BAC 2022-05243
Publicatiedatum 04-03-2024
Advies van de Bezwaarschriftenadviescommissie hersteloperatie toeslagen
Aan: Belastingdienst/Uitvoeringsorganisatie Herstel Toeslagen (hierna: UHT)
Betreft: het bezwaarschrift van [belanghebbende]
Primair besluit: 18 februari 2022 met kenmerk UHT CHR GU
Ontvangst bezwaarschrift: 18 maart 2022
Behandeldatum: 19 oktober 2023
Overdracht advies aan UHT: 19 oktober 2023
Samenvatting
De Bezwaarschriftenadviescommissie (hierna: de Commissie) adviseert UHT om het bezwaar ongegrond te verklaren.
Onderwerp van advies
Het door gemachtigde , namens (hierna: belanghebbende) ingediende bezwaarschrift, is gericht tegen de door UHT genomen (afwijzende) beschikking "lichte toets" € 30.000 van 18 februari 2022, UHT CHR GU.
Deze beschikking is gebaseerd op het Besluit forfaitair bedrag en verruiming compensatieregeling van 18 maart 2021 (Staatscourant 2021, 14691) gewijzigd bij Besluit uitbreiding Catshuisregeling Kinderopvangtoeslag van 31 mei 2021
(Staatscourant 2021, 28304, hierna: Catshuisregeling).
Op 5 november 2022 is de Wet hersteloperatie toeslagen (Wht) in werking getreden.
Gelet op de artikelen 8.6 en 9.2 Wht moet de bestreden beschikking geacht worden te zijn genomen op grond van artikel 2.1 en verder van de Wht.
Procesverloop
- Op 18 februari 2022 heeft UHT belanghebbende bij beschikking meegedeeld dat zij op basis van de uitgevoerde zogenaamde lichte toets geen reden ziet om haar € 30.000 te betalen, vooruitlopend op de integrale beoordeling.
- Bij brief van 18 maart 2022 heeft gemachtigde bezwaar ingediend tegen deze beschikking.
- Op 2 februari 2023 heeft UHT schriftelijk gereageerd op het bezwaar van belanghebbende.
- Gemachtigde heeft per e-mailbericht van 9 oktober 2023 laten weten dat de zaak op de stukken kan worden afgedaan en daarmee geen gebruik te willen maken van het recht om te worden gehoord in het kader van dit bezwaar.
- Dit advies is op 19 oktober 2023 behandeld - op de in het dossier van dit bezwaar aanwezige stukken - door [voorzitter]en [leden].
Ontvankelijkheid en algemene opmerkingen
Niet in geschil is dat het bezwaarschrift ontvankelijk is.
Overwegingen ten aanzien van de bezwaren en het bestreden besluit
De Commissie ziet zich gesteld voor de vraag of UHT terecht en op goede gronden is gekomen tot haar beslissing om het verzoek van belanghebbende om compensatie of
tegemoetkoming vooralsnog af te wijzen op basis van de lichte toets.
In het kader van de hersteloperatie kinderopvangtoeslag (hierna "KOT") heeft het kabinet eind 2020 aanvullende maatregelen genomen met als doel ouders sneller recht te kunnen doen. Eén van die maatregelen betreft het uitkeren van een forfaitair bedrag van € 30.000 aan alle gedupeerde ouders die een verzoek voor herstel hebben ingediend, indien het verzoek wordt gehonoreerd (artikel 2. 7 Wht).
Voor het beoordelen van de vraag of een ouder in aanmerking komt voor toekenning van het bedrag van € 30.000 is voorzien in het uitvoeren van een zogenaamde lichte toets. Na deze lichte toets volgt een integrale beoordeling op grond van de Wht.
Bezwaar
In het bezwaar stelt gemachtigde dat belanghebbende door het besluit rechtstreeks in
haar belangen worden getroffen en dat het besluit niet in stand kan blijven.
Onderzoek lichte toets
In de schriftelijke reactie heeft UHT aangegeven waarom zij nu geen reden ziet om tot uitkering van € 30.000 aan belanghebbende over te gaan. Volgens UHT hebben de
wijzigingen over de toeslagjaren 2005 tot en met 2007, voor zover tot nu toe uit de
stukken blijkt, plaatsgevonden conform de door belanghebbende verstrekte Informatie. Aan de hand van deze informatie heeft UHT geconcludeerd dat geen sprake is van institutioneel vooringenomen handelen of hardheid door B/T.
De Commissie kan UHT volgen in het standpunt ten aanzien van de motivering van het besluit en de zorgvuldigheid van het hieraan ten grondslag liggende onderzoek.
Weliswaar heeft UHT de redenen waarom belanghebbende nog niet in aanmerking komt voor€ 30.000 bij het uitbrengen van de bestreden beslissing niet uitvoerig toegelicht, dit impliceert echter niet dat van een gebrekkige motivering dan wel onzorgvuldigheid sprake is. De Commissie is van oordeel dat op basis van de beschikking, de schriftelijke reactie, de RKT bestanden, SAS overzichten en overige producties waarop de beschikking is gebaseerd, de bestreden beschikking voldoende is onderbouwd.
De uitkomst van de lichte toets voor de toeslagjaren 2005 tot en met 2007 is dat de
neerwaartse bijstellingen of terugvorderingen het gevolg zijn geweest van door belanghebbende doorgegeven wijzigingen met betrekking tot haar toetsingsinkomen
en/of genoten opvang uren. De nihil stelling voor 2007 vond plaats op basis van het door belanghebbende ingevulde antwoordformulier van 15 juni 2011 waarop belanghebbende aangaf in 2007 geen gebruik te hebben gemaakt van kinderopvang. UHT stelt dat op basis van het dossier vooralsnog niet is gebleken van ten onrechte ingestelde terugvorderingen, zodat belanghebbende voor de toeslagjaren 2005 tot en met 2007 niet in aanmerking komt voor compensatie. De Commissie is van oordeel dat in dit geval (nog) geen sprake is van vooringenomen handelen, hardheid of een onterechte kwalificatie opzet/grove schuld door de 8/T, maar van verwerking van gegevens conform de wet- en regelgeving. Gelet op het vorenstaande, stelt de Commissie vast dat in deze bezwaarprocedure onvoldoende aanknopingspunten zijn om tot een andersluidend oordeel te komen dan UHT.
De Commissie zal UHT daarom adviseren het bezwaar ongegrond te verklaren. Met
voorgaande beoordeling neemt de Commissie geen voorschot op de integrale beoordeling die nog zal plaatsvinden.
Conclusie
Samenvattend concludeert de Commissie dat UHT blijkens alle ter zake overgelegde
stukken een voldoende zorgvuldig onderzoek heeft uitgevoerd in het kader van de lichte toets en adviseert de Commissie UHT om het bezwaar ongegrond te verklaren en geen proceskostenvergoeding toe te kennen.
[handtekening]
Secretaris
[handtekening]
Fungerend voorzitter