BAC 2022-04175

Publicatiedatum 04-06-2024

Advies van de Bezwaarschriftenadviescommissie hersteloperatie toeslagen

Onderwerp van advies

Het door gemachtigde (hierna: gemachtigde) ingediende bezwaarschrift, namens (hierna: belanghebbende), is gericht tegen de door
Belastingdienst/ Uitvoeringsorganisatie Herstel Toeslagen (hierna: UHT) genomen beschikking inzake de aanvraag van belanghebbende om toekenning van een zgn. Catshuisuitkering van 18 januari 2022 (CAP UCF 21 093 UHT).

Procesverloop

• Belanghebbende heeft zich bij UHT aangemeld in het kader van een herbeoordeling van kinderopvangtoeslag (hierna: KOT).
• Bij beschikking van 18 januari 2022 is aan belanghebbende meegedeeld dat hij (nog) geen recht heeft op een betaling van € 30.000.
• Bij brief van 20 januari 2022 heeft gemachtigde pro forma bezwaar ingediend tegen deze beschikking. Op 26 september 2022 heeft UHT hier schriftelijk op gereageerd.
• Bij beschikkingen van 19 oktober 2022 heeft UHT aan belanghebbende medegedeeld dat na uitvoering van de integrale toets is geconcludeerd dat hij geen recht heeft op compensatie op grond van één van de herstelregelingen. Per e-mail van 4 november 2022 heeft gemachtigde aan de Commissie medegedeeld geen in bezwaar te zullen stellen tegen deze twee beschikkingen.
• De Commissie, bestaande uit [voorzitter] en [leden], heeft het bezwaarschrift behandeld in haar vergadering van 16 november 2022.

Ontvankelijkheid en algemene opmerkingen

Niet in geschil is dat het bezwaarschrift tijdig is ingediend en ontvangen en dat het
voldoet aan de overige daaraan te stellen eisen.

De gronden van bezwaar zien echter uitsluitend op het niet in aanmerking komen voor het voorlopige compensatiebedrag van € 30.000. Inmiddels heeft de integrale toets
evenwel plaatsgevonden, waarna met een drietal besluiten van 19 oktober 2022 is
vastgesteld dat belanghebbende geen recht heeft op compensatie op grond van één van de herstelregelingen. Hieruit volgt dat van een uitkering op grond van de
Catshuisregeling evenmin sprake kan zijn.

Daar gemachtigde heeft aangegeven geen bezwaar in te zullen stellen tegen deze besluiten, heeft belanghebbende geen reëel en actueel belang meer bij een inhoudelijke beoordeling van het bezwaarschrift. Het procesbelang van belanghebbende is dan ook komen te vervallen en in verband daarmee dient het bezwaarschrift kennelijk niet-ontvankelijk verklaard te worden.

De Commissie adviseert UHT voorts om het verzoek tot toekenning van een
proceskostenvergoeding af te wijzen.

Conclusie

Samenvattend adviseert de Commissie UHT om het bezwaarschrift dat gericht is tegen het besluit van 18 januari 2022 kennelijk niet-ontvankelijk te verklaren en het verzoek
tot toekenning van een proceskostenvergoeding af te wijzen.