BAC 2022-04437
Publicatiedatum 13-10-2023
Samenvatting
Nu niet aannemelijk is geworden dat belanghebbende in 2011 aanspraak had op KOT, is de Commissie van mening dat UHT terecht heeft beslist dat belanghebbende evident geen recht had op KOT en er aldus sprake is van een ernstige onregelmatigheid, als bedoeld in artikel 2.1 lid 2 van de Wht. De Commissie adviseert om het bezwaarschrift ongegrond te verklaren.