BAC 2022-05429
Publicatiedatum 08-11-2023
Advies van de Bezwaarschriftenadviescommissie hersteloperatie toeslagen
Aan: Belastingdienst/Uitvoeringsorganisatie Herstel Toeslagen (hierna: UHT)
Betreft: het bezwaarschrift van [belanghebbende]
Primair besluit: 14 februari 2022 met kenmerk UHT CHR GU
Ontvangst bezwaarschrift: 28 maart 2022
Overdracht advies aan UHT: 16 oktober 2023
Samenvatting
De Bezwaarschriftenadviescommissie (hierna: de Commissie) adviseert aan UHT om het bezwaar gegrond te verklaren.
Onderwerp van advies
Het door [belanghebbende] ingediende bezwaarschrift is gericht tegen de door UHT genomen (afwijzende) beschikking lichte toets van 14 februari 2022 met kenmerk UHT CHR GU.
Deze beschikking is gebaseerd op het Besluit forfaitair bedrag en verruiming
compensatieregeling van 18 maart 2021 (Staatscourant 2021, 14691) gewijzigd bij
Besluit uitbreiding Catshuisregeling Kinderopvangtoeslag van 31 mei 2021
(Staatscourant 2021, 28304).
Op 5 november 2022 is de Wet hersteloperatie toeslagen (hierna: Wht) in werking
getreden (Staatsblad 2022, 433). Gelet op de artikelen 8.6 en 9.2 Wht moet de
bestreden beschikking geacht worden te zijn genomen op grond van artikel 2.1 en verder van de Wht.
Procesverloop
- Belanghebbende heeft verzocht om een herbeoordeling van de Kinderopvangtoeslag (hierna: KOT).
- Bij brief van 14 februari 2022 heeft UHT aan belanghebbende medegedeeld dat zij op basis van de uitgevoerde lichte toets nog geen reden ziet om aan belanghebbende € 30.000 toe te kennen en dat de integrale beoordeling nog moet worden uitgevoerd.
- Belanghebbende heeft bij brief, ingekomen op 28 maart 2022, bezwaar gemaakt tegen deze beschikking. Op 11 april 2022 heeft UHT een ontvangstbevestiging hiervan gestuurd.
- Op 20 februari 2023 heeft UHT een schriftelijke reactie gegeven op de bezwaargronden van belanghebbende.
- De Commissie, bestaande uit [voorzitter] en [leden], heeft dit advies behandeld.
Ontvankelijkheid en algemene opmerkingen
Niet in geschil is dat het bezwaarschrift ontvankelijk is.
Overwegingen ten aanzien van de bezwaren en het bestreden besluit
In het bezwaar stelt belanghebbende dat UHT onterecht heeft geoordeeld dat zij niet in aanmerking komt voor de "lichte toets". Belanghebbende geeft aan dat zij indertijd
volgens de B/T niet zou hebben voldaan aan de voorwaarden voor de
kinderopvangtoeslag. Volgens haar heeft zij in 2018 bewijsstukken opgestuurd dat zij
wel voldeed aan de voorwaarden. Onder stuurde zij andere bewijsstukken dat de
berekening van de uren onjuist was en dat haar partner gedetineerd was. Daarom is
belanghebbende van mening dat zij te veel terug heeft moeten betalen.
In haar schriftelijke reactie heeft UHT aangegeven dat en waarom zij het bezwaar
gegrond acht en dat belanghebbende de€ 30.000 alsnog zal ontvangen.
Op grond van het voormelde adviseert de Commissie de UHT om het bezwaar gegrond te verklaren en het voornemen van UHT tot betaling van € 30.000 gestand te doen.
De Commissie overweegt dat in dit geval op grond van artikel 7.3, aanhef en onderdeel
e, Awb van horen kan worden afgezien, omdat aan het bezwaar volledig tegemoet wordt gekomen en andere belanghebbenden daardoor niet in hun belangen kunnen worden geschaad.
Met voorgaande beoordeling over het bezwaar tegen de lichte toets, geeft de Commissie geen voorschot op de integrale beoordeling die nog zal plaatsvinden.
Conclusie
Samenvattend adviseert de Commissie UHT om:
- het bezwaar gegrond te verklaren en het bestreden besluit te herroepen; en
- uitvoering te geven aan de door UHT voorgenomen beslissing op bezwaar om € 30.000 toe te kennen.
[handtekening]
Secretaris
[handtekening]
Fungerend voorzitter