BAC 2022-05309
Publicatiedatum 29-04-2025
Advies van de Bezwaarschriftenadviescommissie hersteloperatie toeslagen
Aan: Belastingdienst/Uitvoeringsorganisatie Herstel Toeslagen (hierna: UHT)
Betreft: het bezwaarschrift van belanghebbende
Primair besluit: van 23 maart 2022 met als kenmerk UHT-DC I
Ontvangst bezwaarschrift: 29 maart 2022
Hoorzitting: 28 februari 2024 om 10.00 uur
Overdracht advies aan UHT: 7 maart 2024
Samenvatting
De Bezwaarschriftenadviescommissie (hierna: de Commissie) adviseert UHT om het bezwaar gedeeltelijk gegrond te verklaren, de compensatieberekening aan te passen en een proceskostenvergoeding toe te kennen.
Onderwerp van advies
Het door gemachtigde namens belanghebbende ingediende bezwaarschrift is gericht tegen de door UHT genomen Definitieve beschikking compensatie kinderopvangtoeslag (hierna: KOT) van 23 maart 2022 met kenmerk UHT-DC I.
Met toepassing van de Compensatieregeling CAF 11 van 28 augustus 2020 (Stcrt. 2020, nr. 45904; hierna: Compensatieregeling) is aan belanghebbende voor de jaren 2008 en 2009 een compensatie toegekend.
Overgangsrecht
Op 5 november 2022 is de Wet van 2 november 2022 houdende regels ten behoeve van de hersteloperatie toeslagen (Wet hersteloperatie toeslagen, hierna: Wht) in werking getreden. Gelet op het bepaalde in de artikelen 8.6 en 9.2 Wht moet de bestreden beschikking geacht worden te zijn genomen op grond van artikel 2.1 en verder van de Wht.
Procesverloop
• Bij brief van 1 december 2021 heeft UHT aan belanghebbende een vooraankondiging van de voorlopige compensatieberekening toegezonden. Daarbij is een bedrag aan compensatie toegekend van € 41.239,-.
• Bij beschikking van 23 maart 2022 is de definitieve compensatie vastgesteld op € 42.377,-.
• Tegen deze beschikking heeft gemachtigde op 29 maart 2022 een bezwaarschrift ingediend. Dit bezwaarschrift is op 10 februari 2023 en 16 januari 2024 aangevuld.
• UHT heeft op 10 januari en 16 augustus 2023 een schriftelijke reactie ingediend op de bezwaren van belanghebbende.
• Op 28 februari 2024 heeft de Commissie een hoorzitting gehouden in aanwezigheid van partijen. Het verslag daarvan gaat als bijlage bij het advies.
Ontvankelijkheid en algemene opmerkingen
Niet in geschil is dat het bezwaarschrift ontvankelijk is.
Overwegingen ten aanzien van de bezwaren en het bestreden besluit
Op de hoorzitting heeft de gemachtigde na bespreking van de verschillende punten uitsluitend zijn bezwaargrond over de compensatieberekening gehandhaafd.
Compensatieberekening
De Commissie neemt met instemming kennis van het tijdens de hoorzitting door UHT ingenomen standpunt dat de rentevergoeding over gemiste KOT voor wat betreft de startdatum onjuist is berekend en dat dit bedrag, in de meest gunstige vorm voor belanghebbende, zal worden aangepast.
De Commissie adviseert daarom het bezwaar op dit punt gegrond te verklaren en de bestreden beschikking in zoverre te herroepen.
Omdat sprake is van een gegrond bezwaar adviseert de Commissie UHT ook om de vergoeding voor immateriële schade te berekenen tot aan de beschikking op bezwaar en de aanvullende vergoeding van 1% aan te passen.
Proceskosten
Nu het bezwaar naar het oordeel van de Commissie ten dele gegrond is, adviseert de Commissie om het verzoek voor vergoeding van de kosten van rechtsbijstand in deze bezwaarprocedure toe te wijzen. Op grond van het Besluit proceskosten bestuursrecht heeft belanghebbende recht op een forfaitaire vergoeding op basis van 2 procespunten (bezwaarschrift en hoorzitting) met een wegingsfactor 2. Net als in eerdere zaken adviseert de Commissie daarbij de hoogste vergoeding per procespunt toe te kennen.
Conclusie
Samengevat adviseert de Commissie aan UHT om:
• het bezwaarschrift tegen de definitieve beschikking compensatie KOT gegrond te verklaren ten aanzien van de berekening van de rente over de gemiste KOT en alle, ingevolge de Wht, daarmee samenhangende, vergoedingen opnieuw te berekenen met inachtneming van dit advies, en daarbij de einddatum van de desbetreffende vergoedingen vast te stellen op de datum van dagtekening van de beslissing op bezwaar;
• de proceskosten te vergoeden op basis van 2 procespunten met een wegingsfactor 2 en daarbij de hoogste vergoeding per procespunt toe te kennen.
[handtekening]
Secretaris
[handtekening]
Fungerend voorzitter