BAC 2022-04689
Publicatiedatum 06-11-2023
Advies van de Bezwaarschriftenadviescommissie hersteloperatie toeslagen
Aan: Belastingdienst/Uitvoeringsorganisatie Herstel Toeslagen (hierna: UHT)
Betreft: het bezwaarschrift van [belanghebbende]
Primair besluit: 15 februari 2022 met kenmerk UHT CHR GU
Ontvangst bezwaarschrift: 23 februari 2022
Hoorzitting: 22 juni 2023
Samenvatting
De Bezwaarschriftenadviescommissie (hierna: de Commissie) adviseert aan UHT om het bezwaar gegrond te verklaren, alsnog over te gaan tot toekenning van het forfaitaire bedrag van € 30.000 en de integrale beoordeling te starten.
Onderwerp van advies
Het door [belanghebbende] ingediende bezwaarschrift is gericht tegen de door UHT genomen Beschikking lichte toets € 30.000 van 15 februari 2022 (met kenmerk UHT CHR GU). In deze beschikking heeft UHT kenbaar gemaakt dat zij in de lichte toets nog geen reden ziet om aan belanghebbende het forfaitaire bedrag van € 30.000 uit te betalen.
Op 5 november 2022 is de Wet houdende regels ten behoeve van de hersteloperatie
toeslagen (hierna: 'Wet hersteloperatie toeslagen' of 'Wht') in werking getreden. Op
grond van artikel 9.2 Wht werkt afdeling 2.1 terug tot en met 26 januari 2021. Artikel 8.6 Wht bepaalt dat beschikkingen die op basis van de hersteloperatie toeslagen
zijn gegeven vóór het tijdstip van inwerkingtreding van voornoemde afdeling 2.1, vanaf dat tijdstip worden aangemerkt als beschikkingen die zijn gegeven op grond van de van toepassing zijnde artikelen van deze afdeling.
Het vorenstaande betekent dat de in dit geval bestreden beschikking geacht wordt te zijn genomen op grond van artikel 2.1 en verder van de Wet hersteloperatie toeslagen.
Procesverloop
- Bij beschikking van 15 februari 2022 heeft UHT aan belanghebbende meegedeeld dat zij (nog) geen recht heeft op een betaling van € 30.000 over toeslagjaren 2011, 2012 en 2014.
- Bij brief van 21 februari 2022, ontvangen door UHT op 23 februari 2022 heeft
belanghebbende bezwaar ingediend tegen deze beschikking. - Op 9 maart 2022 heeft UHT de ontvangst van het bezwaarschrift schriftelijk aan
belanghebbende bevestigd. - UHT heeft op 2 februari 2023 schriftelijk gereageerd op het bezwaar.
- Bij e-mailbericht van 21 juni 2023 heeft UHT laten weten alsnog volledig aan het bezwaar van belanghebbende tegemoet te komen.
- Op 22 juni 2023 heeft de Commissie het bezwaar van belanghebbende behandeld
op een hoorzitting in aanwezigheid van belanghebbende en UHT. Een verslag
hiervan is bij het advies gevoegd.
Ontvankelijkheid en algemene opmerkingen
Het bezwaarschrift is ontvankelijk.
Overwegingen ten aanzien van de bezwaren en het bestreden besluit
Belanghebbende is het niet eens met de beslissing van UHT in de lichte toets om aan
haar nog geen € 30.000 toe te kennen over toeslagjaren 2011, 2012 en 2014. In
bezwaar is de Commissie gevraagd te beoordelen of UHT op goede gronden tot deze
beslissing is gekomen.
Het kabinet heeft in het kader van de hersteloperatie kinderopvangtoeslag (hierna KOT) een aantal aanvullende maatregelen genomen met als doel sneller recht te kunnen doen aan een grote groep gedupeerde ouders. Eén van die maatregelen betreft het uitkeren van een forfaitair bedrag van € 30.000 aan alle gedupeerde ouders die een verzoek voor herstel hebben ingediend en daarvoor, na een lichte toets, in aanmerking komen.
UHT heeft haar besluit inzake de lichte toets in haar schriftelijke reactie uitgebreid
toegelicht. UHT is daarbij ingegaan op de afzonderlijke toeslagjaren 2011, 2012 en UHT concludeert in de schriftelijke reactie dat voor de jaren 2011, 2012 en 2014
op basis van de beschikbare gegevens vooralsnog geen reden bestaat aan te nemen dat sprake was van opzet/grove schuld (OGS), hardheid, dan wel vooringenomen handelen door B/T. UHT concludeerde dan ook tot ongegrondverklaring van het bezwaar.
Bij e-mailbericht van 21 juni 2023 meldt UHT de Commissie dat nader onderzoek binnen UHT tot een gewijzigd standpunt in de bezwaarprocedure van belanghebbende heeft geleid. In het onderzochte handelen door B/T over het toeslagjaar 2011 ziet UHT alsnog aanleiding over te gaan tot toekenning van het forfaitaire bedrag van € 30.000. In dit jaar heeft B/T een nihil beschikking afgegeven, omdat de ouder niet zou hebben
gereageerd op het herhaaldelijke verzoek informatie op te sturen over daadwerkelijk
gemaakte kosten.
In het dossier van belanghebbende is geen vraagbrief, noch een rappèl daarop
aangetroffen. Voor dat jaar heeft B/T derhalve uiteindelijk nihil beschikt, zonder dat
daaraan een deugdelijke uitvraag is voorafgegaan. Hierdoor is sprake van institutionele vooringenomenheid en daarmee van gedupeerdheid van belanghebbende.
Belanghebbende is tegen deze nihil beschikking in bezwaar gegaan, waarbij zij alsnog
een jaaropgave heeft meegestuurd. Uit die jaaropgave bleek dat belanghebbende wel
degelijk recht had op KOT, zodat belanghebbende voor het jaar 2011 evident recht had
op KOT. UHT ziet daarom (heroverwegend) alsnog reden voor toekenning van het
forfaitaire bedrag van€ 30.000.
De Commissie volgt UHT in haar analyse op basis van nader dossieronderzoek dat voor het toeslagjaar 2011 sprake is geweest van vooringenomenheid. Ondanks het feit dat belanghebbende geen KOT heeft hoeven terugbetalen, geeft het aldus gewijzigde standpunt van UHT dat jegens belanghebbende institutioneel vooringenomen is
gehandeld de Commissie aanleiding om het voornemen van UHT om het bezwaar
gegrond te verklaren, het bestreden besluit te herroepen en belanghebbende alsnog het forfaitaire bedrag van € 30.000 toe te kennen te onderschrijven.
De Commissie adviseert UHT de integrale beoordeling in het dossier van
belanghebbende in gang te zetten en bij deze integrale beoordeling van het toeslagjaar
2014 specifiek in te gaan op het fraudeonderzoek en de plaatsing op de FSV-lijst.
Conclusie
De Commissie adviseert UHT het bezwaarschrift gegrond te verklaren, de bestreden
beschikking te herroepen en alsnog tot toekenning van € 30.000 over te gaan. Voorts
adviseert de Commissie UHT de integrale beoordeling van het dossier van
belanghebbende in gang te zetten.
[handtekening]
Secretaris
[handtekening]
Fungerend voorzitter