Ga direct naar de inhoud Ga direct naar de footer

BAC 2022-04178

Advies van de Bezwaarschriftenadviescommissie hersteloperatie toeslagen

Aan: Belastingdienst/Uitvoeringsorganisatie Herstel Toeslagen (hierna: UHT)

Betreft: het bezwaarschrift van [belanghebbende]

Primair besluit: 20 december 2021 met kenmerk UHT CHR GU

Ontvangst bezwaarschrift: 24 januari 2022

Hoorzitting: 7 september 2023

Overdracht advies aan UHT: 14 september 2023

Samenvatting

De Bezwaarschriftenadviescommissie (hierna: de Commissie) adviseert UHT om het bezwaar ongegrond te verklaren.

Onderwerp van advies

Het door (hierna: belanghebbende) ingediende bezwaarschrift van 20 januari 2022, ontvangen op 24 januari 2022, is gericht tegen de door de Belastingdienst/Uitvoeringsorganisatie Herstel Toeslagen (hierna: UHT) genomen
beschikking lichte toets van 20 december 2021, met kenmerk UHT CHR GU.

Deze beschikking is gebaseerd op het Besluit forfaitair bedrag en verruiming compensatieregeling van 18 maart 2021 (Staatscourant 2021, 14691) gewijzigd bij Besluit uitbreiding Catshuisregeling Kinderopvangtoeslag van 31 mei 2021, (Staatscourant 2021, 28304) (hierna: Catshuisregeling).

Op 5 november 2022 is de Wet hersteloperatie toeslagen (hierna: Wht) in werking getreden (Stb. 2022, 433).

Gelet op artikel 8.6 en 9.2 Wht moet de bestreden beschikking van 20 december 2021
geacht worden te zijn genomen op grond van artikel 2 .1 en verder van de Wht.

Procesverloop

  • Belanghebbende heeft verzocht om een herbeoordeling van de Kinderopvangtoeslag (hierna: KOT).
  • Bij brief van 20 december 2021 heeft UHT aan belanghebbende medegedeeld dat
    zij op basis van de uitgevoerde lichte toets nog geen reden ziet om aan
    belanghebbende € 30.000 toe te kennen en dat de integrale beoordeling nog moet
    worden uitgevoerd.
  • Belanghebbende heeft bij brief, ingekomen op 24 januari 2022, bezwaar gemaakt
    tegen deze beschikking. Op 22 februari 2022 heeft UHT een ontvangstbevestiging hiervan gestuurd.
  • Op 13 april 2023 heeft UHT een schriftelijke reactie gegeven op de bezwaargronden van belanghebbende.
  • Op 7 september 2023 heeft de Bezwaarschriftenadviescommissie een hoorzitting gehouden in aanwezigheid van partijen. Een verslag hiervan is achter dit advies gevoegd. De Commissie bestaande uit heeft dit advies behandeld.

Ontvankelijkheid

Niet in geschil is dat het bezwaarschrift ontvankelijk is.

Overwegingen ten aanzien van de bezwaren en het bestreden besluit

De Commissie ziet zich gesteld voor de vraag of UHT terecht en op goede gronden is gekomen tot haar beslissing om het verzoek van belanghebbende om compensatie of
tegemoetkoming vooralsnog af te wijzen.

In het kader van de hersteloperatie Kinderopvangtoeslag heeft het kabinet eind 2020
aanvullende maatregelen genomen met als doel ouders sneller recht te kunnen doen.
Eén van die maatregelen betreft het uitkeren van een forfaitair bedrag van € 30.000 aan alle gedupeerde ouders die een verzoek voor herstel hebben ingediend, indien het
verzoek wordt gehonoreerd.

Voor het beoordelen van de vraag of een ouder in aanmerking komt voor toekenning van het bedrag van € 30.000 is voorzien in het uitvoeren van een zogenaamde lichte toets.

Na de lichte toets volgt een integrale beoordeling op grond van de Wht. Zoals uiteen is gezet in artikel 2. 7 Wht voorziet die wet in een eenmalige forfaitaire uitkering aan gedupeerde ouders. Deze uitkering is bedoeld voor ouders die een verzoek hebben ingediend of gaan indienen voor compensatie of tegemoetkoming op grond van de Wht, als zij daarvoor in aanmerking komen.

De Commissie kan UHT volgen ten aanzien van de motivering van het besluit en de zorgvuldigheid van het hieraan ten grondslag liggende onderzoek.

2006 tot en met 2011

UHT heeft in de schriftelijke reactie voor de toeslagjaren 2006 tot en met 2011 toegelicht dat de wijzigingen in de KOT plaats vonden op basis van gegevens die door belanghebbende werden aangeleverd. Op het door belanghebbende ingestuurde
antwoordformulier van 20 oktober 2012 geeft hij aan geen kinderopvang te hebben
gebruikt in 2011. Voor deze jaren lijkt vooralsnog sprake van verwerking van gegevens
conform wet- en regelgeving.

2012 en 2013

Uit de schriftelijke reactie van UHT blijkt dat belanghebbende geen gebruik heeft gemaakt van kinderopvang vanaf 1 januari 2012. In de jaren 2012 en 2013 is de KOT nihil beschikt, omdat belanghebbende niet zou hebben gereageerd op meerdere verzoeken om informatie. UHT onderbouwt daarmee haar voorlopige oordeel in de lichte toets dat voor die jaren sprake is van evident geen recht op Kinderopvangtoeslag.

Uit de systemen van B/T leidt UHT verder af dat belanghebbende niet is aangemerkt als fraudeur. Belanghebbende komt ook niet voor op de FSV-lijst. Tenslotte heeft
belanghebbende zelf aangegeven van een betalingsregeling gebruik te hebben gemaakt.

Naar het oordeel van de Commissie heeft UHT in het kader van de lichte toets voldoende onderbouwd dat vooralsnog geen sprake lijkt van vooringenomen handelen van B/T, hardheid of een onterechte kwalificatie opzet/ grove schuld. De Commissie is tijdens deze procedure niet gebleken van feiten of omstandigheden, die tot een andersluidend oordeel kunnen leiden.

Gezien het voorgaande kan belanghebbende (vooralsnog) niet als gedupeerde in de zin
van de herstelregelingen worden aangemerkt. De Commissie merkt op dat deze procedure alleen ziet op herbeoordeling van de KOT en niet op andere toeslagen. De door belanghebbende naar voren gebrachte bezwaargronden maken dit naar het oordeel van de Commissie niet anders. De Commissie concludeert daarom dat UHT op goede gronden tot haar besluit is gekomen. Het vorenstaande brengt mee dat de Commissie UHT zal adviseren het bezwaar ongegrond te verklaren.
Voor zover een grondiger bestudering tijdens de integrale beoordeling tot de conclusie
leidt dat belanghebbende toch als gedupeerde kan worden aangemerkt, dan kan alsnog worden overgegaan tot compensatie. Dit heeft echter geen gevolgen voor het besluit over de lichte toets waartegen in onderhavige procedure in bezwaar is gekomen.

Conclusie

Samenvattend is de Commissie van oordeel dat UHT blijkens alle ter zake overgelegde stukken een voldoende zorgvuldig onderzoek heeft uitgevoerd in het kader van de lichte toets en adviseert de Commissie UHT om het bezwaarschrift ongegrond te verklaren en de bestreden beschikking in stand te laten.

[handtekening]

Secretaris

[handtekening]

Fungerend voorzitter