking is gebaseerd op het Besluit forfaitair bedrag en verruiming
compensatieregeling van 18 maart 2021 (Staatscourant 2021, 14691) gewijzigd
bij Besluit uitbreiding Catshuisregeling Kinderopvangtoeslag van 31 mei 2021,
(Staatscourant 2021, 28304).
Op 5 november 2022 is de Wet van 2 november 2022 houdende regels ten behoeve van de hersteloperatie toeslagen (Wet hersteloperatie toeslagen, hierna: Wht) in werking getreden (Stb. 2022, 433). Artikel 8.6 Wht bepaalt dat die in het kader van de hersteloperatie toeslagen zijn gegeven vóór het tijdstip van inwerkingtreding van afdeling 2.1, vanaf dat tijdstip worden aangemerkt als beschikkingen die zijn gegeven krachtens de van toepassing zijnde artikelen van deze afdeling. Gelet op het voorgaande moet de bestreden beschikking van 20 december 2021 geacht worden te zijn genomen op grond van artikel 2.1 en verder van de Wht.
Procesverloop
- Belanghebbende heeft zich bij UHT gemeld in het kader van een herbeoordeling van kinderopvangtoeslag (hierna: KOT).
- Bij beschikking van 16 februari 2022 is aan belanghebbende meegedeeld dat zij (nog) geen recht heeft op de betaling van het bedrag van € 30.000.
- Bij brief van 28 maart 2022 heeft belanghebbende bezwaar gemaakt tegen deze beschikking.
- Op 20 maart 2023 heeft UHT schriftelijk op het bezwaarschrift gereageerd.
- Bij e-mailbericht van 3 mei 2023 heeft belanghebbende bij de Commissie aangegeven geen behoefte te hebben aan een hoorzitting.
- De Commissie, bestaande uit [voorzitter] en [leden], heeft het bezwaarschrift behandeld in haar vergadering van 30 juni 2023.
Ontvankelijkheid en algemene opmerkingen
Niet in geschil is dat het bezwaarschrift tijdig is ingediend en ontvangen en dat
het voldoet aan de overige daaraan te stellen eisen.
Overwegingen ten aanzien van de bezwaren en het bestreden besluit
De Commissie ziet zich gesteld voor de beantwoording van de vraag of UHT terecht en op goede gronden is gekomen tot haar beslissing om het verzoek van
belanghebbende om compensatie of tegemoetkoming vooralsnog af te wijzen.
Zoals is uiteengezet in artikel 2. 7 Wht voorziet die wet in een eenmalige forfaitaire uitkering van € 30.000 aan gedupeerde ouders. Deze uitkering is bedoeld voor ouders die een verzoek hebben ingediend of gaan indienen voor compensatie of tegemoetkoming op grond van de Wht en die daarvoor in aanmerking komen.
Voor de beoordeling van de vraag of de ouder in aanmerking komt voor toekenning van het bedrag van € 30.000 is voorzien in het uitvoeren van een zogenaamde lichte toets. Na de lichte toets volgt een integrale beoordeling op grond van de Wht.
Bij het bestreden besluit heeft UHT aan belanghebbende meegedeeld dat er nog geen reden werd gezien om aan haar het bedrag van € 30.000 te betalen.
Er is vervolgens per toeslagjaar (2016 tot en met 2019) kort aangegeven wat de reden was voor de terugvordering.
Belanghebbende stelt in haar bezwaarschrift dat zij altijd het gevoel heeft gehad dat zij teveel KOT heeft moeten terugbetalen. Zij wijst erop dat zij uit eigen beweging tijdig de relevante informatie aan de Belastingdienst/Toeslagen heeft doorgegeven en bij onduidelijkheden om uitleg heeft gevraagd.
Belanghebbende heeft na ontvangst van de schriftelijke reactie van UHT haar bezwaarschrift niet aangevuld.
De Commissie meent dat uit de schriftelijke reactie volgt dat UHT na het uitvoeren van de lichte toets heeft mogen oordelen dat zij nog geen reden zag om tot uitkering van € 30.000 aan belanghebbende over te gaan. De bijstellingen voor de jaren 2016 tot en met 2019 hebben, voor zover tot nu toe uit de stukken blijkt, plaatsgevonden conform de door belanghebbende of de kinderopvanginstelling opgestuurde informatie. De wijzigingen in toegekende KOT zijn derhalve in ieder geval op het eerste gezicht verklaarbaar. De door belanghebbende naar voren gebrachte bezwaargronden maken dit naar het oordeel van de Commissie niet anders.
Voor zover een grondigere bestudering tot de conclusie leidt dat belanghebbende toch als gedupeerde kan worden aangemerkt, hetgeen op voorhand niet kan worden uitgesloten, dan kan alsnog worden overgegaan tot compensatie. Dit zal dan evenwel in het kader van de integrale toets zijn. Dit heeft dus geen gevolgen voor het besluit waartegen in de onderhavige procedure in bezwaar is gekomen.
Het voorafgaande leidt tot de slotsom dat de in de eerste alinea onder Overwegingen ten aanzien van de bezwaren en het bestreden besluit geformuleerde vraag bevestigend moet worden beantwoord. Dit brengt mee dat de Commissie UHT zal adviseren het bestreden besluit in stand te laten. Met deze beoordeling geeft de Commissie geen voorschot op de integrale beoordeling die nog zal plaatsvinden.
De Commissie adviseert UHT tot slot om deze integrale beoordeling zo spoedig
mogelijk in gang te zetten.
Conclusie
Samenvattend concludeert de Commissie dat UHT gelet op de ter zake overgelegde stukken een voldoende zorgvuldig onderzoek heeft uitgevoerd in het kader van de lichte toets en adviseert de Commissie UHT:
- om het bezwaarschrift ongegrond te verklaren;
- om in het besluit op bezwaar aan belanghebbende duidelijk te maken dat de beslissing op bezwaar alleen betrekking heeft op de uitvoering van de lichte toets en niet al ook een integrale beoordeling bevat;
- om te bevorderen dat de integrale beoordeling zo spoedig mogelijk zal plaatsvinden.
[handtekening]
Secretaris
[handtekening]
Fungerend voorzitter