Ga direct naar de inhoud Ga direct naar de footer

BAC 2022-04602

Advies van de Bezwaarschriftenadviescommissie hersteloperatie toeslagen

Aan: Belastingdienst/Uitvoeringsorganisatie Herstel Toeslagen (hierna: UHT)

Betreft: het bezwaarschrift van [belanghebbende]

Primair besluit: 18 februari 2022 met kenmerk UHT CHR GU

Ontvangst bezwaarschrift: 28 februari 2022

Hoorzitting: 4 augustus 2022

Overdracht advies aan UHT: 16 augustus 2022

Onderwerp van advies

Het door belanghebbende ingediende bezwaarschrift, ontvangen op 28 februari 2022, is gericht tegen de door de Belastingdienst/Uitvoeringsorganisatie Herstel Toeslagen (hierna: de UHT) genomen beschikking lichte toets van 18 februari 2022, met kenmerk UHT CHR GU.

De belanghebbende komt nu niet in aanmerking voor toekenning van het bedrag van €
30.000, gebaseerd op de Catshuisregeling.

Procesverloop

  • Op 22 april 2021 heeft de UHT aan de belanghebbende bevestigd dat de melding voor een herbeoordeling van de kinderopvangtoeslag is geregistreerd.
  • Op 9 oktober 2021 heeft UHT telefonisch contact gehad met de belanghebbende over de aanmelding voor de herbeoordeling.
  • Vervolgens is de belanghebbende op 11 oktober 2021 door UHT telefonisch geïnformeerd over de beoordeling van de lichte toets en is hem bericht over de uitslag hiervan.
  • Bij beschikking van 18 februari 2022 is de belanghebbende meegedeeld dat hij nu niet in aanmerking komt voor de Catshuisregeling en derhalve niet voor een betaling van € 30.000.
  • De belanghebbende heeft bezwaar gemaakt tegen de primaire beschikking van 18
    februari 2022. Het bezwaarschrift is op 28 februari 2022 door UHT ontvangen. Bij brief van 10 maart 2022 is door de UHT aan de belanghebbende een ontvangstbevestiging van het bezwaarschrift gestuurd.

Ontvankelijkheid en algemene opmerkingen

Niet in geschil is dat het bezwaar tijdig is ingediend en ontvangen en dat het ook
overigens voldoet aan de daaraan te stellen eisen.

Overwegingen ten aanzien van de bezwaren en het bestreden besluit

De Commissie ziet zich gesteld voor de vraag of UHT terecht en op goede gronden is
gekomen tot haar beslissing om het verzoek van bezwaarde om compensatie of
tegemoetkoming vooralsnog af te wijzen.

Kader
Vooruitlopend op de vaststelling van wetgeving is het Besluit forfaitair bedrag en
verruiming compensatieregeling (Catshuisregeling Kinderopvangtoeslag) tot stand
gekomen. Op grond van de Catshuisregeling komen ouders die bij de
Belastingdienst/Toeslagen een verzoek hebben ingediend of nog gaan indienen voor
compensatie of tegemoetkoming op grond van (een van) de herstelregelingen in
aanmerking voor een forfaitair bedrag van € 30.000,- als zij in enig jaar voldoen aan de
in de desbetreffende herstelregeling genoemde voorwaarden (artikel 2.1
Catshuisregeling).

Voor het beoordelen van de vraag of een ouder in aanmerking komt voor toekenning van het bedrag van € 30.000,- is voorzien in het uitvoeren van een zogenaamde lichte toets. Na deze lichte toets volgt een integrale beoordeling op grond van de herstelregelingen. Zoals uiteen is gezet in paragraaf 2.1 en 2.2 van de Catshuisregeling voorziet die regeling in een forfaitaire uitkering aan gedupeerde ouders. Deze uitkering is bedoeld voor ouders die een verzoek hebben ingediend of gaan indienen voor compensatie of tegemoetkoming op grond van een van de volgende regelingen:

  • de artikelen 49 (hardheidsregeling), 49b (compensatieregeling) en 49c (O/GS tegemoetkomingsregeling) van de Algemene wet inkomensafhankelijke regelingen (Awir);
  • de herzieningsmogelijkheid in het kader van herstel kinderopvangtoeslag, bedoeld in de onderdelen 2.1 en 3.1 van het Verzamelbesluit Toeslagen; en
  • het Besluit Compensatieregeling CAF 11 en vergelijkbare (CAF-)zaken (hierna: de
    herstelregelingen).

Na een lichte toets volgt een integrale beoordeling op grond van de herstelregelingen.

De Commissie stelt op grond van het procesdossier vast dat voor 2005 één beschikking is afgegeven waarin aan belanghebbende een bedrag is toegekend van € 1450 en dat er geen bedrag is teruggevorderd. Wat betreft de toeslagjaren 2006 tot en met 2015, is sprake geweest van reguliere correcties op basis van door de belanghebbende toegestuurde informatie. De Commissie heeft geen aanknopingspunten gevonden voor de stelling van belanghebbende dat over deze toeslagjaren sprake is geweest van institutioneel vooringenomen handelen, hardheid of O/GS.

Belanghebbende heeft behalve twijfel over de cijfers van UHT geen feiten en
omstandigheden aangevoerd die tot een ander oordeel leiden. De Commissie stelt zich
dan ook op het standpunt dat het bezwaar van belanghebbende tegen de onderhavige
beschikking ongegrond is.

Integrale beoordeling
De Commissie wil benadrukken dat de integrale beoordeling van de toepassing van de
toeslagregeling voor de kinderopvang nog moet plaatsvinden. Er is geen sprake van een definitieve afwijzing.

Conclusie

De Commissie adviseert de UHT om in de beslissing op bezwaar:

  • het bezwaar ongegrond te verklaren.
  • de integrale beoordeling met spoed te starten.

[handtekening]

Secretaris

[handtekening]

Fungerend voorzitter