Ga direct naar de inhoud Ga direct naar de footer

BAC 2022-05069

Samenvatting

De Bezwaarschriftenadviescommissie (hierna: de Commissie) adviseert UHT om het bezwaar tegen de compensatiebeschikking (gedeeltelijk) gegrond te verklaren. UHT heeft het bedrag van de compensatie berekend door het teruggevorderde bedrag te verminderen met het bedrag van de laatst vastgestelde beschikking KOT (de definitieve beschikkingen van 1 mei 2020 voor 2015 en 2016) en met de niet terugbetaalde bedragen. UHT heeft op de hoorzitting verklaard dat het bedrag van € 1361,- voor de niet teruggevorderde KOT van 2016 eigenlijk € 2834,- had moeten zijn en dat dit in het voordeel van belanghebbende is. Dat component D groter is dan component A heeft te maken met het feit dat de door belanghebbende ontvangen rente is meegenomen in de berekening. De Commissie is van oordeel dat UHT voldoende duidelijkheid over de berekening heeft gegeven en dat niet aannemelijk is geworden dat daarin tot nadeel van belanghebbende een fout is gemaakt.

Advies